Leiderschap.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
situationeel leiderschap
Advertisements

Feb 2014 Leiderschap & Professionele Ruimte Joost van der Stoep Organisatiewetenschappen (VU Amsterdam) Organisatie en Personeelsbeleid Rijk (BZK)
Aanpak voor een top team
Eli van Beekveld Zaal 1 Tijdstip uur
Organisatie & Personeel Hoofdstuk 1 Organisatie en organisatiestructuren Organisatie = samenwerkingsverband van mensen met een blijvend karakter gericht.
Organisatiecultuur = het feitelijk gedrag van de medewerkers van een organisatie dat voortkomt uit een stelsel van impliciete en expliciete veronderstellingen,
Leidinggeven Management Eerste verkoper.
Leiderschap: een belangrijk ondersteunend begrip binnen HRM
Zes uitgangspunten voor een goed pedagogisch klimaat
MOTIVEREN Lt. De Groeve Luk.
Communicatieproces .
Organisatiestructuren
Besluitvorming.
Inleiding tot management en organisaties
Basisbegrippen van motivatie
Hoofdstuk 6 Leidinggeven
Hoofdstuk 7 Anderen motiveren
Management van gedrag Hoofdstuk 8 Leiderschap 1.
De aard en effectiviteit van management
PLATO™-Intensief- Leadership
Basisbegrippen van motivatie
Hoofdstuk 7 Motiveren van medewerkers
Hoofdstuk 6 Leidinggeven en macht
Delegeren Leidinggeven Blz. 177.
Management en beleid Leidinggeven Blz. 29.
Leidinggeven en coachen
Opleiden van medewerkers
AFZONDERLIJK BLOK: - Er zijn mensen - Er is een organisatie
2.2 Managementmethodes Moderne Beheerstechnieken
De verschillende stijlen
Een theoretische verkenning
Strategische communciatie in organisaties
Werkveldconferentie 23 april 2014
@Vise Business Consultancy Author: Hans Groen
Het delegeren van taken in de huisartspraktijk
Klassieke benadering ‘Theory of classical management’ Henry fayol:
Managementstijl Management van uitzondering, doelen, rondlopen, etc.
H2 Organisatiestructuur
Leidinggeven H2 Leidinggeven Logistiek supervisor.
Leidinggeven H2 Leidinggeven Logistiek teamleider.
Week 38. Opdracht 4 Hoofdstuk 2 en 3 uitgelicht. Door Jenneke, Julia, Lieke, Nienke en Marit.
Sales H5 Leidinggeven Junior Accountmanager.
Personeelsmanagement
Leidinggeven H3 Leidinggeven Filiaalmanager.
Management en leidinggeven
Persoonlijke en sociale vaardigheden van de commerciële professional
Groepsdynamica Lesweek 6 – Les 5
Groepsdynamica.
Bedrijfskunde 2 V+MBDK30R1 College 5 drs. S. van der Geest.
Bronnen van macht. Formele macht Hiërarchisch Formeel Positie Legitieme macht.
Presentatie titel BIMBDK01 Bedrijfskundige thema’s Week 4
Bedrijfskunde 2 V+MBDK30R1 College 4 drs. S. van der Geest.
Organisatie & Personeel
Stromingen in de psychologie Werkcollege 4 Jennifer de Vries-Aydogdu med.hro.nl/vrije.
Organisatie en Beleid Bijeenkomst week 3 Werken in een team
Periode 3 Bouwen en verzorgen van artikelpresentaties Kerntaak: verzorgen ontvangst en verwerking van goederen Hoofdstuk: Leiding en begeleiding Par: 1.2:
Gebaseerd op o.a. Situationeel leiderschap volgens Hersey en Blanchard
PERSONEELSMANAGEMENT PPT 4 Onderdeel : STRUCTUUR.
PERSONEELSMANAGEMENT PPT 3 Onderdeel : LEIDING GEVEN.
Periode 3 Verzorgen van de winkel en/of opslagruimte Kerntaak: verzorgen ontvangst en verwerking van goederen Hoofdstuk: Verbeteringen en personeel Par:
In de rol van opleider 13 december Inhoud Taken en competenties rol opleider Leerstijlen Ontwikkelen naar zelfstandig leren Structureren en doceren.
ZESC – Situationeel leiderschap
BEDRIJFSCULTUUR.
BEDRIJFSCULTUUR.
Organisatiestructuur Personeelsmanagement
Leidinggeven voor eerste verkoper
Leidinggeven voor eerste verkoper
Hoofdstuk 3: Leiderschapsstijlen
LEIDERSCHAP © Dia van Berry Hagendijk.
Veiligheidsprogramma’s toen…
Transcript van de presentatie:

