Filosofie & Religiositeit

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Geloven in de hoop.
Advertisements

Filosofie Op HAVO en VWO.
Ethiek Welkom! Waarden & normen kritisch bekeken.
“Een reis naar Licht”.
Precht 2 Blz 53 t/m 101.
Welke kenmerken schrijven jij of anderen aan God toe? Roept u maar!
Waar staan we voor met ons onderwijs?
Samen bouwen aan zelfvertrouwen
Filosofie & Religiositeit
Deel 4 Leven als christen.
Gods leiding in ons leven en De Heilige Geest CSR Delft 6 september 2011 Drs. G.C. Vreugdenhil 1.
17de eeuw (1.3) Politieke rechten De Republiek was een Statenbond zonder sterk centraal gezag Dat leidde tot -moeizame besluitvorming (tijdrovend) -een.
“Wat is waarheid en hoe kunnen wij die kennen?”
Hoe kun je Geloven? 1.
Termen Sterke waardering= persoonlijke keuzes die iemand maakt en die zijn andere waardering richting geven (maatstaf) blz40 Hyperwaarde= cultureel bepaalde.
De christelijke boodschap
Welkom.
Woord van Leven Februari 2010.
Wat maakt het leven zinvol?
Goed vs Fout  Leven vs Dood
Zijn mensen vrij of is dat een illusie?
Woord van Leven Mei 2011.
Spreuken en gezegdes Muziek…Faith Hill…I believed in you.
De Toekomst van Trotse Mensen
Godsdienst.
Sigmund Freud.
Wat doen ze me nou...? Jan Bransen Publiekslezing, 7 april 2010.
Echt of nep?.
In de Bijbel komen we belijdenisdoen tegen bij Johannes de Doper In de Bijbel komen we belijdenisdoen tegen bij Johannes de Doper. Hij doopte mensen.
Woord van Leven November 2012.
2e invalshoek: vrije wil als zelfverwerkelijking
Begrip B Een handeling uit vrije wil is een handeling waarin tot uitdrukking komt wat de handelende persoon zelf belangrijk vindt. Om een vrije wil te.
Is vrijheid. een illusie. Bart Engelen. Nacht van de Filosofie
“In den beginne schiep God de hemel en de aarde …”
Woord van Leven Augustus 2011.
Woord Van Leven Mei 2014 “Namens Christus vragen wij: laat u met God verzoenen.” 2 Korintiërs 5,20.
Dans van Vos Weg van Wolf
Inleiding Filosofie en Ethiek Vierde Bijeenkomst: De tweede wetenschappelijke revolutie (2) Dinsdag 28 september 2004.
Antwoorden op vragen over kerk, cultuur, Bijbelboeken, … & geloven.
Existentialisme – stap voor stap
Verlangens van God.
‘De weg, de waarheid en het leven’?
Wie is God? Kun je Hem kennen? Wat kunnen wij van Hem weten?
“Met Christus gezeten in de hemel”
Hoe luister je naar de wet van God?
Ik geloof… Dat onze achtergrond en omstandigheden misschien wel van invloed zijn geweest op wie we zijn,maar dat wìj verantwoorde-lijk zijn voor wie we.
Mijn antwoord op Gods zegeningen. Sabbat 1 november 2014 God houdt zich aan zijn beloften. Hij zal ons niet teleurstellen. We kunnen bouwen op de Heer,
Ethiek.
Welkom in ‘De Voorhof’ Zondag 23 HC Franeker 3 oktober 2010 Thema: Wanneer ben je blij met jezelf?
Filosofie Wat is het? Waarom zou je het kiezen? Wat kun je er mee?
Woord van Leven Juli 2014.
Arthur Japin, de niet-gelovige hoofdredacteur van de #Jezusglossy, over vergeving.
Woord van Leven Maart 2011.
Tot 10 tellen in geloof -samen oefenen om leerling van Jezus te zijn-
Inclusieve Ik & Inclusieve Samenleving Farida Farhadpour
Op hoop van zegen of vol verwachting klopt ons hart?
Woord van Leven April 2015 “Ik ben voor iedereen wel íets geworden” (1 Cor 9, 22)
Ga dan op weg… De missie van de Verlosser
Geloof en wetenschap in het scheppingevolutie debat.
“Ga de weg van de liefde.”
“De Rode Draad…” De levensbeschouwelijke analyse.
Bijbelstudies over de gelijkenissen van Jezus
VREUGDE.
Opvoedstijlen en interculturele communicatie
Stromingen in de psychologie Hoorcollege 1
Relaties Een diepere kijk. Waarom horen mensen zo graag bij een groep 3 vragen aan Herman De Dijn.
Waarom zou ik geloven? Een uitnodiging om na te denken over je geloof Philip Nunn - De Bron Deel #1: 1 nov 2105 Deel #2: 22 nov 2105.
Het Belang van Limburg Waar zijn we mee bezig? 09/01/2015 om 06:23 door Eric Donckier VRT-nieuws Monica De Coninck: "Waar zijn we mee bezig?" Auteur:
Het nieuwe verbond Koen Minderhoud 22 mei Ps 25:14 (Herziene Statenvertaling) 14 Vertrouwelijk gaat de HEERE om met wie Hem vrezen, Zijn verbond.
Het werk van de Geest.
Transcript van de presentatie:

Filosofie & Religiositeit Reflecties op religie in een post-moderne wereld Welkom! http://filosofiereligiositeit.wordpress.com/ 1

29 nov: Jan Knol over Spinoza volgende week maandag zal Jan Knol een lezing houden over Spinoza voor de deelnemers aan de cursus Filosofie & Religiositeit maandag 29 november aanvang: 10:30 uur Immanuelkerk, zaal 4 Overwinningsplein 1 Groningen entree ± € 4,- 2

Roland Barthes (1915-1980): (post)-structuralisme Mythologieën (1957): cultuuruitingen (tekst & beeld) hebben verborgen betekenissen tekensystemen (taal & beeld) zijn dragers van sociale waarden door associatie worden waarden & mythes geproduceerd mythes bepalen wat als normaal, natuurlijk wordt beschouwd, terwijl dit cultureel en historisch bepaald is, en dus willekeurig Nietzsche: waarheden zijn illusies waarvan we vergeten zijn dat het illusies zijn mythes zijn geconstrueerd & vastgelegd door dominante ideologie deze kunnen door een structuralistische analyse kunnen worden blootgelegd La mort de l'Auteur (1968): “de auteur is dood!” de auteur legt niet de betekenissen in een tekst die de lezer er uit haalt betekenis is afhankelijk van de context (tijd, plaats, cultuur) de tekst ontstaat pas tijdens het lezen: de lezer geeft zelf betekenissen aan de tekst een tekst kan meerdere betekenissen kan hebben door de auteur dood te verklaren kan de lezer worden bevrijd van eenzijdige interpretatie 3

Jacques Lacan (1901-1981): structuralisme & psycho-analyse taal is constitutief voor onze werkelijkheid; wij leven in een illusie niet alleen ideeën, maar ook verlangens & begeerten zijn talig ook het onderbewuste is gestructureerd als taal; nl. van de Ander 1] imaginaire orde = in ons bewustzijn: zelfbeeld, wereldbeeld 2] reële orde = de realiteit buiten de imaginaire en symbolische orde het reële is een verstoring van de symbolische en imaginaire orde het Ding treedt binnen als een manifestatie van datgene wat we met ons bewustzijn en onze verbeelding niet aan banden kunnen leggen 3] symbolische orde = regels: het recht, moraal, taboes, etiquette, verkeersregels, etc. alles uitgedrukt in taal staat onder het gezag van de symbolische orde ook benamingen voor anderen, waarin functie / rol is uitgedrukt, werken als voorschrift symbolische orde is het domein van de grote Ander, die gezag en macht over ons heeft 4

