Inkomen les 10 Zelftest Inzichtvragen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Rekenwerk Alle mogelijkheden die je tegenkomt.
Advertisements

G E L D.
Hoofdstuk 2 Inkomen en inflatie
Marketing 1.2 de consument 19 november 2012.
Inkomen les 17 Begrippen & 81 t/ 84
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
stijging van het algemeen prijspeil
Inkomen les t/m Begrippen Duurzame ontwikkeling In behoeften van mensen voorzien op een manier, die ook goed is voor toekomstige generaties.
In het jaar 2007 kon je dit kopen voor €100: In het jaar 2012 kon je dit kopen voor €100: Koopkracht = Het geld wordt minder waard.
Inkomen Begrippen 1 t/m 5 Werkboek blz 5
WISKUNDIGE FORMULES.
Inkomen verdienen.
Elke 7 seconden een nieuw getal
Management & Organisatie Lesbrief: Welvaart VWO 4 Les 11 – Indexcijfers deel 2 Datum: 23 september 2010 Docent: Henk Douna.
Wat levert de tweede pensioenpijler op voor het personeelslid? 1 Enkele simulaties op basis van de weddeschaal B1-B3.
Een overzicht van de mogelijkheden
 (het is niet zo moeilijk…)
Inflatie oftewel stijging van het algemeen prijspeil
In dit vakje zie je hoeveel je moet betalen. Uit de volgende drie vakjes kan je dan kiezen. Er is er telkens maar eentje juist. Ken je het juiste antwoord,
Werken aan Intergenerationele Samenwerking en Expertise.
Inkomen les 20 Begrippen & opgave 100 t/m Begrippen Collectieve lasten Geheel van belastingen en sociale premies.
Inkomen les t/m 75 plus Zelftest Kennisvragen.
Inkomen les 14 Begrippen & 65 t/m Begrippen Primaire sector Bedrijven die zaken aan de natuur onttrekken (landbouw, jacht, bosbouw, visserij)
Inkomen les 16 Inzichtvraag & 77 t/m 80
Inkomen les 18 Begrippen & 85 t/m Begrippen Collectieve regelingen Regelingen die gelden voor alle mensen van een bepaalde groep.
Inkomen les 19 Begrippen & 92 t/m 99
Inkomen les 8 37 t/m 46.
Inkomen les t/m Begrippen Welvaart de mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien.
Inkomen les 7 27 t/m 37.
Inkomen Begrippen + 6 t/m 10 Werkboek 6. 2 Begrippen Arbeidsverdeling Verdeling van het werk in een land.
Les 4 Inzichtvragen 1 t/m 3 WERKBOEK blz 15 en 16.
Inkomen les 19a Begrippen & 95 t/m Begrippen AKW Algemene Kinderbijslagwet: wet die regelt dat mensen met kinderen tot 18 jaar een uitkering krijgen.
Inkomen 21 Begrippen H6. 2 Begrippen Directe belastingen Belastingen die rechtstreeks aan de overheid moeten worden betaald.
1 © GfK 2012 | Supermarktkengetallen | GFK SUPERMARKTKENGETALLEN ‘Hoe ontwikkelt het aantal kassabonnen zich?’ ‘Wat is de omzet van de supermarkten.
HAVO 4: Jong & Oud Hoofdstuk 2: De jeugd
Hoofdstuk 5: Het huishouden
Havo 4: De arbeidsmarkt Hoofdstuk 4: Loonvorming in de praktijk
PLAYBOY Kalender 2006 Dit is wat mannen boeit!.
Prijsindexcijfer Klik om verder te gaan. Hoe gebruik je deze uitleg? Je kunt in deze presentatie ‘bladeren’ door de pijltjestoetsen te gebruiken. Vooruit.
Pietje heeft op 1 januari 2008 een bedrag van € 400 op een spaarrekening gezet. De rente is 3,5%. Hij laat de rente op de rekening staan. Op 1 januari.
ZijActief Koningslust 10 jaar Truusje Trap
ECHT ONGELOOFLIJK. Lees alle getallen. langzaam en rij voor rij
Economie Paragraaf
Nominaal versus reëel inkomen
De financiële functie: Integrale bedrijfsanalyse©
Algemene Ondernemersvaardigheden
1 Zie ook identiteit.pdf willen denkenvoelen 5 Zie ook identiteit.pdf.
Herhaling Hoofdstuk 1.
§1.4 Waar kies je voor? In deze PowerPoint-presentatie leer je over:
1 Week /03/ is gestart in mineur De voorspellingen van alle groten der aarden dat de beurzen zouden stijgen is omgekeerd uitgedraaid.
ZijActief Koningslust
Aantekeningen Hoofdstuk 1
 Hier worden leningen of kredieten verstrekt 2 deelmarkten: Geldmarkt: Kortlopende kredieten (1 a 2 jr) Kapitaalmarkt: Langlopende kredieten (langer.
Antwoorden oefenvragen stencil 2 2 Brutoloon € 2600 Inkomensafhankelijke bijdrage zvw€ 100 – Loonheffing€ 500 – Werknemersdeel werknemersverzekeringen.
Vraag en Aanbod van financiële middelen & nominale en reële rente
Welkom havo 4..
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
Economische groei Hfst 20 Hfst 26.
Welkom 4 Havo..
Welkom 4 Havo..
Economisch bekeken Mavo 4
Geld en geldschepping.
Maatschappelijke geldhoeveelheid
Inflatie en koopkracht
Maatschappelijke geldhoeveelheid
Transcript van de presentatie:

Inkomen les 10 Zelftest Inzichtvragen

Begrippen primaire banken Banken die geld kunnen scheppen

Begrippen secundaire banken Banken die alleen geld uit kunnen zetten, die spaarders bij hen vastzetten

Begrippen centrale bank Bank die toezicht houdt op andere banken

Begrippen DNB Centrale bank van Nederland

Begrippen ECB Centrale bank van de landen van in de Eurozone

Begrippen circulatiebank bank die munten en bankbiljetten in omloop brengt

Begrippen geldhoeveelheid totaal van giraal en chartaal geld

Inzichtvraag 1a CPI 1985 (30x110 + 25x110 + 10x105 + 10x120 + 25x96) : 100 = 107

Inzichtvraag 1b 1985: 107 1986: 108,5 stijging dus : 1,5 100% ? ? = 108,5 x 100 : 107 =101,40% stijging 1,4%

Inzichtvraag 1c doen we niet

Kennisvraag 1d stijging reeel: 5,5% stijging prijspeil: 1,4% stijging nominaal inkomen RIC = NIC / PIC x 100 105,5 = NIC / 101,4 x 100 105,5 x 101,4 : 100 = NIC NIC = 106,98 dus NIC stijgt met 6,98%

Inzichtvraag 2a CPI 1995: 100 CPI 1999: 103,9 Dus prijzen zijn sinds 1995 met 3,9% gestegen

Inzichtvraag 2b Waarom wegingsfactoren? Je geeft niet aan elke categorie even veel geld uit

Inzichtvraag 2c Hoe komt CBS aan wegingsfactoren? Ze doet budgetonderzoek

Inzichtvraag 2d 1998: 100% 1999: 102,4% (2,4% erbij) indexcijfer 1999: 103,9 1998 100% 102,4% 1999 ? 103,9 ? = 103,9 x 100 : 102,4 = 101,46

Kennisvraag 2e stijging nominaal: 10% indexcijfer prijspeil: 103,9 stijging reeel inkomen RIC = NIC / PIC x 100 RIC = 110 / 103,9 x 100 RIC = 105,87 dus RIC stijgt met 5,87%

Inzichtvraag 3 Behandel ik niet

Inzichtvraag 4a In welk jaar zijn prijzen in Duitsland gedaald? 1986

Inzichtvraag 4b 1985: 100 1986: -1% 1987: + 0,5% dus 1986: 100 x 0,99 = 99,000 dus 1987: 99 x 1,015%= 99,495

Inzichtvraag 4c Als in Duitsland inflatie aanwakkert, dan in NL ook! Nederlanders kopen veel Duitse producten, dit is… importinflatie

Inzichtvraag 4d Hoe zorgt de overheid voor bestedingsinflatie Als overheid veel koopt, dan wordt vraag naar prod hoger dan stijgen prijzen = inflatie

Inzichtvraag 4e Twee andere manieren hoe overheid inflatie veroorzaakt verhoging prijzen overheidsdiensten (paspoort) verhoging btw, accijnsen, invoerheffingen

Inzichtvraag 4f Leg uit: mensen met schulden hebben voordeel aan inflatie De nominale waarde van de schuld blijft gelijk, terwijl reeele waarde daalt (ric = nic / pic…)

Huiswerk: LET OP Opdrachten 47 t/m 55 (48a aub niet)