Gebed (Carmen 76. p. 74).

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Herkenning? Rot voelen? Leegte opvullen?
Advertisements

De nieuwste uitspraken
Bijbeltekst: 1 Samuël 20: 1-17
Woord van Leven Januari 2010.
Ik wens je De kracht van god.
“ff Anders”.  Het thema van dit jaar is “ff Anders” 2.
Echte Vrienden zijn belangrijk in het leven.
Wie of wat bepaalt jouw identiteit?
Wat de Bijbel erover te zeggen heeft
Evangelie der genade Vragen :
Discipelschap.
de genezing te Bethesda
Waarom is Jezus aan het kruis gestorven?!
Het bewijs van haar liefde (Carmen 83, p. 74)
9 Ik heb jullie liefgehad, zoals de Vader mij heeft liefgehad
Ik geloof… Dat onze achtergrond en omstandigheden misschien wel van invloed zijn geweest op wie we zijn, maar dat wìj verantwoorde- lijk zijn voor wie.
Hoe kun je Geloven? 1.
1. 3 Indien iemand een andere leer verkondigt en zich niet voegt naar de gezonde woorden van onze Here Jezus Christus*... * = de woorden die de Here Jezus.
Davids gouden geheim Wanneer ben je tevreden? Waar vind je je geluk? Wanneer voel je je veilig?
IS ER MEER? ONTDEK HET ZELF!.
Loze belofte (Carmen 70. p. 73)
“Ik kan dit niet oplossen...” “Ik zal de weg voor jou banen”
Zelfbeklag (Carmen 8. p. 71).
Het musje (Carmen 2. p. 71).
De dichter en zijn werk (Carmen 16. p. 71)
HOEZO BIDDEN?.
Psalm ste boek 2-de boek 3-de boek 4-de boek 5-de boek Genesis Exodus Leviticus Numeri Deuteronomium 2.
Pasen & Pinksteren op één dag!
Groot geloof 1.
6 oktober 2013 Den Haag 1. tijd: ± 60 AD plaats: Caesarea 2.
Tien treden terug Jesaja 38. tien treden terug Jesaja 38.
 Matt 15:21 En weer vertrok Jezus; hij week uit naar het gebied van Tyrus en Sidon. 22 Plotseling klonk de roep van een Kanaänitische vrouw die uit die.
De Grote Opdracht Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de.
Is het allemaal wel waar?
“Werpt een duidelijk licht op de zaak!”
Geluid aan.
Christus centraal! “Ik had besloten u geen andere kennis te brengen dan die over Jezus Christus – de gekruisigde” Paulus in 1 Korintiërs 2 vers 2.
Wanneer heb je een echt, levend, geloof?
Wat doet de Heilige Geest?
De strijd Romeinen 7:14 - 8:4.