Jacques Lacan (1901-1981): de ander & de 3 ordes 1] imaginaire ander = degene die op mij lijkt, mijn spiegelbeeld, iemand die mijn taal/dialect spreekt, mijn basis-overtuigingen deelt, m.a.w: mijn vertrouwen wekt ik neem anderen waar als vreemdeling als ze niet lijken op mijn imaginaire zelfbeeld 2] reële ander = de ander in zijn storende en feitelijke realiteit primaire ervaring die wij van vreemden hebben is die van een dreigend, afschuwwekkend monster: de ander is een Ding die reële ervaring wordt door het imaginaire en symbolische verdrongen door paraat staande cultureel gevormde beelden 3] symbolische ander = de ander voor wie ik een benadering vanuit de cultuur paraat heb de cultuur schrijft voor hoe ik mij tegenover die ander moet en kan gedragen de strijd in de symbolische orde gaat over de juiste gedragsregels of kwalificaties tegenover mensen, die niet aansluiten bij ons imaginaire zelfbeeld 5

Jacques Lacan (1901-1981): de symbolische Ander symbolische Grote Ander = dat wat de symbolische ruimte domineert de symbolische orde is als een taal gestructureerd in de symbolische orde gaat het om de regels die onze taal, ons bewustzijn en ons gedrag bepalen het symbolische is vooral onbewust: betekenislagen in het taalgebruik, de lading die woorden hebben, etc het onbewuste heeft de structuur van een taal, de taal van de symbolische Ander ik pas mijn gedrag aan aan regels uit angst om te falen tegenover de symbolische Ander zonder die Grote Ander zou er voor mij geen symbolische orde zijn in feite is God de personificatie van de symbolische orde, en van de macht van die orde bij alles wat we doen is er een blik op ons gericht die ons beoordeelt, en deze ervaren wij alsof hij van buitenaf komt (vgl: Freuds idee van Über-Ich, oftewel het geweten) deze blik noemen wij God, maar die plaats kan net zo goed andere namen dragen de grote Ander bestaat niet in reële zin, maar alleen in mijn onderbewustzijn 6

Jacques Lacan (1901-1981): het spiegel-stadium Het spiegel-stadium (vgl. Hegel: meester-slaaf dialectiek) het niet-reflexieve kind noemt zichzelf niet “ik”, maar bij de voornaam het beschrijft de sociale werkelijkheid niet vanuit de 1e en 2e persoon (als ik en jij), maar vanuit de 3e persoon (met eigennamen) het ego (“ik”) ontstaat uit het conflict (vervreemding) tussen het onbewuste subject (proto-ik) en het spiegelbeeld (de ander) het “ik” is een illusie die ingebed is in de imaginaire subjectiviteit de imaginaire identiteit (de persoon) komt voort uit vervreemding het kind leert het verschil tussen ik en jij, en wordt reflexief het “ik” is geen “zijnde”, maar een zelfbeeld, een ideaal, een project als zodanig kan het deelnemen aan de symbolische orde het project van het “ik” in onze samenleving is er op gericht om te worden wie je (eigenlijk) bent (vgl. het “ik” als gebeuren) 7

Slavoj Žižek (1949): Hegel + Marx + Lacan Hegels dialectiek: these - antithese - synthese Lacans begrippenapparaat: imaginair - symbolisch - reëel 1] these = de symbolische orde: hier wordt ordening aangebracht (middels taal) in de chaos van de werkelijkheid (het reële) 2] anti-these = de reële orde, waarin altijd tegenstellingen bestaan, die zich nooit definitief laten vangen in de taal (het symbolische), bestaat uit regels met uitzonderingen, onvolmaaktheden waartegen het subject strijdt door ze in te voegen in de symbolische orde, zonder dat ze werkelijk helemaal worden opgelost (aufgeheben) 3] synthese = de imaginaire orde, het eigen wereldbeeld met het “ik” in de hoofdrol, het volmaakte samengaan van these en antithese het project van het “ik” in onze samenleving is er op gericht om te worden wie je (eigenlijk) bent (zelfontplooiing) de imaginaire orde (synthese) bestaat slechts in het verlangen, dat nooit volledig gerealiseerd kan worden 8