Leiderschap

Planner  Les 22 / 23  2-11-2011 / 4-11-2011  5.1 Omspanningsvermogen 5.2 Theorie X en theorie Y 5.3 Leiderschapsstijlen 5.4 Managerial Grid 5.5 Managementmethoden  leren theorie en maken wb 5.1 tm 5.12

5.1 Leiderschap Leider Leiderschap Iemand die in staat is invloed op anderen uit te oefenen en die de bevoegdheden van een manager heeft Idealiter zijn alle managers leiders Niet alle leiders zijn ook effectieve managers Leiderschap Het beïnvloeden van anderen om bepaalde doelen te behalen

Managementlagen Topmanagement Hoger management Middenmanagement Lager management Niet-leidinggevend personeel

Spanwijdte en Omspanningsvermogen Spanwijdte = aantal ondergeschikten aan wie direct leiding wordt gegeven (feitelijke situatie / span of control) Omspanningsvermogen = aantal medewerkers aan wie een chef doelmatig leiding kan geven Ideaalplaatje: Spanwijdte = omspanningsvermogen

Effectiviteit van leiderschap afhankelijk van: Persoon van de leider Kennis, ervaring en motivatie van medewerkers De situatie (moeilijkheidsgraad, routine of niet?)

Platte structuur In een platte structuur heb je minder leidinggevenden, snellere communicatielijnen, maar…. een grotere spanwijdte van een leidinggevende.

Steile structuur In een steile structuur: meer niveaus, langzamere beslissingsprocedures.

Orders worden geaccepteerd als ze: Worden begrepen Niet strijdig zijn met het bedrijfsdoel Niet strijdig zijn met het persoonlijk doel Ze door de persoon kunnen worden uitgevoerd (fysiek en mentaal)

5.2 Theorie X en Theorie Y van McGregor personeel houdt niet van werken moet worden gedreigd met straffen ontwijkt verantwoordelijkheid zoekt formele leiding verlangt zekerheid heeft weinig ambitie Theorie Y personeel ziet werk als iets natuurlijks zelfleidend oefent zelfsturing aanvaardt verantwoordelijkheid verlangt verantwoordelijkheid is creatief motivatietheorie

Theorie X Manager ziet werknemers als lui. Ze moeten gedwongen worden om te werken. Ze moeten dus nauw gecontroleerd worden Er is een hiërarchische structuur nodig Werknemers hebben weinig ambitie De manager vermoed dat de enige reden waarom een werknemer werkt, het loon is. Het resultaat is dat managers een autoritaire stijl aannemen en dat motivatie wordt bekomen via bestraffing, beloning en strikte controle.

Theorie Y Het tegengestelde mensbeeld (binnen een organisatie) noemde McGregor theorie Y. Bij deze theorie gaat men ervan uit dat mensen van nature graag werken, zichzelf onder controle kunnen houden en creatief zijn. Motivatie wordt in deze situatie bekomen via betrokkenheid en inspraak De leider zal…

5.3 Leiderschapsstijlen Autocratisch Democratisch Laissez-faire Leider – “alleenheerser” – schrijft voor Taakgericht Democratisch Het betrekken van werknemers in het beslissingsproces; mensgericht Het gebruiken van feedback om werknemers te begeleiden; ruimte voor creativiteit en innovatie Laissez-faire Volledige vrijheid voor werknemers Delegeren van taken en leiding is eerder passief

Waarom geen naam in de middelste? Omdat democratisch, ondersteunend, participerend vormen zijn die betrekking hebben op samenwerking leiding en medewerkers!