Job 38 :1 – 4 1 En de HEER antwoordde Job vanuit een storm. Hij zei: 2 Wie is het die mijn besluit bedekt onder woorden vol onverstand? 3.
Welkom op TOV!.
‘Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijn-bouwer.
VREDE.
Met handen en voeten geloven 1
Weet je wie ik ben ?.
Kirti Zeijlmans MSc Rijksuniversiteit Groningen Voor meer informatie:
Zondag 24 HC Franeker 10 oktober 2010
Ik geloof… Dat onze achtergrond en omstandigheden misschien wel van invloed zijn geweest op wie we zijn,maar dat wìj verantwoorde-lijk zijn voor wie we.
Leven zoals past bij God
Avondmaal: het nieuwe leven vieren
Strijd tegen de zonde?.
Doopdienst 22 juni 2014 Koen Minderhoud
Hoe kun je Geloven? Een jaar of tien geleden zat ik in een studentenkamer. HIJ zat tegenover me. Als ik eraan terugdenk voel ik mijn wangen weer gloeien.
Preek Jakobus 2:
Romeinen 7:1 – 8:2 1Weet u dan niet, broeders en zusters, ik spreek immers tot mensen die de wet kennen, dat de wet alleen gezag over een mens heeft zolang.
? ! Gods gerechtigheid... 1.
Zondag 7 HC Franeker 21 februari 2010
10 januari 2013 bijbelstudie nr. 3 Vanaf hoofdstuk 1:19.
22 maart 2015 Zoetermeer 1. terugblik...  de relatie van Christus & de ekklesia wordt ten voorbeeld gesteld aan man & vrouw;  Hoofdschap = voorop gaan,
Heel interessant !.
26 sept 2013 Bodegraven 1. 1Korinthe 8 1 Wat het offervlees aangaat, wij weten, dat wij allen kennis bezitten. De kennis maakt opgeblazen, maar de liefde.
Ad Atticum Kapot van verdriet
SE-Seneca voorbereiding op CE 2013!
Om soms eens dieper over na te denken
Vrienden Deze gedichten zijn speciaal voor de vrienden om wie ik geef en de mensen die om mij geven Al deze gedichten komen van
Wat zijn verwijswoorden en hoe gebruik je die?
 Bepaald?  Bepaald:De het  Bepaald: de het  Onbepaald?
Transcript van de presentatie:

Gebed (Carmen 76. p. 74)

Metrum: elegisch distichon. Si qua recordanti benefacta priora voluptas 1 est homini, cum se cogitat esse pium, Algemeen Metrum: elegisch distichon. Dit gedicht is ook een typische elegie = klaagzang (één van de vormen van lyriek die er bestaan). In dit geval een liefdes-elegie: een klaagzang omdat het niet goed gaat in de liefde. Wie wordt er in dit gedicht aangesproken en waar? Eerst Catullus zelf (r. 5 Catulle) Daarna de goden (r. 12 en 26): di = dei (mv van deus) Wat moeten de goden doen voor de dichter? Zorgen dat hij geen liefde meer voelt

ali- niet met quis-je mee Si qua recordanti benefacta priora voluptas 1 est homini, cum se cogitat esse pium, 1. qua = aliqua. Onthoud: Na si, nisi, num en ne gaat ali- niet met quis-je mee Is (ali)qua hier bijvoeglijk of zelfstandig gebruikt? ALI-

ali- niet met quis-je mee Si qua recordanti benefacta priora voluptas 1 est homini, cum se cogitat esse pium, 1. qua = aliqua. Onthoud: Na si, nisi, num en ne gaat ali- niet met quis-je mee Is (ali)qua hier bijvoeglijk of zelfstandig gebruikt? Bijvoeglijk; congrueert met voluptas (hyperbaton) Dus: aliqua = een of andere ALI-

Si qua recordanti benefacta priora voluptas. 1 Si qua recordanti benefacta priora voluptas 1 est homini, cum se cogitat esse pium, 1 priora – waar congrueert dit mee?

Si qua recordanti benefacta priora voluptas. 1 Si qua recordanti benefacta priora voluptas 1 est homini, cum se cogitat esse pium, 1 priora – waar congrueert dit mee? benefacta recordanti – welke vorm en waar congrueert het mee?

Si qua recordanti benefacta priora voluptas. 1 Si qua recordanti benefacta priora voluptas 1 est homini, cum se cogitat esse pium, 1 priora – waar congrueert dit mee? benefacta recordanti – welke vorm en waar congrueert het mee? dat. ev. van ppa congr. met homini 2. Welke constructie staat er bij cogitat? AcI (se esse)

Si qua recordanti benefacta priora voluptas. 1 Si qua recordanti benefacta priora voluptas 1 est homini, cum se cogitat esse pium, Als er enig genoegen is voor een man wanneer hij aan zijn vroegere weldaden terugdenkt, wanneer hij bedenkt, dat hij plichtsgetrouw is, 1 benefacta – aan wat voor soort weldaden moet je denken in dit verband? binnen de liefde / een relatie: trouw zijn, lief zijn enz. 2. pium = Doen wat je is opgedragen door algemeen geldende wetten. Die wetten zijn opgelegd door de goden.

