Chapter Five 1 A PowerPoint  Tutorial to Accompany macroeconomics, 5th ed. N. Gregory Mankiw Mannig J. Simidian ® CHAPTER FIVE The Open Economy.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hoofdstuk 5: Arbeidsmarkt in de EU
Advertisements

De externe waarde van de munt
SIER-spel Doelen: Leren hoe in een markteconomie de verbanden kunnen liggen tussen een aantal kern-concepten uit de algemene economie; Leren dat het moeilijk.
Handel en marketing hoofdstuk 9
Anti-cyclisch begrotingsbeleid en John Maynard Keynes
Havo 4: De arbeidsmarkt Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op
Nationale rekening DEEL 1 Productie meten.
VWO 4: Markten-1 Hoofdstuk 4: De Werkloosheid
Nationale grootheden Klik om verder te gaan.
Protectionisme versus Internationale samenwerking
Havo 5 Economie De Nederlandse Economie H4 “Het Handelsspel”
Overheid beleid.
stijging van het algemeen prijspeil
Vraag en aanbod H1. Vraag van de consument Over het algemeen geldt dat consumenten minder gaan kopen van een product als de prijs hoger wordt. Er bestaat.
De betalingsbalans Wat is er van af te lezen?.
Chapter Six1 A PowerPoint  Tutorial to Accompany macroeconomics, 5th ed. N. Gregory Mankiw Mannig J. Simidian ® CHAPTER SIX Unemployment.
Keynesiaans model J. Zonjee.
De betalingsbalans.
Europese samenwerking
Internationale handel
Economie Toegelicht-Hoofdstuk 2
Inkomen Begrippen 1 t/m 5 Werkboek blz 5
VWO 5: Modellen Hoofdstuk 1: Crisis
Het prijs- of marktmechanisme I
Modellen VWO 6.
Welvaart Hoofdstuk 2.
Internationale handel. Wisselkoersen Internationale handel Wisselkoersen Meer handel.
Inflatie oftewel stijging van het algemeen prijspeil
Betalingsbalanspolitiek
Goederen- en Financiële Markt: IS-LM Model
Sparen, Kapitaalaccumulatie, en Productie - De Lange Termijn
Werken aan Intergenerationele Samenwerking en Expertise.
Inkomen les t/m Begrippen Welvaart de mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien.
Inkomen les 7 27 t/m 37.
Inkomen Begrippen + 6 t/m 10 Werkboek 6. 2 Begrippen Arbeidsverdeling Verdeling van het werk in een land.
Hoofdstuk 2: Wisselkoersen
Hfst 5: De open economie met overheid
Staat van middelen en bestedingen
Stimulerende monetaire politiek
Goede tijden, slechte tijden
Economische kringloop
W i s s e l k o e r s Wisselkoersen
Chapter Eight1 A PowerPoint  Tutorial to Accompany macroeconomics, 5th ed. N. Gregory Mankiw Mannig J. Simidian ® CHAPTER EIGHT Economic Growth II.
De financiële functie: Integrale bedrijfsanalyse©
Investeringen Klik om verder te gaan. Hoe gebruik je deze uitleg? Je kunt in deze presentatie ‘bladeren’ door de pijltjestoetsen te gebruiken. Vooruit.
1 Michiel Verbeek November 2014 Waarom gaat de economie niet een beetje beter?
1 DE ADVIEZEN VAN BEURSMAKELAAR BERNARD BUSSCHAERT Week Us$ stijgt en de VS markten en grondstoffen markten+ obligatie markten storten ineen.
8.1 Waarom handel met het buitenland?
Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria.
8.3 Hoe is de welvaart verdeeld?
Antwoorden mobieltje- uit lagelonenlanden dus goedkoper.
De economische kringloop
PW Wisselkoersen Vraag 1: De uitvoer van Zwitserland naar de EU steeg, maar minder snel dan de invoer uit de EU-landen (= de uitvoer van de EU naar Zwitserland.
Veronderstel dat de eigen munt deprecieert / daalt ten opzichte van een belangrijke vreemde munt (bv. USD) Prijs van de geëxporteerde goederen daalt Prijs.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen.
Dollar en Nederlandse economie CPB jan 2007 Betalingsbalansen wereldwijd, de dollar en de Nederlandse economie Klankbordsessie ter voorbereiding.
D E INVLOED VAN DE INTERNATIONALE HANDEL OP HET BBP.
NEDERLAND HANDELSLAND
Lesbrief Verdienen en Uitgeven
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen
H4 Wisselkoers en betalingsbalans
International Economics
International Economics
Verdienen en Uitgeven Hoofdstuk 2.
H6 laatste deel Salvatore: International Economics, 10th Edition © 2010 John Wiley & Sons, Inc.
mankiw's macroeconomics modules
Economische groei Hfst 20 Hfst 26.
De nationale rekeningen
Internationale handel en wisselkoers
16. Betalingsbalans en wisselkoers
Transcript van de presentatie:

Chapter Five 1 A PowerPoint  Tutorial to Accompany macroeconomics, 5th ed. N. Gregory Mankiw Mannig J. Simidian ® CHAPTER FIVE The Open Economy

