Vergelijking vi – deelneming vanuit nationaalrechtelijk en verdragsrechtelijk (niet-EU) perspectief Philippe Albert Universiteit Nyenrode Bureau vaktechniek belastingadviseurs van Baker Tilly Berk NV
‘outbound’/aftrek tvvdb ‘inbound’
Uit onderscheid tussen (binnenlandse) belastingplicht voor wereldinkomen en (buitenlandse) belastingplicht voor Nederlandse inkomensbronnen vloeien tal van verschillen voort. Bij vergelijking vi-deelneming beperk ik mij tot: Nederlandse BV start activiteit in het buitenland. Keuze voor vi of deelneming (uit VPB-oogpunt)?
Recente ontwikkelingen Introductie objectvrijstelling m.i.v. 1 januari 2012 (art. 15e t/m 15j Wet VPB 1969) Wijziging art. 7 OESO-modelverdrag en commentaar daarop m.i.v. 22 juli 2010 (V-N 2010/39): zelfstandigheidsfictie c.q. arm’s-lengthbeginsel wordt verder doorgevoerd. (Besluit 15 januari 2011, V-N 2011/9.12.)
Vier te vergelijken aspecten Nederlandse BV start activiteit in het buitenland. Vergelijking vi - deelneming ten aanzien van: financieringskosten (rente) valutaresultaten overbrenging vermogensbestanddelen stakingsverliezen
Financiering deelneming Onderscheid EV – VV is duidelijk. (Vrijwel) onbeperkte keuzevrijheid t.a.v. financiering met EV of VV. Rente moet zakelijk zijn (art. 9 OESO-model)
Financiering vi Onderscheid EV – VV is onduidelijk. Meer beperkte keuzevrijheid t.a.v. financiering met EV of VV.
Financiering vi HR 7 mei 1997, BNB 1997/263: vi is in beginsel volledig met eigen vermogen gefinancierd. Uitzondering: hoofdhuis is externe schuld aangegaan ter financiering van vi (historische methode). Dus geen interne rente. Wijziging art. 7 OESO-model per 22 juli 2010: allocatie EV en VV aan vi volgens ‘capital allocation approach’ of volgens ‘thin capitalisation approach’. BNB 1997/263 is hiermee niet verenigbaar.
Financiering vi: cijfervoorbeeld X BV exploiteert bakkerswinkels. X BV zal bakkerswinkel in Duitsland openen. Daarvoor is 200 vermogen nodig. balans X BV activa500EV (50%) 400 kas 300schuld (50%)
Financiering vi: cijfervoorbeeld X BV neemt geen externe lening op ter financiering van Duitse bakkerswinkel. Dus balans vi volgens BNB 1997/263: balans vi pand150eigen vermogen 200 inv./voorraad 30 kas X BV geniet hoge objectvrijstelling: vi-winst wordt niet verlaagd met rente.
Financiering vi: cijfervoorbeeld X BV neemt geen externe lening op ter financiering van Duitse bakkerswinkel. Dus balans vi volgens ‘capital allocation approach’ van OESO (mathematische methode): balans vi pand150EV (50%) 100 inv./voorraad 30VV (50%) 100 kas X BV geniet kleinere objectvrijstelling: vi-winst wordt verlaagd met rente.
Financiering vi: cijfervoorbeeld X BV neemt geen externe lening op ter financiering van Duitse bakkerswinkel. Balans vi volgens ‘thin capitalisation approach’ van OESO (wat is vermogensstructuur van met vi vergelijkbare onafhankelijke ondernemingen?): balans vi pand150EV (40%) 80 inv./voorraad 30VV (60%) 120 kas
Financiering vi Allocatie van EV en VV aan vi conform art. 7 OESO (tekst 22 juli 2010) plus bijbehorend OESO-commentaar geldt volgens Pijl (WFR 2011/201) niet voor verdragen t/m 1993, maar wel voor verdragen die zijn gesloten onder OESO-commentaar Op grond van par. 1.2 van het besluit van 15 januari 2011 mag een belastingplichtige het nieuwe art. 7 OESO toepassen onder bestaande verdragen, mits de belastingplichtige art. 7 (nieuw) ook in het andere land toepast.
Valutaresultaten deelneming balans deelneming in lokale valuta (stel: $) pand $150eigen vermogen $ 100 inv./voorraad $ 30schuld aan M in $$ 100 kas $ 20 $200$ 200 Waardemutatie $:€ t.a.v. eigen vermogen (100) beïnvloedt fiscale winst van M in beginsel niet (deelnemingsvrijstelling).
Valutaresultaten vi balans buitenlandse vi in lokale valuta (stel: $) pand $ 150EV $ 100 inv./voorraad $ 30gealloceerde schuld$ 100 kas $ 20 $ 200$ 200 Waardemutatie $:€ t.a.v. eigen vermogen (100) beïnvloedt fiscale winst van Nederlands hoofdhuis.
Overdracht bedrijfsmiddel met stille reserve –Aan deelneming: afrekening –Aan vi: geen afrekening; in toekomst minder (object)vrijstelling. N.B. In Nederland gevormde HIR mag worden afgeboekt van bedrijfsmiddel dat aan vi wordt gealloceerd (HR 2 maart 1994, BNB 1994/190)
Stakingsverlies Bij staking buitenlandse activiteiten: –Na liquidatie deelneming: aftrekbaar is opgeofferd bedrag -/- ontvangen dividenden (art. 13d). –vi: het negatieve saldo van positieve en negatieve vi- resultaten is aftrekbaar (art. 15i).