Oriëntatie T 4 L presentatie Herman Giesbers
Mensen zijn uit op verwondering. Mensen (onze staat) is uit op ontwikkeling, daar zijn we op gebouwd. Mensen vanaf de geboorte gericht om problemen op te lossen, we spreken niet van problemen in thinking skills, we spreken van uitdagingen. Onze hersenen willen weten, combineren. Kennis is de optelsom van een denkproces. Zonder denken en denkstrategieën hebben we geen kennis. Bij thinking skills proberen we leerlingen vragen te laten stellen die we zelf nog niet gesteld hebben. We willen graag dat ze iets nieuws leren. Dit staat naast de vaste vaardigheden die ze moeten beheersen zoals lezen, schrijven en rekenen. Thinking skills is niet bedoeld voor deze lagere vaardigheden, maar we weten wel dat leren hiervan gemakkelijker wordt als er aandacht is voor het denken van de leerling. Conclusie: Leer leerlingen uitdagingen aan te gaan, leer ze nieuwe wegen vinden. De noodzaak hiervoor wordt ook groter want: We staan midden op een druk kruispunt; uit vier windrichtingen komen er spannende ontwikkelingen op je af als docent: Een ander type leerlinge Een andere toekomst om die leerling op voor te bereiden Nieuwe wetenschappelijke kennis over leren en het brein Nieuwe technologieën die het leren stimuleren en ondersteunen (zie boekje: nu leren voor morgen, 25 gesprekken over eigentijds onderwijs; E. mijland)
Start samenwerking Programma’s in Engeland Cognitive Acceleration through Science Education CASE project 1984 – 1987 Programma Let’s Think 2001 ‘Science en rekenen’ Programma Let’s think 2004 ‘Early years’ IJsselgroep koos voor samenwerking met: David Leat Anne de A’Echevarria & Ian Patience
Hoeveel hersencellen heeft een slak? Overleg met uw buurman/vrouw Kennis en denk vaardigheden worden eerder opgeslagen in het lange termijn geheugen. Voorbeeld kennis; dieren en leefomgeving laten lezen. Denkvaardigheid: voorbeeld classificeren en ordenen Mogelijk ook toepassing in transfer. Hoeveel hersencellen heeft een slak? Overleg met uw buurman/vrouw
Bespreek het nu nog eens met uw buurman/vrouw http://www.youtube.com/watch?v=RYfTupeiyDQ Opdracht: Hoeveel hersencellen heeft een slak en overleg dit met een ander. Het filmpje wordt bekeken en de vraag opnieuw gesteld? Het antwoord is: een slak heeft naar schatting 25 hersencellen Slakken hebben geen echte hersenen maar ganglionen, die vrij groot zijn en gemakkelijk aan te prikken en te manipuleren. Er is een gen dat de betrokken is bij de voortplanting. Een mens heeft naar schatting 100 miljoen (108) hersencellen, recente onderzoeken met nieuwe meettechnieken geven zelfs minder aan: 87 miljoen. Bespreek het nu nog eens met uw buurman/vrouw Een slak heeft 25 hersencellen (ganglionen) Mensen naar schatting 87 miljoen hersencellen
Verbindingen groeien & snoeien Vanaf 11 jaar bij meisjes en 12 jaar bij jongens maken de neuronen in het voorste deel van de hersenen duizenden nieuwe verbindingen. De neuronen die gebruikt worden versterken zich, de neuronen die niet gebruikt worden zullen weg geknipt worden en afsterven. Conclusie uit het onderzoek naar onze hersenen tonen in ieder geval 1 aspect aan: hersenen kennen plasticiteit, de hersenen passen zichzelf aan en intelligentie is te ontwikkelen. Hersenen maken verbindingen en die kunnen sterk zijn. Het weghalen van bestaande verbinden kost aanzienlijk meer tijd en oefening dan het aanleggen van nieuwe verbindingen. Het weghalen van verbindingen doen hersenen zelf. We verliezen capaciteiten en mogelijkheden als we het niet gebruiken. Een voorbeeld hiervan zijn klanken die we niet meer kunnen maken na onze 8e levensmaand. (Amerikaans onderzoek naar baby’s die ook Chinese klanken leerden tot de 8 maand en daarna wel (experimentele groep) en niet (controle groep), op 14e maand herkent de controlegroep de klanken niet meer.)
