Maarten van der Linde / september 2013 Geschiedenis van het sociaal werk College 1 Motieven voor sociaal werk Samenstelling: Maarten van der Linde / september 2013 College 1 Gesch. Sociaal Werk: Motieven
College 1 Gesch. Sociaal Werk: Motieven Beginvraag: Waarom zou een samenleving zich bekommeren om kwetsbare groepen? College 1 Gesch. Sociaal Werk: Motieven
Op deze vraag zijn en worden verschillende antwoorden gegeven Vanuit een godsdienstige overtuiging: mededogen en rechtvaardigheid. Vanuit opvattingen over de goede mens. Vanuit het eigenbelang van de gemeenschap. Vanuit angst voor opstand. Vanuit schuldgevoel. Vanuit prestige. En er zijn nog meer motieven! College 1 Gesch. Sociaal Werk: Motieven
College 1 Gesch. Sociaal Werk: Motieven Hulp en zorg als godsdienstige opdracht. Kernbegrippen in de joodse traditie Tsedaka: rechtvaardigheid Chesed: barmhartigheid College 1 Gesch. Sociaal Werk: Motieven
2. Hulp en zorg als godsdienstige opdracht: Kernbegrippen in de christelijke traditie: Barmhartigheid Naastenliefde Ken je het verhaal van de barmhartige Samaritaan? College 1 Gesch. Sociaal Werk: Motieven
College 1 Gesch. Sociaal Werk: Motieven 3. Hulp en zorg als godsdienstige opdracht: Kernbegrippen in de Islamitische traditie Zakat (Giften aan de armen) Maslaha (Je inzetten voor de gemeenschap) College 1 Gesch. Sociaal Werk: Motieven
College 1 Gesch. Sociaal Werk: Motieven 4. Griekse en Romeinse oudheid: deugden: wat is een goede mens? Kernbegrippen zijn: Philantropia: menslievendheid Humanitas: menselijkheid College 1 Gesch. Sociaal Werk: Motieven
College 1 Gesch. Sociaal Werk: Motieven 5. Eigen belang van de gemeenschap: Bijstand verlenen ter bescherming van de openbare orde (wie geen eten heeft, gaat stelen) College 1 Gesch. Sociaal Werk: Motieven
College 1 Gesch. Sociaal Werk: Motieven 6. Om de arbeidsmarkt op peil te houden – is het nodig mensen zonder werk in leven te houden – dan kunnen ze gezond en wel aan de slag als er weer werk is. College 1 Gesch. Sociaal Werk: Motieven
College 1 Gesch. Sociaal Werk: Motieven 7. Eigen belang van de gemeenschap: Bijstand verlenen uit angst voor opstand (als de rijken rijker worden en de armen armer, komt het volk in opstand) Oproer op de Dam, 1848 College 1 Gesch. Sociaal Werk: Motieven
8. Bijstand verlenen vanuit een sociale mentaliteit, gecombineerd met prestige: Bijvoorbeeld stichters van hofjes waar ouderen gratis konden wonen. Op de poort naar het hofje wordt de gulle gever genoemd. College 1 Gesch. Sociaal Werk: Motieven
College 1 Gesch. Sociaal Werk: Motieven 9. Actief worden uit schuldgevoel omdat de elite de onderste bevolkingsgroep in de steek heeft gelaten. Arnold Toynbee: vrijwilligerswerk in de Londense achterbuurten College 1 Gesch. Sociaal Werk: Motieven
College 1 Gesch. Sociaal Werk: Motieven 10. Sociaal actief worden omdat het past bij je emancipatieproces en zelfontplooiing en omdat je dat ook aan anderen gunt. Bijv. Johanna ter Meulen die vanaf 1895 in de Jordaan de huisvesting gaat verbeteren en gezinnen ondersteunen. College 1 Gesch. Sociaal Werk: Motieven
werkkring die bij mij past: 11. Ik zoek een Vanaf 1899 begint heel voorzichtig de professio- nalisering School voor Maatschappelijk Werk Amsterdam, 1908 College 1 Gesch. Sociaal Werk: Motieven
College 1 Gesch. Sociaal Werk: Motieven Clusters van motieven angst voor opstand arbeidsmarkt op peil houden openbare orde zakat filantropia humanitas menselijkheid maslaha barmhartigheid tsedaka plaatsje in het paradijs naastenliefde werkkring schuld- gevoel prestige zelfontplooiing emancipatie College 1 Gesch. Sociaal Werk: Motieven
College 1 Gesch. Sociaal Werk: Motieven Einde van college 1 College 1 Gesch. Sociaal Werk: Motieven