5.3 Leiderschapsstijlen Ondersteunend Participeren Werkklimaat en welbevinden centraal Gericht op teamgeest (met gevaar dat taken en doelstellingen verwateren) Participeren De leider en ondergeschikten hebben een even groot aandeel in de besluitvorming; de voornaamste rol van de leider bestaat uit ondersteunen en communiceren Voorwaarden: positieve houding allen, door iedereen gedragen, voldoende kennis en vaardigheiden vereist! Zowel welzijn werker als kwaliteit/kwantiteit werk

M-theorie & L-stijlen Klassieke theorie / Scientific management… Human Relations… Contingentiebenadering? Autocratisch – Laissez-faire Democratisch – Ondersteunend – participerend Flexibel: de situatie bepaald wat nodig is… Managementtheoriën en Leiderschapsstijlen

5.4 Managerial Grid van Blake en Mouton Leiderschapsmatrix in een assenstelstel: x-as taakgericht y-as sociaal gericht

Leiderschapsmatrix

5 leiderschapsstijlen (1) 1.1 Verschraald leiderschap: geen aandacht voor resultaat of mensen (alleen voor zichzelf) 1.9 Relatiegericht leiderschap: aandacht voor mensen maar het werk schiet er bij in

5 leiderschapsstijlen (2) 9.1 Autoritair leiderschap: doel is alles, mensen zijn niet belangrijk, leider gaat over lijken 5.5 Middle of the road manager: alles komt aan bod (en niets helemaal) 9.9 Teamgericht leiderschap: zowel mensen als taak komen aan de orde (integratiegericht)

Types leiderschap in de matrix? De zendeling De compromissenzoeker De autocraat (eigenmachtig heerser) De deserteur De doelmatige leider 1.9 5.5 9.1 1.1 9.9

5.5 Managementmethoden De methoden waarop managers al hun taken – niet alleen leiding geven (maar ook…) – vervullen worden ook wel genoemd “management-by-technieken” Een uitzondering is het integraal management, waarbij management verantwoordelijk is voor alle beleidsaspecten, waarmee “kokervisie” (richten op één aspect) voorkomen wordt en er veel gebruik is van stafdiensten. Doelstellingen bepalen – plannen – organiseren – leiding geven - controleren

‘Management by’-technieken (1) Management by Delegation (MBD) Hierbij delegeert de manager werk (met bevoegdheden en verantwoordelijkheden) aan medewerkers, die deskundig en gemotiveerd zijn. Management by Direction and Control (MBDC) Dit is een autoritaire stijl van leidinggeven, waarbij de manager alles zelf beslist en zijn medewerkers scherp controleert. Management by Objectives (MBO) Manager en medewerker stellen vooraf de doelen vast die de medewerker in een bepaalde periode moet bereiken. Vaak gebeurt dat in de vorm van een contract (contractmanagement). De manager stuurt op de realisatie van de doelstellingen (output); de medewerker is resultaatverantwoordelijk.

‘Management by’-technieken (2) Management by Exception (MBE) Hierbij krijgt een medewerker veel vrijheid, alleen grote afwijkingen van de planning (exceptions) moet hij aan zijn manager rapporteren. Management by Walking Around (MBWA) De (top)manager stuurt zijn organisatie voor een belangrijk deel aan door een bepaalde bedrijfscultuur te stimuleren. Hij stelt zich (door walking around) persoonlijk op de hoogte of managers en medewerkers de bedrijfscultuur adopteren.

Delegeren Delegeren behelst overdracht van taken Voor het delegeren van taken moet aan volgende voorwaarden voldaan worden: Voldoende deskundigheid uitvoerder Voldoende tijd/middelen uitvoerder Voldoende duidelijke opdracht Acceptatie door uitvoerder Twee vormen Incidenteel: tijdelijk Structureel: permanent, blijvend

Voorbeeld SE-vraag Waar is er sprake van inspraak?

Vallen SE-resultaten tegen?

Vragen?

http://123management.nl/index.html http://www.gp-training.net/training/leadership/results.htm