Ontwikkelingen in arbeidsongeschiktheidsverzekeringen Voorstellen! Frank Romijn, directeur Ziektekosten en AOV ASR Nederland
Agenda Premievolume verzekeringen Inkomens-/Schade-/Levens- en Ziektekostenverzekeringen Marktgroei Inkomensverzekeringen Hoe is de verdeling naar product? Concurrenten in de AOV markt Welke ontwikkelingen raken de AOV markt? Marktontwikkelingen Verzuim-/WGA-verzekeringen Marktkansen AOV Individueel: de ZZP’er en het SER advies Dan de agenda; Ik wil u vandaag wat vertellen over de ontwikkelingen binnen arbeidsongeschiktheidsverzekeringen Allereerst iets over de omvang van de AOV markt in relatie tot andere verzekeringsmarkten. Wat is de groei binnen de AOV markt? Hoe is de markt verdeeld over de verschillende AOV producten? Hoe zijn de concurrentiële verhoudingen binnen AOV? Vervolgens wil ik stil staan bij de marktontwikkelingen in de Verzuim en WIA verzekeringen. Welke kansen liggen er nog voor de AOV markt? Daarna komt de ZZP’er aan bod als grote groep ondernemers met een beperkte verzekeringsgraad. Dit in het licht van het recente SER advies aan het kabinet opnieuw te kijken naar de positie van de ZZP’er binnen werkend Nederland. Eerst belicht ik wie ZZP’er is en vervolgens aan de hand van het advies van de SER aan het kabinet wat dit betekent voor de ZZP’er en welke verzekeringsoplossingen er zijn, zowel publiek als privaat.
Premievolume Inkomensverzekeringen (verdiende premie x € mrd) De omvang van het premievolume van de Inkomensverzekeringen staat in schril contrast met het volume van andere verzekeringsproducten die door verzekeraars worden aangeboden. Het totale premievolume van de verzekeringsmarkt bedraagt ongeveer € 77 mrd. Inkomensverzekeringen vertegenwoordigen 5% van het totaal (€ 3.8 mrd). De ziektekostenmarkt is met afstand de grootste markt, met in 2009 een premievolume van ruim € 35 mrd. Dat is bijna 50% van het totale premievolume en het tienvoudige van het premievolume van AOV. Waar u ziet dat in deze (ZK) markt sprake is van een duidelijke groei (5,7% in 2009) ziet u bij inkomensverzekeringen een lichte groei in 2009 van 1% tov 2008. Met de economische recessie zien we dat de groei van de inkomensmarkt bijna tot stilstand is gekomen. De prognose voor 2010 is stabilisatie dan wel een licht krimpende markt. En voor de komende jaren zal dat beeld niet veranderen. Het herstel van de economie zal een aantal jaren moeten aanhouden, willen wij weer kunnen spreken van een bescheiden groei bij Inkomensverzekeringen. Naar mijn verwachting zal dit niet eerder dan in 2012 gaan beginnen. Bron: Verzekerd van Cijfers 2010
Ontwikkeling premievolume Inkomensverzekeringen 2000-2009 (verdiende premie X € mln) Om u een beeld te geven waar we vandaan komen ziet u hier een overzicht van de verdiende premie vanaf 2000. De jaren van exponentiële groei liggen ver achter ons. Zoals al eerder gezegd zullen we de komende jaren met een krimpende dan wel stabiliserende markt te maken krijgen. 2001/2002: premieverhogingen AOV Ind en Verzuim. In 2004 de afschaffing van de WAZ 2006: Wulbz II en de invoering van de WIA die de WAO vervangt heeft wel wat extra verdiende premie gegenereerd maar niet zo spectaculair als bij de afschaffing van de WAZ. De groei vanaf 2008 komt vnl uit het WGA ER product.
