Acadin, ruimte voor talent binnen een rijke leeromgeving Workshop Acadin, ruimte voor talent binnen een rijke leeromgeving Desirée Houkema (SLO) Landelijke kennisconferentie Talentontwikkeling en Wetenschap & Techniek 27 mei 2011 Presentatie, hand-outs en paper te downloaden via www.acadin.nl/dto/instructie Versie januari 2011
Doelstellingen Acadin Acadin, ruimte voor talent Workshop Doelstellingen Acadin Doelen: Ruimte creëren voor onbegrensd leren Bijdragen aan stimulerende, rijke leeromgeving Ondersteuning bij vormgeven onderwijs op maat Uitbreiding van beschikbare mogelijkheden en bronnen In te bedden binnen dagelijkse onderwijspraktijk (in de context van andere onderwijsvoorzieningen) Doelgroepen (basisonderwijs): Talentvolle / (hoog)begaafde leerlingen Begeleider(s): eigen leerkracht(en), begeleider verrijkingsklas, (hoog)begaafdheidscoördinator, IB-er, externe begeleider, experts, andere (externe) betrokkenen, … Doel Het doel is dat Acadin ondersteunend werkt in het creëren van ruimte voor (zeer) talentvolle leerlingen om zich (verder) te ontwikkelen, passend bij hun mogelijkheden. Binnen Acadin wordt onbegrensd leren beter mogelijk gemaakt: Leerlingen kunnen hun eigen grenzen verleggen door het werken aan uitdagende opdrachten Acadin maakt het mogelijk om tijd- en plaatsonafhankelijk leren, zowel in de eigen klas, in een (externe) verrijkingsklas, thuis, of elders. Acadin, een leeromgeving binnen een rijke leeromgeving Acadin wil bijdragen aan een stimulerende leeromgeving die structureel rijk is ingericht. Acadin is niet dé oplossing voor alles, maar beoogt hieraan een bijdrage te leveren als aanvulling op reeds beschikbare mogelijkheden en in de context van andere mogelijkheden. Met Acadin willen we zo goed mogelijk aansluiten bij de realiteit van de dagelijkse onderwijspraktijk door er voor zorgen dat Acadin te integreren is met deze andere opties en hier niet naast staat. Zo wil Acadin ook bijdragen aan een betere organisatie en afstemming van deze opties en hoe deze met elkaar verbonden zijn en op elkaar inwerken (zoals de organisatie van verrijking binnen of buiten de eigen groep of school). Doelgroepen De primaire doelgroepen van Acadin zijn talentvolle / (hoog)begaafde leerlingen in het basisonderwijs en de leerkrachten en andere (externe) betrokkenen die hen begeleiden. Een instantie die een Topdomein heeft aangevraagd, bepaalt zelf welke leerlingen en begeleiders zij tot deze doelgroepen rekenen. Versie januari 2011
Acadin, ruimte voor talent Workshop Aanleiding Referentieniveaus, kerndoelen en (regulier) aanbod is afgestemd op “gemiddelde” leerlingen voldoen niet voor leerlingen met (uitzonderlijk) talent Onvoldoende cognitieve uitdaging doen vaak onvoldoende relevante leerervaringen op Onvoldoende afstemming op individuele mogelijkheden, interesses en behoeften aanwezig talent wordt niet optimaal benut en aangesproken Acadin is onderdeel van het programma van het Ministerie van OCW: 'Stimuleren excellentie basisonderwijs‘ (2009-2011) Aanleiding Het reguliere onderwijsaanbod (bestaande methodes) is afgestemd op de gemiddelde leerling. Leerlingen met cognitief talent beschikken over het ontwikkelingspotentieel om uitzonderlijke prestaties te leveren. Zij hebben een sneller leervermogen, waardoor zij minder oefening en herhaling nodig hebben. Zij kunnen een hogere moeilijkheidsgraad aan dan binnen het reguliere aanbod geboden wordt. Hoge prestaties (t.ov. het gemiddelde) duiden er op dat hogere eisen nodig zijn om te kunnen spreken van een uitdagend aanbod. Daarnaast hebben zij vaak brede en/of diepgaande interesses, waardoor zij behoefte hebben aan zowel een breder aanbod als aan verdere verdieping, zowel binnen als buiten de reguliere vakgebieden. Doelen die voor hen gesteld dienen te worden, overstijgen de kerndoelen. Gevolgen Hierdoor worden zij binnen het reguliere aanbod onvoldoende uitgedaagd om hun grenzen te verleggen. Dit aanbod sluit onvoldoende aan bij hun mogelijkheden, hun brede en/of diepgaande interesses en hun behoeften op cognitief, sociaal en emotioneel gebied: Op cognitief gebied bestaat deze behoefte met name op het bieden van cognitief uitdagende leeractiviteiten die hen stimuleren en waarmee zij relevante