nec sanctam violasse fidem, nec foedere in ullo 3 nec sanctam violasse fidem, nec foedere in ullo 3 divum ad fallendos numine abusum homines, 3-4 AcI bij cogitat gaat verder. De acc = se (uit de vorige AcI) De infin = …?

nec sanctam violasse fidem, nec foedere in ullo 3 nec sanctam violasse fidem, nec foedere in ullo 3 divum ad fallendos numine abusum homines, 3-4 AcI bij cogitat gaat verder. De acc = se (uit de vorige AcI) De infin = …violasse / abusum [esse] Welke tijd hebben de infinitivi? perf abusum esse komt van ab-uti 4. ad fallendos (homines) – welke vorm? gerundivum; ad + gerundi(v)um = …..?

nec sanctam violasse fidem, nec foedere in ullo 3 nec sanctam violasse fidem, nec foedere in ullo 3 divum ad fallendos numine abusum homines, 3-4 AcI bij cogitat gaat verder. De acc = se (uit de vorige AcI) De infin = …violasse / abusum [esse] Welke tijd hebben de infinitivi? perf abusum esse komt van ab-uti 4. ad fallendos (homines) – welke vorm? gerundivum; ad + gerundi(v)um = …..om te

nec sanctam violasse fidem, nec foedere in ullo 3 nec sanctam violasse fidem, nec foedere in ullo 3 divum ad fallendos numine abusum homines, en geen heilige trouw heeft geschonden, en bij geen enkel verdrag de macht der goden heeft misbruikt om mensen te bedriegen: 3-4 sanctam / divum – liefde / relatie is een verbond; goden (m.n.Jupiter) zien toe op elk verbond, op elke overeenkomst; de goden verwachten van jou trouw / geen misbruik. Welke twee Latijnse woorden geven aan, dat liefde een soort verbond is? fidem, foedere

multa parata manent in longa aetate, Catulle,. 5 multa parata manent in longa aetate, Catulle, 5 ex hoc ingrato gaudia amore tibi. (dan) staat jou veel vreugde(s) te wachten in je lange leven, Catullus, als gevolg van deze ondankbare liefde. 5 Hier begint de hoofdzin! multa congrueert met gaudia (hyperbaton) 6 ingrato – waarom wordt de liefde zo genoemd? Hij kreeg niets terug voor alles wat hij zelf investeerde in hun relatie.

Nam quaecumque homines bene cuiquam aut dicere possunt Nam quaecumque homines bene cuiquam aut dicere possunt aut facere, haec a te dictaque factaque sunt: 8 7 Lijkt een lange zin in metrum. Maar: 2x elisie! quaecumque = acc mv onz (van quiscumque) quiscumque – iedereen die, wie ook maar quaecumque - …….?

Nam quaecumque homines bene cuiquam aut dicere possunt Nam quaecumque homines bene cuiquam aut dicere possunt aut facere, haec a te dictaque factaque sunt: 8 7 Lijkt een lange zin in metrum. Maar: 2x elisie! quaecumque = acc mv onz (van quicumque) quicumque – iedereen die, wie ook maar quaecumque – alle dingen die, wat ook maar, alles wat cuiquam = dativus van quisquam - iemand

‘Rare’ woordjes met qui(s) Let op van onderstaande voorbeelden bestaat meestal ook een vrouwelijk en een onzijdig. Dan kan de betekenis natuurlijk iets veranderen. qui die, dat (relativum) quis? wie welke (vraagwoord) quisque ieder(e) quisquam iemand een (of andere) aliquis iemand, iets unusquisque ieder(e), iedereen quicumque wie ook maar, iedereen die

Nam quaecumque homines bene cuiquam aut dicere possunt Nam quaecumque homines bene cuiquam aut dicere possunt aut facere, haec a te dictaque factaque sunt: 8 Want alles wat mensen goed tegen iemand kunnen zeggen of doen, dat is door jou gezegd en gedaan: 8 dictaque factaque - polysyndeton

