Meneertje Blij en Somber
Dit is meneertje Blij. Hij woont achter de hoge heuvels in de groene vallei, in een klein wit huisje met een mooi rood dak. Meneertje Blij is altijd vrolijk, van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat lacht hij en maakt hij plezier. Luister maar …
Meneertje blij groet elke dag de dingen rondom zich Meneertje blij groet elke dag de dingen rondom zich. De zon die hoog aan de hemel staat, de bloemen in het gras en zelf het wormpje krijgt een vriendelijke lach
Op een dag wandelt meneertje blij door de vallei en komt bij een bos Op een dag wandelt meneertje blij door de vallei en komt bij een bos. Een donker bos, met heel veel bomen. Hier is meneertje Blij nog nooit geweest. ‘Zou er hier iemand wonen, zou ik een kijkje durven nemen…het is wel wat eng..zou ik het doen…ja, ik doe het heel voorzichtig.’
Hé, kijk daar een dikke boom met een deurtje Hé, kijk daar een dikke boom met een deurtje. Dat is vreemd, zou er iemand thuis zijn? Meneertje blij klopt voorzichtig op de deur…Niemand te horen…misschien moet ik nog eens proberen…
Meneertje blij doet de deur open, Het is stil, in het midden van de boom ziet hij iemand zitten, het is meneertje Somber. Wat kijkt die verdrietig en somber. Meneertje blij hoort hem alleen maar zuchten…
He, meneertje somber wat is er met jou, kan je niet wat vrolijker zijn He, meneertje somber wat is er met jou, kan je niet wat vrolijker zijn? ‘neen’, zegt meneertje somber. Waarom moet ik vrolijk zijn, ik ben hier toch altijd alleen, er is hier niks te beleven, het is hier koud en donker, en niemand om mee te spelen…
Kom meneertje Somber, dan wordt het tijd om hier weg te gaan Kom meneertje Somber, dan wordt het tijd om hier weg te gaan. Kom mee met mij naar de groene vallei, daar schijnt alle dagen de zon en is het plezant wonen. Daar kunnen we samen spelen en vriendjes worden… kom we gaan…
Ze wandelen samen door het donkere bos en na een tijdje komen ze aan in de groen vallei. Meneertje Somber staat stil. Hij voelt iets raars in zijn buik…Hé, wat een vreemd gevoel is dat, mijn buikje kriebelt en ik wordt vrolijk. De zon maakt mij warm en vrolijk van binnen. Ik ben niet meer somber…
Meneertje blij heeft meneertje Somber gelukkig gemaakt Meneertje blij heeft meneertje Somber gelukkig gemaakt. Samen maken ze plezier, ze lachen en rollen in het gras van plezier. en vanaf die dag wonen er twee meneertjes in de groene vallei in het witte huisje met het rode dak…