leerervaringen op doen. Op sociaal gebied bestaat deze behoefte uit het delen van interesses met gelijkgestemden, samenwerken op niveau waarbij de meerwaarde van het samenwerken wederzijds is (doordat de leerlingen elkaar aanvullen en elkaars snelheid en manier van denken kunnen volgen en elkaar begrijpen), de mogelijkheid om zich te kunnen spiegelen aan ‘peers’ (denk hierbij aan plusgroepen, ouderverenigingen, buitenschoolse interessegerelateerde activiteiten in clubverband, etcetera). Ontwikkelingsgebieden worden in een bepaalde (leer)situatie meestal in samenhang en interactie met elkaar aangesproken. Ook het emotionele aspect speelt hierbij een rol, bijvoorbeeld: wanneer een leerling cognitief wordt uitgedaagd en hierdoor bijvoorbeeld leert omgaan met de frustraties die komen kijken bij het doorlopen van een leerproces, zoals bijvoorbeeld doorzetten als iets niet lukt, ermee om kunnen gaan het ook even ‘niet te weten’, hulp vragen. Ook de setting van een verrijkingsklas is een voorbeeld waarin het cognitieve, het sociale en het emotionele aspect elkaar versterken. Erkenning en begrip in de omgang met gelijkgestemden dragen bijvoorbeeld bij aan een positief zelfbeeld. De mogelijkheid tot het in contact komen met gelijkgestemden is in de eigen klas niet altijd aanwezig, maar wel belangrijk voor een evenwichtige ontwikkeling. Versie januari 2011
(hoog)begaafdheid nieuwsgierig intens flow autonoom kritisch snel Dabrowski: overexcitabilities veel willend brede interesse Csikszentmihalyi veeleisend nieuwsgierig perfectionistisch gevoelig specifieke, diepgaande interesses intens zet door actief flow scherpe waarneming veel energie kennishonger Dweck: FIXED vs growth mindset snel gefocust leergierig intrinsiek gemotiveerd ontwikkelings- potentieel gedrevenheid procesgericht (hoog)begaafdheid opvallend gevoel voor humor enthousiast voor passies eigengereid zelf ontdekkend creërend (denk)vermogen rijke fantasie veel ideeën autonoom zelfsturend plezier in creëren rijk en levendig voorstellingsvermogen productief flexibel reflecterend Luc Stevens origineel zoekend naar betekenis meerdere invalshoeken Ken Robinson initiatiefrijk kritisch problemen herkennen ondernemend probleem oplossing eigen-wijsheid nonconformistisch omgaan met ambiguïteit meerdere oplossingen sterk rechtvaardigheidsgevoel
Vraagstelling Wat hebben bijzonder talentvolle leerlingen (en hun begeleiders) nodig om rijk onderwijs te realiseren dat aansluit op hun onderwijsbehoeften en hoe kan een digitale leeromgeving daarbij een rol spelen?
Acadin, ruimte voor talent Workshop Wat biedt Acadin? Uitdagende leeractiviteiten voor leerlingen, aansluitend bij interesses: keuze uit breed aanbod (content) mogelijkheden: niveau, leervoorkeur, (denk)vaardigheden behoeften (cognitief, sociaal en emotioneel): o.a. ontmoeting en samenwerking met gelijkgestemden De individuele leerling staat centraal Ondersteuning van begeleider(s) Vinden van passend leermateriaal Handreikingen voor inzet materiaal Uitbreiding van beschikbare (kennis)bronnen Leeromgeving voor plannen, feedback/beoordeling Versie januari 2011
Introductievideo Acadin Online te bekijken via www.acadin.nl/dto
(Ver)rijk(t) onderwijs Acadin, ruimte voor talent Workshop (Ver)rijk(t) onderwijs Mate van gewenste differentiatie is groot: een hele uitdaging om een afgestemd verrijkend aanbod samen te stellen voor bovengemiddelde t/m (hoog)begaafde leerlingen! Bovengemiddeld (ca. 25%) Moeilijk (ca. 10%) Erg moeilijk (ca. 5%) Onderwijsaanpassingen Leerlingen met cognitief talent onderscheiden zich van de gemiddelde leerling onder andere op basis van hun snellere leerpotentieel. Er vanuit gaand dat dit normaal verdeeld is, betekent dit dat er verschillen zijn in leerbehoeften die implicaties hebben voor het bieden van passend onderwijs. Het reguliere materiaal is afgestemd op de gemiddelde leerling en met wat aanpassingen ook voor de leerlingen iets onder het gemiddelde (bijvoorbeeld met behulp van maatschriften). Leerlingen die heel ver ‘naar beneden’ afwijken van het ‘gemiddelde’ vind je heel weinig binnen het reguliere basisonderwijs, maar zie je vooral binnen het speciaal onderwijs. Zij hebben in ieder geval meestal een individuele leerlijn, waarbij