Lerarenopleiding Nederlands Zakelijk schrijven Lerarenopleiding Nederlands
Uitleg CCC-model (correspondentie, consequentheid,correctheid) Renkema, schrijfstrategie, opbouw, taalgebruik (hun, hen, stijl op woord-en zinsniveau, lijdende vorm, bedrijvende vorm, discongruentie bij meewerkend voorwerp e.d.
Per week een opdracht Zeven opdrachten totaal Inleveren per week op Natschool ter beoordeling en bespreking! Voorwaarde om aan het tentamen mee te mogen doen. Woensdagavond uiterlijk binnen!
Toets tekst waaruit de student op alle niveaus fouten moet halen (opbouw, spelling, taalgebruik, taalvariatie e.d.)
Schrijfervaringen Inventariseren Werkwijze/strategie Opbouw, samenhang e.d.
Eerste opdracht: jezelf voorstellen in vier alinea’s. Nabespreken met critical friend op: schrijfstrategie, doelgroepbepaling, doel (informeren, overtuigen, amuseren, overhalen) opbouw: inleiding, kern, slot (wat zijn de ingrediënten van de verschillende onderdelen?) taalgebruik (zinsbouw, spelling werkwoorden, algemene spelling)
Schrijfstrategie Ingrediënten in een schema zetten Daarna zinnen maken Volgorde bepalen In de tegenwoordige tijd Taalvariatie (niet steeds dezelfde werkwoorden gebruiken) en variatie zinsbouw
Doelgroep en doel Doelgroep: voor wie is de tekst bedoeld? Niveau, voorkennis, interesse, opvatting Doel: informeren, overtuigen, overhalen, amuseren
Ingrediënten: inleiding, kern, slot Inleiding: vijf w-vragen of anekdote, voorbeeld o.i.d. Kern: per alinea uitwerking van de inleiding; per alinea één deelonderwerp Slot: samenvatting, geen nieuwe onderwerpen
Huiswerk herschrijven van deze tekst (opdracht 1) volgens de procedure van de beoordelingscriteria (bijlage 2), op Natschool zetten
Zinsbouw Lijdende vorm De gevolgen van het gebruik van Facebook worden besproken door tien gebruikers. Bedrijvende vorm Tien gebruikers bespreken de gevolgen van het gebruik van Facebook. Teveel hulpwerkwoorden en vaagheden Het onderzoeksrapport zal gaan kunnen worden ingezet ten behoeve van verschillende preventiedoeleinden.
Stijl Fouten op zinsniveau Foutieve samentrekking Foutieve beknopping Als in een samengestelde zin een woord of woordgroep zowel in het eerste als in het tweede deel van de zin voorkomt, mag het tweede deel vaak weggelaten worden. Drie eisen: Beide woorden hebben dezelfde vorm en betekenis Beide hebben dezelfde grammaticale functie De volgorde van onderwerp en persoonsvorm moet hetzelfde zijn. Bepaalde taalfouten woorden vaak gemaakt, maar merkt men in de praktijk zelden op.
Foutieve samentrekking De trainer leidde de partij streng en hem bleef daardoor veel ellende bespaard. (correct) De uitkomst lijkt veel op die van jou en kan de gebruiker naar eigen gevoel veranderen. (fout) De voorzitter leidde de spreker in en de aanwezigen om de tuin. (fout) Hij is nieuw en hier gisteren komen werken. (fout)
Beknopping Soms laat men in een bijzin het onderwerp en de persoonsvorm weg of vervangt men de persoonsvorm door een deelwoord of door te + onbepaalde wijs = beknopte bijzin Twee eisen: de bijvoeglijke bepaling moet direct na het antecedent waarop die bepaling betrekking heeft. het geïmpliceerde onderwerp van de beknopte bijzin is gelijk aan het onderwerp van de hoofdzin.
De aardappelen werden vrolijke liedjes zingend geschild. Foutieve beknopping Wild om zich heen schoppend sleepten de agenten de demonstrant naar de overvalwagen. De aardappelen werden vrolijke liedjes zingend geschild. Hangend aan het plafond zlt u deze lamp het beste kunnen zien. Vreselijk gillend droeg Frankenstein het meisje weg.
Symmetrie: gelijkheid in de bouw en in de vorm van de zin. Asymmetrie: Congruentie: onderwerp en persoonsvorm moeten met elkaar overeenstemmen Een troep soldaten marcheerde over de hei. Een aantal docenten heeft het werk niet ingeleverd. De toeschouwers werd meegedeeld dat de wedstrijd werd gestaakt. Symmetrie: gelijkheid in de bouw en in de vorm van de zin. Asymmetrie: Men zegt dat pindakaas slecht voor je gezondheid is, maar ze zeggen zoveel.
Verkeerde woordvolgorde De auto reed tegen een boom waarin drie dames zaten. Fouten op woordniveau vaste voorzetsels verwijswoorden voegwoorden contaminatie pleonasme en tautologie