Omnia quae ingratae perierunt credita menti Omnia quae ingratae perierunt credita menti. Quare cur tu te iam amplius excrucies? 10 9 omnia quae = quae omnia relatieve aansluiting: vervang het relativum quae door een aanwijzend voornaamwoord Wat is het geslacht van quae? onzijdig Hoe moet je dus quae vertalen? quae = deze/die dingen, dit/dat 10 excrucies – welke tijd? coni praes (van excruciare) irrealis / dubitativus

Omnia quae ingratae perierunt credita menti Omnia quae ingratae perierunt credita menti. Quare cur tu te iam amplius excrucies? 10 dat alles is verloren gegaan omdat het werd toevertrouwd aan een ondankbare geest. En daarom: waarom zou je je nog langer kwellen? 9 perierunt, credita – is een metafoor. Deze woorden worden in het Latijn ook gebruikt bij geldzaken: Catullus heeft a.h.w. een investering gedaan (credita), maar die is verkeerd afgelopen (perierunt): hij is zijn geld, zijn investering kwijt. 9 ingratae menti – wie wordt bedoeld? Lesbia

Quin tu animo offirmas atque istinc teque reducis Quin tu animo offirmas atque istinc teque reducis et dis invitis desinis esse miser? 12 Waarom verman je je niet en sleep je jezelf niet daarvandaan en houd je niet op om tegen de wil van de goden ongelukkig te zijn? 11-12 Trikolon: offirmas, reducis, desinis

Difficile est longum subito deponere amorem; Difficile est longum subito deponere amorem; difficile est, verum hoc qua lubet efficias: 14 13 difficile – welke vorm? onzijdig van difficilis  rijtje fortis! 14 efficias – welke vorm? coni praes Waarom coni? hoofdzin  aansporing (of wens) (adhortativus / desiderativus) fortis (M/V) forte (O) fortis forti fortem forte fortes fortium fortibus

Difficile est longum subito deponere amorem; Difficile est longum subito deponere amorem; difficile est, verum hoc qua lubet efficias: 14 Het is moeilijk een lange liefde plotseling af te leggen; het is moeilijk, maar bereik dit hoe dan ook (moge je dit bereiken): 14 Waarnaar verwijst hoc (noem het LA)? longum subito deponere amorem

una salus haec est, hoc est tibi pervincendum;. 15 una salus haec est, hoc est tibi pervincendum; 15 hoc facias, sive id non pote sive pote. 15 pervincendum – welke vorm? gerundivum van verplichting (staat esse bij!) Wat geeft tibi dus aan? dativus auctoris bij ger. van verpl.: degene door wie iets moet worden gedaan.

una salus haec est, hoc est tibi pervincendum;. 15 una salus haec est, hoc est tibi pervincendum; 15 hoc facias, sive id non pote sive pote. dit is je enige heil, dit moet je volbrengen; doe dit, of dit niet mogelijk is of wel. Welke stijlfiguren zie je? Anafoor (repetitio): haec, hoc, hoc Anafoor (repetitio): pote, pote Trikolon: una salus haec est, │hoc est tibi pervincendum│; hoc facias

O di, si vestrum est misereri, aut si quibus unquam O di, si vestrum est misereri, aut si quibus unquam extremam iam ipsa in morte tulistis opem, 18 17 quibus = …..?

O di, si vestrum est misereri, aut si quibus umquam O di, si vestrum est misereri, aut si quibus umquam extremam iam ipsa in morte tulistis opem, 18 17 quibus = aliquibus (na si, nisi, num en ne ….) 18 extremam – congrueert met …?

