Nadruk op de lokale samenleving cf. Collectivistische visies activering Nadruk op meer directe democratie (Her)opbouw civiele samenleving Responsabilisering individu voor gemeenschap Decentralisatiebeweging Grotere nadruk op “lokale samenleving”
Wat is de “lokale samenleving”? “Lokaal” : territoriaal afgebakende gemeenschap Vaak gezien in termen van buurt, wijk Buurt = Gebied waarin gewoond wordt, dat gebruikt en beleefd wordt en dat Een bepaalde economische waarde vertegenwoordigt Een kader vormt voor planning en bestuur in hoofde van de overheid en voor belangenbehartiging in hoofde van bewoners Een bepaalde plaats heeft in een groter ruimtelijk geheel en verbonden is met andere buurten in dat geheel
Buurt = integratiekader? Kesteloot et al. : Drie integratiekaders: markt, herverdeling, wederkerigheid Buurt= onderdeel “wederkerigheid” Chicagoschool Homogene buurt als basis gemeenschap
Buurt = integratiekader? Netwerkbenadering: Mensen maken op een verschillende manier gebruik van de buurt ”Gemeenschap” moet niet gezocht worden in ruimtelijke afbakening, maar in persoonlijke netwerken die mensen ontwikkelen In hoeverre bouwen mensen binnen een bepaalde territorium een persoonlijk netwerk uit? Typering persoonlijke netwerken op basis van interactionele kenmerken
Typering persoonlijke netwerken Segregatie = diversiteit actieve, domeinspecifieke relaties, met concentratie in domein arbeid / studie buurtrelaties zijn vooral functioneel Cf. vaak voorkomend patroon bij hoogopgeleiden, sociale stijgers, … Inkapseling = klein aantal, weinig domeinspecifieke relaties met hoge contactfrequentie intensieve buurtrelaties wanneer buurschap domein recreatie, huishouden en/of verwantschap overlapt Cf. informele netwerken ontwikkeld binnen mensen van eenzelfde leeftijd, met gezamenlijke interesses en waarden
Typering persoonlijke netwerken Isolatie = klein aantal, erg gespecialiseerde en weinig frequente contacten mensen wonen in de buurt, maar hebben weinig significante relaties met anderen Cf. vaak voorkomende patronen bij mensen in armoedesituaties, mensen afhankelijk van een uitkering, … Integratie = vrij uitgebreid netwerk, met veel potentiële hulpbronnen, contact op basis van interesses contact met buren voor een praatje, om een handje toe te steken Cf. vaak voorkomend “doorsneepatroon”
Netwerkbenadering Buurt verschillende betekenis naargelang kenmerken persoonlijk netwerk buurtperspectief enkel te kennen vanuit betekenisgeving mensen Blokland-Potter: onderscheid buurtrelaties in vier ideaaltypische relaties: 1. Interdependentie = op grote schaal functionele relaties, bv. leverancier die brood bezorgt in buurtwinkel 2. Transacties = instrumenteel-doelrationele relaties, bv. winkel met klanten 3. Verbindingen = sociale, waardenrationele relaties, bv. vrijwilliger in verenigingsleven 4. Banden = affectief georiënteerde sociale relaties, bv. familie, vrienden
Blokland-Potter Burenrelaties bestaan overal waar mensen dicht bij elkaar wonen; minimaal interdepentie Vraag welk soort relaties meest bijdraagt tot vormen van “gemeenschap” (imagined community) moet mede gezien worden in relatie tot Mate van intimiteit t.o.v. anonimiteit Nl. mate waarop men controle kan uitoefenen over de informatie die men van zichzelf aan anderen verschaft Mate van publieke familiariteit Nl. mate waarin ruimte waarin relaties zich bevinden voor iedereen vrij toegankelijk is
Blokland-Potter Vraag relatie buurt-gemeenschap aandacht weerslag maatschappelijke veranderingen op aard van relaties in buurten en wijken Cf. technologische vernieuwingen, individualisering, stadsontwikkeling, … Consequenties naar samenlevingsopbouw: Aandacht voor heterogeniteit binnen wijken (cf. risico sociale verdringing !) Aandacht voor hoe mensen op diverse wijzen gebruik maken van publieke ruimte Van aandacht voor “binding met gemeenschap” naar tegelijk aandacht voor “omgaan met diversiteit”
Nadruk op lokale samenleving als beleidsconcept = Keuze benadering sociale problemen vanuit territoriaal perspectief Voordelen: Zichtbaar worden, en vatbaar voor interventie, van territoriale probleemconcentraties Voorwaarde: kadering in ruimer sociaal beleid Beter inzicht in samenhang tussen problemen geïntegreerde aanpak mogelijk
Begrenzingen territoriale aanpak Cf. noodzakelijke voorwaarden Verwachtingen naar territoriale niveau niet altijd in overeenstemming met feitelijke mogelijkheden Vereiste conceptuele duidelijkheid, cf. discussies “integraal” en “inclusief” beleid
Discussie “integraal” / “inclusief” beleid verwarrend gebruik begrippen omwille van onvoldoende onderscheid tussen Welzijnsbeleid en welzijnszorgbeleid Instituties en voorzieningen Residuele benadering sociaal beleid Welzijnszorg = “bijzonder” beleid Structurele benadering sociaal beleid Welzijnszorg = intrinsiek deel verzorgingsarrangementen
Discussie “integraal” / “inclusief” beleid exemplarisch voor ruimer debat verzorgingsstaat: zoeken naar nieuwe verhouding individu - samenleving nadruk op “lokale” te kaderen in Debat over sociale politiek: activeringsdebat Debat over bestuurlijke vernieuwing verhouding tussen beide? Cf. responsabilisering vooral gericht op diegenen die aangewezen zijn op verzorgingstussenkomsten vragen bij lokale niveau als interventieniveau
Lokale niveau als interventieniveau? Territoriale perspectief gaat voorbij aan inzicht dat probleemconcentraties in bepaalde wijken verbonden zijn met ruimere interactiemechanismen in samenleving Cf. sociale kaart als historisch construct Vb. mensen zijn niet werkloos omdat ze in die wijk wonen, maar wonen in die wijk omdat ze werkloos zijn Territoriale perspectief gaat voorbij aan inzichten dat mensen buurt verschillend beleven Cf. verschillende plaats buurt in persoonlijke netwerken risico versterking tegenstellingen Territoriale perspectief gaat vaak uit van negatieve kijk op de wijk, wat risico inhoudt tot verdergaande marginalisering Cf. stigmatisering “probleemwijken” en/of oplossing wijkprobleem voorbijgaand aan oplossing problemen mensen die er wonen risico onzichtbaar worden problemen
Nadruk op lokale niveau als interventieniveau Nood aan duidelijke criteria In relatie tot sociaal beleid In relatie tot cultureel beleid Ingebed in ruimer sociaal beleid? Perspectief op volwaardige deelname aan samenleving, inclusief mogelijkheden individuele ontplooiing? Komen beoogde interventies eenieder die in dezelfde situatie verkeert aanspreken en is hiervoor voldoende omkadering aanwezig ? Noodzaak aansluiting samenlevingsopbouw op bredere stromingen in de samenleving