rekening word gehouden met hun mogelijkheden en beperkingen. Compacten en verrijken Voor de bovengemiddelde leerling tot en met de hoogbegaafde leerling is de diversiteit groot. Ook hier geldt dat er met aanpassingen in het reguliere aanbod beter tegemoet gekomen kan worden aan hun mogelijkheden. Dit kan bijvoorbeeld door de reguliere lesstof in te dikken (compacten). Ze hebben minder oefening en herhaling nodig en mogen, bijvoorbeeld op basis van verantwoorde compactingrichtlijnen, minder opdrachten maken uit de reguliere methoden (die is afgestemd op de gemiddelde leerling). Hiermee wordt tegemoet gekomen aan hun snellere leervermogen. Compactingrichtlijnen SLO heeft – in samenwerking met uitgevers, leerkrachten en vakexperts - voor deze doelgroep bij alle bestaande methodes de compactingrichtlijnen vertaald naar zogenaamde routeboekjes voor het compacten van rekenen (4 methodes) en taal (8 methodes). Deze routeboekjes dienen als richtlijnen. De leerkracht beslist uiteindelijk – in overleg met de leerling – of hij/zij hiervan af wil wijken door meer of minder te schrappen. Zie ook: Compacten en verrijken van rekenen en taal (SLO): http://www.slo.nl/compacten/ (voor taal gratis te downloaden; voor rekenen te bestellen) Verrijkingsmateriaal Slimme Taal: http://www.slo.nl/primair/publicaties/slimmetaal/ (gratis te downloaden) Het percentage leerlingen dat hiervoor in aanmerking komt is circa 20-30%, voor een bepaald vakgebied. De samenstelling van deze groep is divers: de bovengemiddelde / goede leerlingen, de intelligente leerlingen en de zeer intelligente / (hoog)begaafde leerlingen. De verschillen binnen deze groep zijn vanzelfsprekend dusdanig groot dat het niet mogelijk is om één verrijkend aanbod samen te stellen dat voor alle leerlingen passend is. Verrijking: De tijd die door het compacten gecreëerd wordt, is bedoeld voor het bieden van verrijkende leeractiviteiten. Het is belangrijk om hierbij aan te sluiten bij de mogelijkheden, behoeften en interesses van een individuele leerling. Het is niet eenvoudig om hier voor iedere leerling recht aan te doen. Voor (hoog)begaafde leerlingen is het bovendien van belang dat de verrijkende activiteiten ook een beroep doen op hun specifieke leerkenmerken. Praktische problemen en aandachtspunten bij compacten én verrijken: Verrijking is niet vrijblijvend, zowel voor de leerkracht als voor de leerling. Net als bij andere leerlingen zal de beschikbare leertijd op zinvolle wijze gevuld moeten worden met leeractiviteiten, waarbij de leerling wordt uitgedaagd zijn eigen grenzen te verleggen. Vaak is het lastig om als leerkracht het overzicht te krijgen welke materialen er allemaal zijn én in hoeverre dit aansluit bij wat de leerling nodig heeft. In de praktijk wordt nog vaak verwacht dat leerlingen met cognitief talent volledig zelfstandig kunnen werken aan verrijkingsmateriaal. Echter, voor alle leerlingen die een leerproces doorlopen, dus ook voor leerlingen met cognitief talent, geldt dat zij hierbij recht hebben op begeleiding en feedback. Dit heeft betrekking op het geven van (aangepaste) instructie, begeleiding bij hulpvragen, ondersteuning bij het leerproces en beoordeling van het geleverde werk. Acadin biedt ondersteuning bij het vinden van geschikte leeractiviteiten, die zijn afgestemd op de mogelijkheden en behoeften van individuele leerlingen én bij de organisatie van het leren. Overige onderwijsaanpasssingen: Het aanbieden van uitdagende leeractiviteiten vindt plaats in de context van andere onderwijsaanpassingen die voor leerlingen met cognitief talent nodig zijn, zoals versnelling, compacting en verrijking (binnen en/of buiten de eigen groep), of onderwijs binnen speciale klassen/scholen. Vaak zijn meerdere onderwijsaanpassingen nodig om tegemoet te komen aan alle behoeften van een (hoog)begaafde leerling op cognitief, sociaal én emotioneel gebied. Hoe hieraan tegemoet gekomen kan worden, verschilt per individuele leerling (Hoogeveen, et al. 2004). Dit geldt ook voor de wijze waarop invulling wordt gegeven aan verrijking. hoogbegaafdheid.slo.nl Versie januari 2011
