MARTEN TOONDER 1912 – 2005
OLIVIER B. BOMMEL Heer van Stand: 177 verhalen (1941 - 1986)
BOMMELSTEIN
DE KLEINE CLUB SOCIËTEIT VAN ROMMELDAM
Heer Bommel was een graag geziene gast Heer Bommel was een graag geziene gast. Niemand gaf zoveel rondjes weg als hij en zijn verhalen waren de sterkste, die men in tijden had gehoord.
HET BESTUUR Heer Bommel wordt geschorst als lid wegens: ‘Aanstootgevend gebrek aan sociale bewogenheid, werpen van afwaswater op de privé-rozen van een edelman en het bezit van een tuinkabouter.’
O. Fanth Mzn. + Dirk Dickerdack In de discrete nabijheid van de bediende Glastiller voerden de hoofdredacteur van de Rommeldamse Courant en de burgemeester hun zorgelijk gesprek.
J. (Gramt) Grootgrut, handelaar in comestibles en fijne kruidenierswaren ‘Welja, havermout en koffie! Hoe denkt u die te betalen, meneer Bommel? Houdt u mij ten goede, maar de middenstand moet ook leven!’
Drs. Okke Zielknijper, psycholoog + Bulle Bas, commissaris van politie ‘Daar is niets vreemds aan. Ik zie dat zo dikwijls in mijn praktijk, dat mijn sanatorium tot de nok gevuld is. Maar gaat u verder.’
Dorknoper, ambtenaar eerste klasse Op zijn kantoor in Rommeldam zat de ambtenaar eerste klasse die middag beleefdheden uit een ambtelijk schrijven te verwijderen
Amos W. Steinhacker, bovenbaas ‘Sta daar niet te kwezelen Amos W. Steinhacker, bovenbaas ‘Sta daar niet te kwezelen. Met gesnotter kunnen we geen zaken doen. En noem me geen meneer. Ik ben geen minvermogende, Steenbreek!’
Prof. Dr. Joachim Sickbock, wetenschapper ‘U bent geen psychiater Prof. Dr. Joachim Sickbock, wetenschapper ‘U bent geen psychiater.’, riep drs. Zielknijper uit. ‘Nee’, gaf professor Sickbock toe. ‘Ik beoefen de wetenschap.’
Terpen Tijn, meesterschilder Met grote vegen bewoog hij zijn boender over het canvas; eerst van boven naar beneden en daarop van links naar rechts, zoals dat hoort.
Ritselbol, kandidaat-notaris ‘Het overlijden van uw oudtante Elizabet Ritselbol, kandidaat-notaris ‘Het overlijden van uw oudtante Elizabet. Een hele schok. Ja, ja, zoiets laat een hele leegte na. Maar gelukkig is er een lichtpuntje, dat u moed zal geven.’
Leemzeulder, aannemer ‘Het is niet zo best, heer Leemzeulder, aannemer ‘Het is niet zo best, heer. De cement in je schraagzuilen is verzand en de gestapelde keien in de muren zijn gaan zwerven.’
Kornelisz Zwadke (de Zwarte Zwadderneel), onheilsprofeet ‘Het praten tegen bomen zet tot het lagere aan, terwijl we juist het hogere moeten zoeken. Spijt en inkeer.’
Bul Super en Hiep Hieper, zakenlieden Twee zakenlieden die door de belastingen en noodlottige fusies geheel aan lager wal geraakt waren.
Een eenvoudige doch voedzame maaltijd
Feestmaaltijd in de Kleine Club De burgemeester nam het woord en sprak: ‘Wij danken onze aanwezigheid aan de heer Bommel, die hier zo bescheiden aan het hoofd van de tafel heeft plaatsgenomen.’
Tijd voor een hapje, een drankje èn elkaar bij de TAFEL ECONOMIE