Hoe is de verdeling naar inkomensproducten? (verdiende premie x € mrd) Traditioneel is deze markt verdeeld in AOV voor zelfstandigen, Verzuimverzekeringen, WIA verzekeringen en Ongevallenverzekeringen. Als we naar de verdeling van het premievolume kijken; dan is AOV individueel sinds jaar en dag de grootste markt. In 2009 was dat 46% gevolgd door verzuimverzekeringen met een aandeel van 31%, WIA producten (gat, excedent, ER en vaste aanvulling) 14 % en Ongevallen 8%. In 2005 bestond de WIA nog niet. Qua resultaat staat de markt vanaf 2008 zwaar onder druk Bij AOV zien we een stijgende invalidering icm een dalende revalidering. De verzekeraars moeten daardoor meer en langer uitkeren. Om dit tij te keren worden veel initiatieven ontwikkeld en uitgevoerd om de schadelast binnen de perken te houden. Bij verzuimverzekeringen staat het resultaat onder druk door een combinatie van een teruglopende premie en een oplopende schadelast. Bij de WIA (behoudens excedent) en ongevallen verzekeringen daarentegen zien we een stijging van de premie en een daling van de geleden schade. Maar omdat WIA en ongevallen een beperkte bijdrage leveren aan de totale premie binnen inkomensverzekeringen draagt dit slechts beperkt bij aan het resultaat. Bron: CVS x € mrd
De AOV – markt zal per jaar met gemiddeld 2% groeien = CAGR +2,0% +1.0% 4,26 +5.3% 4,09 3,78 3,74 3,52 * * * * * Totale markt inclusief ongevallen (bron CVS Statistiek) Ongevallen: 2007 € 259 mln 2008 € 284 mln 2009 € 293 mln Toekomstvoorspellingen blijven natuurlijk altijd koffiedik kijken. De markt zal dit jaar en ook in 2011 en wellicht 2012 ongeveer stabiel blijven qua omvang, mogelijk zelfs licht dalen Komende jaren is de economische groei zeer beperkt. Het aantal zelfstandigen zal licht stijgen, maar dat zal zich vanwege budgettaire beperkingen niet direct vertalen in het sluiten van AOV verzekeringen. De verzuimmarkt is verzadigd. De WGA ER markt biedt nog wel perspectief. Het royement is door bedrijfsbeëindigingen, faillissementen en wanbetalingen relatief hoog. Pas vanaf 2012/2013 zal de economie weer gaan groeien, de werkloosheid gaan dalen en zal het klimaat voor AOV verzekeringen weer gaan verbeteren. AOV- Ind. 2007 2008 2009 2013 2015 * AOV-Coll. Incl Ongevallen
Concurrenten in de AOV markt Dit zijn de concurrenten in de AOV markt. ACHMEA , met Interpolis, Centraal Beheer en Avero als belangrijkste merken, ASR NL met ASR Verzekeringen en De Amersfoortse en ING met NN en Movir strijden om het marktleiderschap. Deze drie hebben ~ 60% van de markt in handen. Delta Lloyd, Goudse, Aegon en Reaal Verzekeringen samen ~ 20% en de overige maatschappijen de resterende 20%. Bij die overigen zijn een paar maatschappijen die zich nadrukkelijk profileren in de markt van inkomensverzekeringen met nieuwe producten tegen scherpe tarieven, waar de gevestigde orde mee om de oren wordt geslagen. De nieuwe toetreders kunnen dat ook doen omdat zij nog weinig historie meedragen (geen vergrijzing in de portefeuille). Klaverblad, Cardif, TAF, Univé, TVM,
Ontwikkelingen grofmazig Toenemende concurrentie Afnemend consumentvertrouwen Tegenvallend economisch herstel Wet- en regelgeving Druk op verdienmodel intermediair Internetmarkt? Toenemende concurrentie: op prijs, op performance en op aanvullende diensten en combinatieproducten combinatie van AOV met Ziektekosten EB pakketten combinaties met het complete pakket van verzekering, arbodienstverlening, casemanagement en re-integratie Afnemend consumentenvertrouwen door woekerpolisaffaire en economische crisis roep om transparantie/heldere voorwaarden focus op klantwaarde en klantenservice aandacht voor solidariteit en verzekerbaarheid! Tegenvallend economisch herstel druk op kostenbeheersing Toenemend overheidsbemoeienis/toezicht/ wet- en regelgeving inhouding loonbelasting per 1-1-2011 UPO’s meldingsplicht bij AFM verslaglegging: Solvency II, QIS 5 Positie intermediair onder druk afschaffing provisie in 2013? tendens naar volmachten netto tarieven vergoedingen op basis van fee en/of abonnementen AOV geschikt voor verkoop via Internet? adviesproduct bij uitstek! 8