Vraag Wat hoopt u te zien bij uw leerlingen als ze uw school zullen verlaten? Waarmee moeten uw leerlingen toegerust zijn?
Wat hebben uw leerlingen nodig?
A Stelt goede vragen Honger naar kennis Neemt risico’s Zelfsturend Goed omgaan met anderen A Luistert en reflecteert Onafhankelijk S Maakt het verschil Ideeenrijk Doorzettings-vermogen Flexibel Nieuwsgierig Onderzoekend Communiceert goed Opdracht 1: De toekomst en nu Vraag: Wat moeten leerlingen ontwikkelen op jouw school voor de toekomst? Plenair inventariseren van enkele. Voorbeelden: Zelfvertrouwen Inspiratie Nieuwsgierigheid Strategisch denken Sociaal zijn Flexibel zijn Onafhankelijkheid Motivatie Vervolgvraag: ASK Maak verzamelingen wat een attitude is Maak verzamelingen wat een vaardigheid is Maak verzamelingen wat kennis is (Als deelnemers willen kunnen ze het overnemen in het werkboek) Reflectie: Zijn deze drie in balans? Zo nee, waarvan is er meer (Antwoord is waarschijnlijk attitudes) Vervolgopdracht: Het Stoplicht Markeer wat je al hebt groen Markeer wat je ten dele hebt oranje Markeer wat je niet hebt rood Bespreek n.a.v. deze opdracht met de docenten de mogelijkheid om dezelfde opdracht met hun leerlingen te doen. Toont initiatief Zelfvertrouwen Integer Lukt wel houding Creatief Denkt zelf Leert van fouten Kritisch 10
5 stappen in een denkles 5. Transfer 4. Metacognitie Leerlingen reflecteren 4. Metacognitie Leerlingen werken samen 3. Samen kennis construeren 2. Cognitieve uitdaging / conflict Start 1. Concrete voorbereiding Integratie 11 11
Emotionele Intelligentie, Gesprekken met leerlingen Assessment voor leren (balans opmaken) Denkvaardigheden THINKING for LEARNING Visie Coöperatief Leren Emotionele Intelligentie, Gesprekken met leerlingen Wat is thinking for learning ? (alles uit de wensenlijst van vorige opdracht). Het concept van thinking for learning bestaat uit vier onderdelen die onderling met elkaar samenhangen. Op de website wordt het volgende motto gehanteerd: the language of thinking is the language of freedom. Hiermee wordt aangegeven dat het een visie is op menszijn en mens worden en geen verzameling van werkvormen. De vier onderdelen van thinking for learning: Assesment for learning: Emotional intelligence: Thinking skills (infuses is onderdeel van gewone leren) Coöperative learning Samen maken van thinking for learning. Het gaat er om dat er werkvormen of structuren aan geleerd worden. Hier wordt gebruik gemaakt van de ideeën van Spencer Kagan. (http://www.kaganonline.com/KaganClub/index.html) 12 12
Manieren om te leren P R I C E rocessing information informatie zoeken en verzamelen sorteren en classificeren ordenen overeenkomsten en verschillen verband leggen tussen deel/geheel P rocessing information Denktool: ‘Odd one out’ R voor- en nadelen, redeneren analyseren en verbanden leggen beslissingen nemen oorzaak en gevolg easoning Denktool: ‘Opinion line’ I vragen stellen en problemen opzetten plannen uitkomsten en gevolgen voorspellen conclusies nagaan nquiring Denktool: ‘Mysterie’ C ideeën generen en ontwikkelen hypothese opstellen verbeelden reative thinking Denktool: ‘Scamper’ Presentatie: Taxonomie De vraag die we nu gaan proberen te beantwoorden is welke vaardigheden van denken zijn nu van belang om aan te leren. Benjamin Bloom heeft die proberen weer te geven in een model, een taxonomie. We starten eerst met de opdracht: Welke vragen kun je stellen over de gloeilamp? Vervolgens bekijken we het schema en komt de opdracht: Waar vallen jullie vragen onder? Denkvaardigheden Onderzoeken Plannen en bijhouden: vragen stellen; probeerantwoorden formuleren; definiëren en