Observeren en rapporteren Les 2, kwartaal 2
Vragen/opmerkingen n.a.v. les 1.
Nabespreken Studietaak
De vorige les hebben we het gehad over ‘perceptie’ De vorige les hebben we het gehad over ‘perceptie’. Wat is dit ook al weer? Welke aspecten zorgen voor beïnvloeding van onze perceptie?
Welke aspecten zorgen voor beïnvloeding van onze perceptie? 1) Fysiologische toestand van waarnemer: bijvoorbeeld blind aan één oog of tamelijk moe zijn. 2) Psychologische gesteldheid: (volgende slide)
Ervaring: Een jongen uit Spangen die in India verblijft zal de aanrakingen van mensen achterdochtig ondergaan; hij zal zijn portemonnee niet uit het oog verliezen. Aandacht: geven we iets geen aandacht, nemen we het ook niet waar. Een roze/witte jas valt eerder op dan een grijze. Instelling: verwachtingspatroon Referentiekader: omgeving waarin we waarnemen (bv waarnemen in een veilig klimaat of in een bedreigend klimaat) Behoefte: belangstelling voor waarnemen neemt toe; in het buitenland voel ik me buitenstaander dus probeer ik me te richten tot het horen van de Nederlandse taal.
3) Eigenschap van het waargenomene in relatie tot de waarnemer: mensen nemen verschillend waar.
Ontzettend veel zaken beïnvloeden ons in onze waarneming… Maar waar ligt nu het verschil tussen waarnemen en observeren? En waarom observeren we?
Waarom we observeren Iets beter leren kennen Hulpmiddel om te onderzoeken (bv. achtergrond van gedrag) Gebruiken als informatie overdracht naar anderen toe Eigen aanpak te toetsen
Een observatie moet zo objectief mogelijk zijn om er conclusies aan te kunnen verbinden (objectief: uitgaande van feiten, zonder gedachten/gevoelens te laten meespelen)
http://www.werkenmetgedetineerden.nl/
opdracht 1
opdracht 2
Nabespreking observatie
Hfst 1, 3, 4 huiswerk.