Marktontwikkelingen Verzuimverzekeringen Verzuimverzekeringsmarkt is verzadigd Verdringingsmarkt Verzuimpakket (Verzuim met arbodienstverlening) alles-in-één is een belangrijk verkoopargument Effectiviteit van dienstverlening krijgt nog onvoldoende aandacht Premiebodem bereikt Be good and tell it Wat zijn de laatste ontwikkelingen in de markt voor verzuimverzekeringen? Deze markt is verzadigd. Nieuwe toetreders moeten zich realiseren dat deze markt een verdringingsmarkt is geworden met rode cijfers. Op dit moment heeft 64% van de bedrijven een verzuimpakket gesloten. Juist een alles-in-één pakket is een belangrijk verkoopargument bij verzuimverzekeringen. Daar staat tegenover dat door de werkgevers de verzuimverzekeraar wordt gezien als de ingang tot een integraal aanbod van schadelastbeperking. De verzekeraars ‘vergeten’ nog wel eens te vertellen hoe succesvol de re-integratie is, daar valt in communicatieve zin nog veel te winnen. Komende jaren premiestijgingen te verwachten. Bron: zorg- & inkomensverzekeringsmonitor 2010
Marktontwikkelingen WIA-verzekeringen Weinig verschuivingen in 2010 WGA hiaat lijkt te leiden aan desinteresse Geldt ook voor WIA-excedent en 35-min-markt Ingewikkelde, moeilijk verkoopbare producten Lage premies WGA ER: gestage groei Kansen voor verzekeraars en arbodiensten Dan de WIA markt; In 2010 hebben zich weinig veranderingen voorgedaan in deze markt. Met uitzondering van WGA eigenrisicodragerschap lijkt ook deze markt aan desinteresse te leiden. Door het intermediair worden deze verzekeringsvormen als ingewikkeld en moeilijk verkoopbaar ervaren. De gestage groei bij WGA ER komt voornamelijk van grote bedrijven. Zij stappen massaal uit het publieke stelsel. Dit in tegenstelling tot het MKB die vaak onvoldoende bekend is met de mogelijkheid uit te stappen. Ook dit kwartaal zijn weer 6000 bedrijven uitgetreden en WGA-eigendrager geworden. Al met al blijkt dat met name dienstverlening, zowel preventief als re-integratie onvoldoende op de agenda staat bij werkgevers, arbodiensten en verzekeraars. Dat biedt dus kansen voor verzekeraars en arbodiensten om dienstverlening op het gebied van preventie en re-integratie beter bij de werkgever onder de aandacht te brengen. Met het gegeven dat het gaat om low interest producten die op dit moment prijsgedreven zijn, is dat een grote uitdaging. Bron: zorg- & inkomensverzekeringsmonitor 2010
Welke marktkansen komen er nog aan? Verdere privatisering van de WGA (Gedeeltelijke) privatisering van de WW Pensioenleeftijd naar 67 Verzekeringsgraad ZZP’er Welke marktkansen zijn er/zouden er nog meer kunnen zijn? Het regeerakkoord geeft geen aanknopingspunten voor verdere privatisering van de WGA en de WW op de korte termijn. Hoewel dat voor de langere termijn zeker gewenst is. Doordat steeds meer bedrijven WGA eigenrisicodrager worden, blijft een steeds kleinere groep achter die dan gezamenlijk de groeiende premielasten moeten dragen. Dat leidt uiteindelijk tot een onhoudbare situatie. Duidelijke beleidskeuzes kunnen voorkomen dat met name de groep MKB straks worden geconfronteerd met