Slavoj Žižek (1949): geloven in & geloven aan reformatie: geloof als subjectieve houding krijgt een hogere waardering: God = de naam van datgene waarin je gelooft: gefundeerd in de aard van het geloof God als symbolische Ander is geen realiteit in de zin dat Hij ergens zou bestaan, maar als personificatie van de symbolische orde is hij psychologisch uiterst reëel gelovigheid = geloven aan = geloof in bestaan = imaginair = belief = geloof in bijv. sinterklaas of kabouters = een bepaalde overtuiging geloof = geloven in = geloof als vertrouwen = symbolisch = faith = geloof in bijv. God in de joodse zin = een bindende overeenkomst het geloof als vertrouwen is een verbond, een symbolisch contract, vertrouwen in wat de naam representeert: de symbolische orde monotheïsme (christendom, islam) = er is één God waaraan en waarin gelooft wordt henotheïsme (jodendom) = geloof aan meerdere goden, slechts één waarin gelooft wordt jodendom vraagt vertrouwen in JHWH, zonder geloof aan meerdere goden aan te tasten 9

Slavoj Žižek (1949): imaginair & symbolisch geloof Jezus is de mens in wie ik mijzelf kan herkennen (imaginair) terwijl ik in hem tevens het absolute ontmoet (symbolisch): de kern van mijn identiteit is niet langer die van de onderworpene of de verbondspartner, maar eerder die van het kind (Nietzsche) . imaginair geloof = bijv. geloof in vraag & aanbod: weerspiegelt wensen & strevingen, geeft mijn wereld betekenis & structuur voor imaginair geloof is het voldoende dat ik aanneem dat er iemand anders is, die het echt gelooft, het weten kan, etc symbolisch geloof = vertrouwen in de symbolische orde, in het pact dat de grote Ander met mij / mijn groep heeft gesloten symbolisch geloof wordt altijd in de eerste persoon uitgesproken en dan ook heeft een performatieve betekenis: “ik geloof in God” is op symbolisch niveau een uitdrukking van engagement, het is een bevestiging van een afspraak geloof is verbonden met de universele structuur van het menselijk bewustzijn: iedereen kent een hoogste waarde die als de personificatie van de symbolische orde optreedt 10

Slavoj Žižek (1949): de staat als symbolische Ander Thomas Hobbes (1588-1679): The Leviathan - het gemenebest of sociaal contract: natuurlijke staat: “oorlog van allen tegen allen”, “de mens is voor andere mens een wolf” wanneer individuen hun persoonlijke recht op geweld overdragen aan een soeverein, die uit naam van allen zorg draagt voor de handhaving van wetten die onderling geweld uitsluiten, is de natuurlijke staat van oorlog beëindigd, en de staat geboren deze staat berust niet op vrije consensus, maar op een ordening van de macht een heerschappij van wetten waarover we het eens zijn (Rousseau), is onvoldoende, omdat we niet kunnen rekenen op vrijwillige gehoorzaamheid: er moet één instantie zijn die de onbeperkte macht heeft (geweldsmonopolie: alleen politie & leger hebben wapens) dwang is wezenlijk: gehoorzaamheid aan de wet, ongeacht of men ermee instemt of niet Žižek: iedereen moet geloven aan (imaginair) de staat (de grote Ander), ook zonder in die staat te geloven (symbolisch): de staat eist gelovigheid, niet persé geloof geloof in de staat, in de rechtsorde, is een imaginair geloof waarin ik mijn eigen identiteit bepaal op grond van het geloof van een ander: ik neem aan dat de staat er legitiem is, omdat ik aanneem dat een ander het gelooft 11

Jacques Derrida (1930-2004): deconstructivisme onze werkelijkheid is een verwijzingssamenhang (orde): begrippen verwijzen naar andere begrippen (context) de betekenis van dingen is dus nooit definitief, nooit omlijnd, begrippen, ideeën, theorieen zijn ontoereikend en voorlopig différance = begrip dat dient om te deconstrueren différance betekent verschil, maar ook uitstel net als de negatieve theologie wil de différance de aandacht vestigen op datgene wat afwezig, onmogelijk en ongrijpbaar is voor de negatieve theologie is dat God, voor Derrida het ondeconstrueerbare: een zwakke kracht die het onmogelijke mogelijk maakt zoals Nietzsche met zijn genealogie & God-is-dood-verklaring de weg wilde vrijmaken voor een nieuwe scheppende mens, zo wil Derrida met zijn deconstructivisme in de talige orde plek vrijmaken voor creatief denken 12