Chapter Five 2 GROEI WERELDHANDEL: (fig: 5-1 en 5-2) Oorzaken: -Technische vooruitgang op vervoersgebied -Technische vooruitgang waardoor goederen lichter zijn geworden -Handelspolitiek

Chapter Five 3

4 Overheidsbesteding Y = C + I + G + NX Totale vraag naar binnenlandse output Totale vraag naar binnenlandse output Consumptie Investeringen Saldo lopende rekening Saldo lopende rekening

Chapter Five 5 Y = C + I + G + NX Dit kan worden herschreven als: NX = Y - (C + I + G) Saldo LR Productie Binnenlandse bestedingen Binnenlandse bestedingen

Chapter Five 6 Y=C+I+G+NX. Y-C-G = I+NX. S=I+NX.  S-I=NX. Het verschil tussen de nationale besparingen en de investeringen moet dus gelijk zijn aan de S-I=NX Saldo goederen en diensten Im- en exporten Nationaal spaarsaldo (net capital outflow)

Chapter Five 7 S-I=NX. S = Partic. besparing(Sp)+ (T – G) (overheidssaldo). Dus er staat het volgende: Sp + (T-G) – I = NX Oftewel: (Sp – I) + (T - G) = NX Ter verduidelijking: Als S-I en NX positief zijn, dan hebben we een handelsoverschot. Als S-I en NX negatief zijn, dan hebben we een handelstekort. We lenen dan netto van de rest van de wereld

Chapter Five 8 Saldi van de handelsbalans:

Chapter Five 9 C = C (Y-T) I = I (r) Y = Y = F(K,L) NX = (Y-C-G) – I oftewel NX = S - I output Y wordt bepaald door hoeveelheid Productiefactoren en stand van techniek Consumptie is positief gerelateerd aan besteedbaar inkomen: (Y-T). Investeringen zijn negatief gerelateerd aan de reële rente. Bij een kleine open economie wordt de reële rente gelijk aan de wereld markt reële rente: r*. Besparingen worden niet bepaald door de rente, de investeringen wel: NX = (Y-C(Y-T) - G) - I (r*) NX = S - I (r*)

Chapter Five 10 S I(r) Investment, Saving, I, S Reële rente, r* r gesloten r* NX In een gesloten economie open economie, r* = wereldrente. Het verschil tussen besparingen en investeringen bepalen het saldo op de handelsbalans. r* > r gesloten dan een surplus op de handelsbalans en andersom

Chapter Five 11

Chapter Five 12 S I(r) Investment, Saving, I, S Real interest rate, r* r* S'S' Overheidstekorten: NX Nationale besparingen dalen: Tekorten op de handelsbalans NX = (Y-C(Y-T) - G) - I (r*) NX = S - I (r*)

Chapter Five 13 S I(r) Investment, Saving, I, S Real interest rate, r* r1*r1* Invloed van een groot land op een klein land. Groot land krijgt tekorten: Rente van r 1 * to r 2 *. NX Investeringen dalen in kleine open economie, veroorzaakt een overschot where S > I. r2*r2*

Chapter Five 14 Stel men wil bij dezelfde rentestand meer investeren. NX I>S  leidt tot tekort op handelsbalans S I(r) 1 Investment, Saving, I, S Real interest rate, r* r1*r1* I(r) 2

Chapter Five 15 Wisselkoers De wisselkoers wordt bepaald door vraag en aanbod van munt. De vraag naar de munt bestaat uit exporten van goederen en diensten, inkomens vanuit het buitenland en inkomende kapitaalinstroom Het aanbod van de munt bestaat uit importen van goederen en diensten, inkomens naar het buitenland en uitgaande kapitaalinstroom

Chapter Five 16 - Relatieve prijs van de munten van 2 landen - e -relatieve prijs van goederen tussen 2 landen - Ook wel: ruilvoet (terms of trade) - 

Chapter Five 17 B e1e1 e D$D$ A e0e0 S$S$ $ Stel de vraag naar Amerikaans producten stijgt. D $

Chapter Five 18 De reële wisselkoers is de relatieve prijs van goederen in twee verschillende landen  

Chapter Five 19 Reële Wisselkoers = (120 yen/dollar)  (10,000 dollars/American car) (2,400,000 yen/Japanese Car) = 0.5 Japanse auto Amerikaanse auto Oftewel Reële wisselkoers = Nominale wisselkoers  Prijs van eigen goederen (in eigen val.) Prijs buitenlandse goederen (in buitenlandse val.) Je komt dit ook wel tegen als ruilvoet (bv. Europa): Prijs exportgoederen (in €) Prijs importgoederen (in €) Reële wisselkoersen

Chapter Five 20 NX(  ) Net Exports, NX Real exchange rate,  0 S-I Er is een negatief verband tussen de reële wisselkoers en het saldo op de handelsbalans. Een stijging van de reele wisselkoers betekent Dat exportgoederen sneller duurder worden dan importgoederen  de munt raakt Overgewaardeerd. I  Afh van wereld-rente S  afh van Y en fiscaal beleid

Chapter Five 21 NX(  ) Net Exports, NX Real exchange rate,  NX 1 S 1 -I Tekorten van de overheid zorgen voor stijging reële wisselkoers. (Nationale besparingen dalen) S 2 -I NX 2 22 11