niet te betalen publieke premielasten en gedwongen moeten overstappen naar WGA eigenrisicodrager omdat de publieke uitvoering onbetaalbaar is geworden. Dan de WW. Volgens het CBS hebben we straks (in 2020) door vergrijzing een tekort van 300.000 mensen op de arbeidsmarkt. Versobering van en een meer activerende WW kan helpen bij het terugdringen van dit tekort. Daarbij moet u denken aan verkorten van de uitkeringsduur, een loondoorbetalingsplicht voor de werkgever van bijvoorbeeld zes maanden , eigen risicodragen en/of een spaar-WW. Delen hiervan zouden privaat uitgevoerd en verzekerd kunnen worden. Ook de verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar zal bijdragen aan het terugdringen van het tekort op de arbeidsmarkt. De looptijd van de verzekeringen neemt daardoor toe, wat meer premie inkomsten genereert. Aan de andere kant zal ook de schadelast worden beïnvloed. Onderzoek van TNO Arbeid heeft aangetoond dat 55 plussers zich minder vaak ziek melden, maar dan wel langer ziek zijn. Maar wellicht biedt op korte termijn de ZZP’er de meeste marktkansen. Slechts een beperkt deel van de 675.000 ZZP’ers is verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid. En over die ZZP’er gaat het vervolg van deze presentatie.
Wie is ZZP’er? De criteria Zelfstandig ondernemende activiteiten uitvoeren Geen personeel in dienst Geen medeondernemer Minimaal 15 uur per week Geen ondersteuning van familieleden Arbeid als voornaamste product Ondernemer voor de inkomstenbelasting Daarmee over naar AOV Individueel en een groep ondernemers, de zelfstandige zonder personeel, die met regelmaat op de politieke agenda staat. Veel aandacht voor. Waarom niet voor de andere doelgroepen voor een individuele AOV: vrije beroepsbeoefenaren, DGA’s, zelfstandigen met 1 of enkele personeelsleden? Het kabinet heeft vorig jaar een adviesaanvraag ingediend bij de SER om de positie van de ZZP’er op de arbeidsmarkt te onderzoeken en aanbevelingen te doen. Alvorens in te gaan op dit advies van de SER aan het kabinet wil ik u eerst laten zien wie nu die ZZP’er is. Aan welke criteria moet iemand voldoen om als ZZP’er te worden erkend? Het blijkt in de praktijk lastig om de ZZP’er exact af te bakenen. Enkele belangrijke criteria: De eerste drie moge duidelijk zijn. Zodra een medeondernemer (VOF, CV, enz.) meedoet is de persoon geen ZZP’er meer. Het aantal uren is ook van belang. Met name thuiswerkers verrichten hun werkzaamheden binnen deze 15 uur. Familieleden mogen geen vakinhoudelijke ondersteuning leveren en/of een substantieel deel uitmaken van de omzet Het moet om echte arbeid gaan (ambacht of vaardigheden, kennis en capaciteit, etc,) Verder is een ZZP’er voor de inkomstenbelasting iemand die ondernemer is en geen personeel in dienst heeft. Wordt aan deze criteria voldaan dan mag je je ZZP’er noemen. Elke ZZP’er is dus een ondernemer, maar niet elke ondernemer is een ZZP’er (vergelijking: elke Volvo is een auto, maar niet elke auto is een Volvo)
Wie is ZZP’er? Enkele kengetallen 675.000 ZZP’ers 9 % van de totale werkzame beroepsbevolking 20 % werkt tussen 15-25 uur per week 30 % tussen 25-40 uur en 50 % werkt > 40 uur per week 38 % tussen 45 en 55 jaar 42 % is inkomensafhankelijk van de onderneming 36 % heeft een inkomensverzekering 20 % heeft een ziekteverzekering En hoe groot is deze groep nu werkelijk; 675.000 Nederlanders voldoen aan de criteria van ZZP’er. Dat is 9% van de totale werkzame beroepsbevolking (7,4 mln, bron CBS/statline). Daarvan werkt 50% meer dan 40 uur per week, de ander 50% werkt min of meer in deeltijd, en hebben naast hun onderneming bijvoorbeeld een loondienstbetrekking. De grootste groep ZZP’er is tussen de 45-55 jaar. Het zijn vaak werknemers die op latere leeftijd vanuit een loondienstverband een eigen onderneming starten. De groep 25-35 jaar is met 7% fors ondervertegenwoordigd. 