Jacques Derrida (1930-2004): God = gebod & belofte de positieve (onto)theologie maakt zich schuldig aan het oprichten van een afgodsbeeld JHWH, de onuitspreekbare, is het ondeconstrueerbare, het begin van de taal de ontologie van taal (symbolische orde) is ook een ethiek van de taal: zijn = moeten! het spreekgebod benadert ons in-de-wereld-zijn vanuit een appèl; het gebiedt ons te antwoorden, te handelen, te kiezen, te beslissen, te offeren Luther: de bijbel bestaat uit 2 woorden: gebod (wet van God), en belofte (toezegging) het begin van het evangelie is niet Genesis, maar het Verbond in Exodus: JHWH belooft een nieuwe toekomst, maar legt ook geboden op Israel is God's belofte, het Jodendom is toekomstgericht, verwachting & hoop centraal het nomadische karakter van het Jodendom: geen eindbestemming, slechts belofte “God is de naam van de grondeloze verzinking, van de eindeloze verwoestijning van de taal; maar het spoor van dit negatieve proces schrijft zich in en op en als het gebeuren” de naam God is de naam voor het gebeuren (événement) van de verwijzing: duidt niet iets aan wat is, wat stabiel in zichzelf rust, maar iets wat gebeurt geroepen zijn om te antwoorden, verantwoordelijk zijn, deel te nemen aan de toekomst 13

John D. Caputo (1940): Gods naam als gebeuren God is een andere naam voor bepaalde manifestaties van “ondeconstrueerbaarheid” “Gods eigen spreken, gaat aan het spreken van de mens over God vooraf, anders spreekt de mens over een eigen constructie die per definitie niet God kan zijn” El of Eloah (Allah) verwijst naar de definitieve Waarheid JHWH = “Ik zal zijn die ik zijn zal”: openheid naar de toekomst namen verwijzen naar een gebeuren, een groter geheel van gebeurtenissen met een bepaalde betekenisvolle samenhang, naar iets toekomstigs & ongedetermineerds, een belofte zonder naam (duiding) kan een gebeuren niet plaatsvinden Het gebeuren wordt door 5 eigenschappen gekarakteriseerd: onbeheersbaar: de naam legt niet vast wat er gebeurt maar ontwikkelt zich altijd anders is nooit definitief afgesloten, maar onbepaald, altijd open naar de toekomst overtreft de naam in concreetheid; de inhoud is niet geheel be-grepen heeft het karakter van een advent (komst): dwingt ons om positie te kiezen de betrouwbaarheid van de naam ligt in de mogelijkheden van de toekomst 14

John D. Caputo (1940): Gods naam als gebeuren de naam God betekent iets als advent, als toekomst-openend verhaal van bevrijding Godsbevestiging is geen bevestiging van de waarheid, maar een morele keuze het gebed spreekt uit, gist naar wat het gebeuren te betekenen heeft een ‘zwakke’ theologie is bescheiden, met als uitgangspunt agnosticisme: “Ik weet niet of datgene waarin ik geloof wel God is [...] het is een innerlijke oproep tot het leven [...] een mobilisatatie van de immanente energie van het leven” zwakke theologie stelt een verantwoordelijkheid om de vrijheid van de Ander te dienen, is zwak omdat het een niet-dogmatische, perspectivische benadering tot het geloof heeft de dominante theologie is ideologisch, totaliserend, en militant in tegenstelling drukt de zwakke theologie zich uit middels interpretatie het idee van God als een enorme fysische of metafysische kracht voldoet niet de God-van-de-macht wordt vervangen door een onvoorwaardelijke claim zonder dwang nadruk op de verantwoordelijkheid van mensen om te handelen in het hier en nu God wordt beschouwd als een oproep, en legt de nadruk op zwakke deugden: vergeving, gastvrijheid, openheid, respect voor de Ander: de macht der machtelozen 15

Jan Knol over Spinoza tot maandag 29 november ?! Immanuelkerk Overwinningsplein 1 Groningen maandag 29 november 10:30 - 12:30 uur tot maandag 29 november ?! http://filosofiereligiositeit.wordpress.com/ 16