O di, si vestrum est misereri, aut si quibus umquam O di, si vestrum est misereri, aut si quibus umquam extremam iam ipsa in morte tulistis opem, 18 17 quibus = aliquibus (na si, nisi, num en ne ….) 18 extremam – congrueert met opem tulistis – perf van …..? ferre

O di, si vestrum est misereri, aut si quibus umquam O di, si vestrum est misereri, aut si quibus umquam extremam iam ipsa in morte tulistis opem, 18 O goden, als het jullie taak is om medelijden te voelen, of als jullie aan iemand ooit uiteindelijk, al in de dood zelf, hulp hebben gebracht, 18-18 Catullus imiteert in dit gedicht de traditionele vorm van een gebed. Daarin gaf een Romein ook altijd aan, waarom hij hulp van de goden verwachtte, waarom ze ‘er niet onderuit konden’. Wat geeft Catullus aan? 1. Het is hun taak om mensen te helpen 2. Ze hebben ook anderen geholpen (zelfs als ze er heel erg aan toe waren)  dan Catullus ook helpen

me miserum aspicite et, si vitam puriter egi, me miserum aspicite et, si vitam puriter egi, eripite hanc pestem perniciemque mihi, 20 kijk dan nu naar die ongelukkige mij en, als ik m’n leven goed heb geleid, neem dan deze ondermijnen-de ziekte (lett: ziekte en ondergang) van me weg! Met welk extra argument komt Catullus hier nog meer? 3. vitam puriter egi – hij is altijd goed geweest Welke stijlfiguur zie je? Alliteratie: me miserum, pestem perniciem Wat bedoelt Catullus met pestem perniciem? zijn liefde waar hij anders aan onderdoor zal gaan metafoor (liefde als erge ziekte)

quae mihi subrepens imos ut torpor in artus quae mihi subrepens imos ut torpor in artus expulit ex omni pectore laetitias. 22 21 quae verwijst terug naar? (pestem) perniciem(que) 22 expulit = perf van…? expellere

quae mihi subrepens imos ut torpor in artus quae mihi subrepens imos ut torpor in artus expulit ex omni pectore laetitias. 22 die, terwijl hij binnensloop als een verlamming in mijn binnenste ledematen, alle vreugde uit heel mijn hart heeft verdreven. 21 Hier wordt een vergelijking gemaakt. 1. De liefde wordt vergeleken met …?

quae mihi subrepens imos ut torpor in artus quae mihi subrepens imos ut torpor in artus expulit ex omni pectore laetitias. 22 die, terwijl hij binnensloop als een verlamming in mijn binnenste ledematen, alle vreugde uit heel mijn hart heeft verdreven. 21 Hier wordt een vergelijking gemaakt. 1. De liefde wordt vergeleken met 2. een verlamming (torpor) De overeenkomst (het tertium comprationis) is:

quae mihi subrepens imos ut torpor in artus quae mihi subrepens imos ut torpor in artus expulit ex omni pectore laetitias. 22 die, terwijl hij binnensloop als een verlamming in mijn binnenste ledematen, alle vreugde uit heel mijn hart heeft verdreven. 21 Hier wordt een vergelijking gemaakt. 1. De liefde wordt vergeleken met 2. een verlamming (torpor) De overeenkomst (het tertium comparationis) is: 3. het binnensluipen (subrepens) Aan welk woord kun je zien, dat er van een vergelijking sprake is? ut = zoals

Non iam illud quaero, contra me ut diligat illa, Non iam illud quaero, contra me ut diligat illa, aut, quod non potis est, esse pudica velit: 24 Dit streef ik niet meer na, dat zij van haar kant van mij houdt, of, wat niet mogelijk is, dat zij kuis wil zijn:

ipse valere opto et taetrum hunc deponere morbum ipse valere opto et taetrum hunc deponere morbum. O di, reddite mi hoc pro pietate mea! 26 ik wil zelf gezond zijn en deze afschuwelijke ziekte afleggen. O goden, geef mij dit vanwege mijn plichtsbesef! 25 valere, morbum – weer de metafoor van (de ongelukkige) liefde als ziekte