42% is afhankelijk van het inkomen uit de onderneming. Dat betekent dat bijna 60% dan niet is. Redenen kunnen zijn dat de partner een inkomen heeft, er inkomsten uit andere arbeid (loondienst) is, of de ZZP’er om andere redenen financieel onafhankelijk (groot eigen vermogen) is. 36% heeft een inkomensvoorziening getroffen voor inkomstenderving bij arbeidsongeschiktheid. En slechts 20% heeft een inkomensvoorziening voor kortdurende ziekte. Daar is dus nog veel te winnen. En dat is nu juist een van de redenen voor de adviesaanvraag van het kabinet aan de SER. Bron: EIM, 09-2010
SER advies: ZZP’er in beeld, een integrale visie op ZZP Opkomst van de ZZP’er Beleidsaanpassingen op het gebied van: Arbeidsomstandigheden Arbeidsongeschiktheid Scholing en Pensioenen Met als doel een toekomstbestendig stelsel van: Arbeidsverhoudingen Fiscaliteit en Sociale zekerheid Eenduidige definitie van een ZZP’er Op verzoek van het kabinet heeft de SER onderzoek gedaan naar het toenemend aantal ZZP’ers en de gevolgen daarvan voor deze groep in relatie tot andere arbeidsverhoudingen en arbeidsrelaties. Op 15 oktober j.l. heeft de SER unaniem haar advies gegeven (het eerste advies aan het nieuwe kabinet Rutte) in de notitie “ZZP’ers in beeld, een integrale visie op zelfstandigen zonder personeel’. In dit advies stelt de SER dat de opkomst van de ZZP’er vraagt om aanpassing van beleid op een aantal terreinen. Inkomstenderving bij ziekte en arbeidsongeschiktheid is een groot punt van zorg. Zoals al genoemd, slechts een beperkt aantal ZZP’ers heeft daarvoor een voorziening getroffen. De SER is van mening dat de ZZP’er zelf verantwoordelijk is voor het treffen van een voorziening. Ook bij pensioenopbouw naast de AOW geldt de eigen verantwoordelijkheid van de ZZP’er. 20-50% doet aan pensioenopbouw en een even groot deel verwacht dat het pensioen onvoldoende is. De SER is van mening dat de fiscale mogelijkheden onafhankelijk dienen te zijn van het soort arbeidsrelatie, en pleit verder voor een onderzoek naar een collectieve pensioenvoorziening voor ZZP’ers. Met de aanbevelingen voor aanpassingen op deze terreinen is het stelsel van arbeidsverhoudingen, fiscaliteit en sociale zekerheid ook in de toekomst beter toegesneden op een toenemende variëteit aan arbeidsrelaties. Daarnaast wil de SER met haar advies bijdragen aan een eenduidige heldere definitie van een ZZP’er: dat is iemand die voor de inkomstenbelasting als ondernemer telt en geen personeel in dienst heeft. Hierdoor wordt de scheiding tussen werknemer en ondernemer scherper gesteld en dit creëert duidelijkheid voor de zzp’er, de opdrachtgever en de overheid. Bron: SER advies: ZZP’er in beeld
ZZP’er in beeld, een integrale visie op ZZP de uitgangspunten Uitgangspunten arbeidsongeschiktheid: Kunnen verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid Betaalbaarheid Toegankelijk voor iedereen Uitgangspunt van de SER is dat zelfstandigen de keuze hebben om zich te kunnen verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. Daarnaast zijn betaalbaarheid en toegankelijkheid voor iedereen belangrijke randvoorwaarden. SER geeft dus aan: géén verzekeringsplicht voor de ZZP’er! Bron: SER advies: ZZP’er in beeld
