De opkomst van het christendom 4.4 De opkomst van het christendom
A. Een messias in Judea In 63v.C had Rome het koninkrijk Judea onderworpen. Hier leefden de Joden. Zij geloofden in een god. In 66n.C kwam de Joden in opstand, als straf werd de tempel van Jeruzalem geplunderd en verwoest, ook moesten de Joden zich over het Romeinse rijk verspreiden.
Het optreden van Jezus Al in 30 n.C trok Jezus van Nazareth door Judea. Hij zei dat hij de zoon van god was. In de Tenach stond dat er een messias zou komen. Maar de meesten geloofde niet dat Jezus deze messias was. Hij werd wegens opstand tegen de Romeinen door Pontius Pilatus ter dood veroordeeld.
Jezus sterft aan het kruis.
Vragen deel A Waarom plunderden de Romeinen Jeruzalem in 70 n.C.? Wat betekent de diaspora? Waarom werden sommige Joden volgers van Jezus? Haal uit de tekts: Jaartallen. Gebeurtenissen. Personen.
B. Rome wordt christelijk Een populaire godsdienst Na de dood van Jezus bleven volgelingen zijn boodschap vertellen. De verhalen over Jezus werden opgeschreven en samengevoegd met de Tenach: de Bijbel. De godsdienst was populair bij vrouwen, slaven en armen omdat iedereen gelijk werd behandeld.
Een verboden godsdienst Voor de Romeinen betekenden de Christenen een probleem, ze weigerden namelijk on de Romeinse goden en de keizer te eren. Dit was een bedreiging voor de eenheid De godsdienst werd verboden en sommige keizers vervolgden de Christenen.
Een christelijk keizerrijk Toch bleven veel Romeinen christen. In 312 n.C won Keizer Constantijn de veldslag tegen Mazentius volgens de legende met hulp van het christendom. Constantijn gaf de christenen godsdienstvrijheid en werd later zelf christen.
In 380 werd het Christendom de staatsgodsdienst, door keizer Theodosius. In de 4de eeuw n.C was het christendom over het hele rijk verspreid. De kerk ontstond met in elk gebied een kerkelijk leider, de bisschop. De bisschop van Rome werd de leider van de kerk en kreeg de titel Paus.