verhelderen; uitkomsten testen en evalueren; conclusies trekken Informatie genereren Ordenen van informatie; sorteren, classificeren, groeperen; vergelijken; verschillen en overeenkomsten Redeneren Voor- en nadelen formuleren; analyseren en aantonen van verbanden; beslissingen nemen; oorzaak en gevolg Creatief denken Generen van ideeën; voorspellen en hypotheses maken; oplossingen bedenken Evalueren Feiten van meningen onderscheiden; prioriteiten vaststellen, reflecteren op eigen denken en werk Dit schema is vervangen in het Engelse nationale curriculum door de volgende vaardigheden. Als kapstok wordt het woord Price gebruikt als een acrostichon. E valuating Denktool: ‘Target board’ criteria vaststellen en gebruiken oordelen
Opinion lines _____________________________________________ harmonie spanning
1 2 3
assimileren integreren emigreren Odd one out 3 33 333 Tot nu hebben we veel theorie gehad, we gaan nu zelf oefenen met een instrument dat uitnodigt om denkvaardigheden in te zetten. Het is belangrijk om te weten dat er daarmee niet één goed antwoord is. Odd one out 1e ronde ieder voor zich (ook niet uitwisselen) 2e ronde samen dit doen (in viertallen) 3e ronde in tweetallen dit uitvoeren (omstebeurten één noemen), deze weer uitwisselen met de andere twee. Mogelijkheden: Bananen en kiwi’s groeien aan een plant ook al spreken we over een bananenboom Sinaasappels groeien wel aan een boom. 33 en 333 zijn deelbaar door 11 3 niet 3 is het “enige” getal In 33 en 333 zit een paar Integreren je behoudt een deel van je eigen cultuur naast de cultuur waarin je leeft Assimileren: je gaat volledig op (al dan niet gedwongen) in de nieuwe cultuur Emigreren: je verlaat je eigen land en gaat wonen in een ander land, dit kan met behoud van paspoort Reflectiemogelijkheden: Wie vond dit aantrekkelijk om te doen? (Ga staan) Welke fase leverde het meeste op? Alleen, samen, tweetallen Welke vaardigheid heb je ingezet? Reflectie: Moeten leerlingen altijd leerstof van ons krijgen? Vragen voor de metacognitie: ( ASK: vragen over houding, kennis en vaardigheden) Wie beïnvloedde de uitkomst Wat was moeilijk in deze taak? Zou je de taak anders doen de volgende keer? Hoe zou het moeilijker of gemakkelijker worden? (Hier zou de verzwaring kunnen zijn: hoe kan de odd one out er toch bij komen? Vragen voor transfer: Wat zou er veranderen als in het leven niet kan redeneren? waar zou je dan het meest onthand zijn?
11 factoren die het leren beïnvloeden Marzano’s model geeft beïnvloedbare factoren aan met effect op leerresulaat Er zijn drie gebieden van invloed (school/leerkracht/leerling) Die drie lagen geven veel informatie/factoren 11 factoren die het leren beïnvloeden per factor: welke zaken bewezen invloed hebben vervolgens beschrijft hij hoe hiermee gewerkt moet worden om daadwerkelijk effect te hebben (verwijzen naar literatuur) Dat is wat werkt! En dat is wat een school sterk of zwak maakt
Prestatiebox PO: € 75,94 per leerling VO: € 110,26 per leerling Excellentie VWO bovenbouw: € 66,00 per leerling School aan Zet het beste uit allen alles uit het beste
Verbluffende resultaten EPPI-onderzoek Baumfield 2005 Leerlingen leren beter en sneller, excellente leerlingen, maar ook – en met name – zwakke leerlingen Leerlingen leren met meer plezier en betrokkenheid Leerlingen nemen zelf de verantwoordelijkheid voor hun leren Schooluitval vermindert door toegenomen motivatie Sociale en affectieve ontwikkeling van leerlingen versnelt Docenten werken met meer plezier in een nieuwe, even cruciale rol
3 dingen die ik geleerd heb Evaluatie 1 ding dat ik al wist 2 vragen die ik nog heb 3 dingen die ik geleerd heb