ZZP’er in beeld, een integrale visie op ZZP de conclusies Toegang tot een breed assortiment Zowel publiek (WIA) als privaat (AOV) Privaat aantrekkelijke voorwaarden tegen een betere prijs dan WIA Vrijwilligheid al dan niet sluiten van een verzekering Lastig te verzekeren zijn: Zelfstandigen met een gezondheidsprobleem En zelfstandigen met een risicovol beroep Oudere zelfstandigen Vrijwillige WIA-verzekering of Vangnet AOV De Raad stelt vast dat zelfstandigen in het algemeen toegang hebben tot een breed assortiment verzekeringen met uiteenlopende dekking en premiehoogte, particulier dan wel publiek. De private AOV voor zelfstandigen biedt over het algemeen een betere prijs en/of aantrekkelijker polisvoorwaarden dan de WIA voor werknemers. Daarnaast kunnen er rationele redenen zijn waarom zelfstandigen geen verzekering afsluiten. Tegelijkertijd constateert de Raad echter dat het voor specifieke groepen zelfstandigen lastiger is zich te verzekeren, terwijl zij daar wel belang bij hebben. Het betreft hier de oudere zelfstandige, de zelfstandige met een gezondheidsprobleem en de zelfstandige met een risicovol beroep. Deze zelfstandigen kunnen te maken krijgen met een afwijzing van de verzekeringsaanvraag, een opslag op de premie of een (extra) medische uitsluiting. Deze groepen komen in principe in aanmerking voor de vrijwillige WIA-verzekering en de vangnetregeling voor moeilijk verzekerbare zelfstandigen. Aan deze alternatieve regelingen zijn belangrijke nadelen verbonden. Zo geldt er een korte aanmeldingstermijn van drie maanden en is er bovendien sprake van een relatief ongunstige verhouding tussen premie en dekking. De Raad is van mening dat een grote groep zelfstandigen in staat is zelf te voorzien in een verzekering, maar ziet tegelijkertijd een maatschappelijke verantwoordelijkheid dat moeilijk verzekerbare groepen daarin moeten worden ondersteund. Bron: SER advies: ZZP’er in beeld
1. Intensiveren voorlichting en versterken van bewustwording ZZP’er in beeld, een integrale visie op ZZP de aanbevelingen en het advies (1/2) Aanbevelingen: 1. Intensiveren voorlichting en versterken van bewustwording 2. Vergroten toegankelijkheid en betaalbaarheid alternatieve regelingen: Tot één jaar na start toegang tot publieke regeling Verlengd met twee jaar indien afwijzing privaat of nog geen vrijwillige voortzetting Vrijwillige verzekering ook openstellen voor niet ex-werknemers Aanmeldtermijn private Vangnetregeling verlengen met twaalf maanden Private Vangnetregeling gedurende drie maanden opnieuw opstellen voor bestaande ondernemers Met betrekking tot de vormgeving van deze ondersteuning pleit de Raad voor een mix van private en collectieve voorzieningen, die moeten leiden tot een dekkend systeem van arbeidsongeschiktheidverzekeringen. Ad 1: de zelfstandigen moeten vanaf de start van hun onderneming goed bewust zijn van de risico’s op arbeidsongeschiktheid en de mogelijkheid zich daar tegen te verzekeren Ad 2: wanneer een zelfstandige niet of niet tegen redelijke condities terecht kan op de reguliere verzekeringsmarkt, heeft hij in principe toegang tot de vrijwillige verzekering van de WIA of de private Vangnetregeling. De Raad adviseert bij de evaluatie van de WIA te betrekken in hoeverre aanpassing van de regelingen een oplossing biedt voor de moeilijk verzekerbare groepen. De Raad denkt daarbij aan A: in het 1e jaar van zelfstandigheid kunnen kiezen voor vrijwillige voortzetting van de WIA en/of vrijwillig afsluiten van een ziektewetverzekering. B: bij niet afsluiten binnen een jaar of een afwijzing voor een reguliere AOV, dient hij nog twee jaar de mogelijkheid te hebben om alsnog de WIA verzekering vrijwillig voort te zetten. Hij moet daarvoor wel een bewijs van afwijzing kunnen overleggen. C: De vrijwillige verzekering open te stellen voor starters die niet voorafgaand aan het ondernemerschap werknemer zijn geweest. D: aan verzekeraars de oproep doen de aanmeldperiode te verlengen met twaalf maanden ten einde de toegankelijkheid te verbeteren. E: en een oproep aan de verzekeraars om de private vangnetregeling opnieuw eenmalig voor drie maanden open te stellen voor bestaande ondernemers, die hun onderneming zijn gestart op of na 01-02-2009 en zodoende geen gebruik konden maken van een eerdere eenmalige openstelling van de vangnetregeling voor bestaande ondernemers. Bron: SER advies: ZZP’er in beeld
3. Aanpassen publieke vangnet: ZZP’er in beeld, een integrale visie op ZZP de aanbevelingen en het advies (2/2) 3. Aanpassen publieke vangnet: Aanpassen van het Besluit bijstand zelfstandigen (Bbz) Toetsregels IOAZ aanpassen aan de IOAW 4. Verbond van Verzekeraars: Aanpassen private vangnet Advies uitbreiding toegang tot vangnetregeling van de SER Overgenomen en geadviseerd aan haar leden per circulaire d.d. 27-10-2010. Ad 3: A: aanpassing in de publieke voorziening door het Besluit bijstand zelfstandigen aan te passen in de zin van het verstrekken van bedrijfskapitaal via een rentedragende lening mogelijk maken voor ondernemers met een inkomen op of vlak boven het minimumniveau, als dit bijdraagt aan de levensvatbaarheid van de onderneming. B: de toetsregels IOAZ (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen) aanpassen aan die van de IOAW (Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers) in het kader van gelijke behandeling. Ad 4: Het Verbond is nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van het SER-advies. Daarbij heeft het Verbond aangegeven uitbreiding van de toegang van de vangnetverzekering een passende maatregel te vinden voor de groep moeilijk verzekerbare zelfstandigen. Het verbond neemt het advies van de SER over en adviseert haar leden de aanmeldtermijn te verlengen met één jaar tot 15 maanden na de start van het bedrijf en de eenmalige openstelling voor bestaande ondernemers, die hun onderneming zijn gestart op of na 01-02-2009, te laten plaatsvinden in de periode van 01-11-2010 t/m 31-01-2011. Hiermee toont de verzekeringsbranche haar maatschappelijke betrokkenheid en verantwoordelijkheid voor de groep moeilijk verzekerbare zelfstandigen. Bron: SER advies: ZZP’er in beeld
ZZP’er in beeld, een integrale visie op ZZP verplichte verzekering? Geen verzekeringsplicht Vangnetregeling vanuit maatschappelijke verantwoordelijkheid en betrokkenheid Als alternatief naast de publieke regelingen Meer dan één alternatief zich te verzekeren tegen ziekte en arbeidsongeschiktheid. Dit advies leidt vooralsnog niet tot een verzekeringsplicht. Iets wat de ZZP’ers ook niet willen. Juist zij waren voorstander van het afschaffen van de WAZ. Dat er een vangnetregeling bestaat voor diegene die toch een verzekering willen, maar niet in aanmerking komen voor een reguliere AOV is een goede zaak. Wordt een beroep gedaan op de vangnetregeling dan hebben de verzekeraars wel een acceptatieplicht, nadat de verzekerde is afgewezen bij een aanvraag voor een reguliere AOV. De verzekeraars kunnen hiermee laten zien dat zij hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen om moeilijk verzekerbare groepen toch een alternatief te bieden tegenover de regelingen in het publieke stelsel. Dat de aanmeldtermijn wordt verlengd past bij deze maatschappelijke verantwoordelijkheid. En…niet onbelangrijk…. de ZZP’er krijgt hiermee meer dan één alternatief geboden om zich te verzekeren tegen ziekte en arbeidsongeschiktheid.