Acadin, ruimte voor talent Workshop Moeilijkheidsgraad Bovengemiddeld ca. 20-30% van de leerlingen, per vakgebied geschikt voor de betere leerlingen met name gericht op verbreding Moeilijk ca. 10% van de leerlingen, per vakgebied geschikt voor de best presterende leerlingen met name gericht op verdieping van onderwerpen Erg moeilijk ca. 5-10% van de leerlingen geschikt voor (hoog)begaafde leerlingen met name gericht op hogere orde denkvaardigheden Moeilijkheidsgraad Toelichting per niveau (Bovengemiddeld) Sommige materialen zijn voor circa 25% van de leerlingen in te zetten (de bovengemiddelde leerlingen, die bijvoorbeeld hoge B scores halen op een vakgebied), terwijl andere materialen voor een deel van deze leerlingen te moeilijk zal zijn. (Moeilijk) Voor andere leerlingen zijn de breed inzetbare materialen juist weer te makkelijk (de intelligente en begaafde leerlingen). Zij ervaren dit al snel als meer van hetzelfde (hooguit in een andere vorm aangeboden). Materialen met een hogere moeilijkheidsgraad zijn voor deze doelgroep beter geschikt. Dit kan bijvoorbeeld als vervanging van een deel van de breed inzetbare materialen geboden worden. Zij besteden hier dan dus minder tijd aan en houden zo binnen het werken aan verrijkingsmateriaal meer tijd over voor andere verrijkingsmaterialen met een hogere moeilijkheidsgraad. (Erg moeilijk) Ook hierbinnen valt nog weer verder te differentiëren: materiaal met een zeer hoge moeilijkheidsgraad is vooral geschikt voor de (hoog)begaafde en zeer intelligente leerlingen die vanuit een sterke autonomie en een sterk ontwikkeld creatief denkvermogen écht behoefte hebben aan open opdrachten, projectmatig werk, onderzoekend leren, complexe problemen, authentieke contexten. Materialen die een hoge mate van zelfstandigheid vragen vallen hier ook onder. Versie januari 2011
Begaafdheidskenmerken beschikt over snel leervermogen, is snel van begrip is nieuwsgierig, heeft een onderzoekende houding beschikt over goed probleemoplossend (analytisch) vermogen heeft een sterke behoefte aan autonomie, heeft weinig sturing nodig beschikt over creatief denkvermogen is gedreven om (eigen) gestelde doelen te bereiken beschikt over goed abstraherend vermogen beschikt over goed reflecterend vermogen ziet goed (causale) verbanden, legt brede (ongebruikelijke) verbanden is gevoelig (voor verwachtingen van anderen) is perfectionistisch houdt van uitdaging, voelt zich aangetrokken tot complexe problemen houdt van activiteit, heeft veel energie heeft brede en/of diepgaande specifieke interesse(s) ?
Criteria voor verrijking Rijk onderwijs Een verrijkende leeractiviteit … biedt meerwaarde ten opzichte van de reguliere leerstof doet een beroep op de zelfstandigheid van de leerling bevat open opdrachten lokt een reflectieve houding uit doet een beroep op het creatief denkvermogen doet een beroep op metacognitieve vaardigheden heeft een hoog abstractieniveau lokt uit tot interactie bevat een hoge mate van complexiteit bevat authentieke contexten (complexe, betekenisvolle real-life problemen) stimuleert tot een onderzoekende houding stimuleert de autonomie en eigen verantwoordelijkheid
Wat heeft deze leerling nodig? Acadin, ruimte voor talent Workshop Wat heeft deze leerling nodig? Welk leerniveau (in leerjaren) kan deze leerling aan (per vakgebied)? Welke moeilijkheidsgraad kan deze leerling aan? Binnen welke (vak)gebieden liggen zijn interesses? Welke leervoorkeur(en) heeft deze leerling? Wat zijn de sterke en minder sterke kanten van deze leerling, bijvoorbeeld m.b.t. specifieke (denk)vaardigheden? Welke leeractiviteit kan ik inzetten om… … zijn (denk)vaardigheden (verder) te ontwikkelen? … aan te sluiten bij … Afstemming op leerlingprofiel en zoekcriteria Wat heeft deze leerling nodig? Aangezien het per leerling verschilt wat nodig is om tegemoet te komen aan zijn/haar (onderwijs)behoeften, dient ook per leerling de vraag gesteld te worden wat de betreffende leerling op een bepaald moment nodig heeft. Hierbij valt te denken aan vragen als: Welk leerniveau kan deze leerling aan? Dit kan per vakgebied verschillen: een leerling in groep 4 kan bij rekenen bijvoorbeeld al toe zijn aan lesstof van groep 5, terwijl deze leerling op het gebied van taal gewoon meedoet met leerlingen die op het niveau van groep 4 werken Welke moeilijkheidsgraad kan deze leerling aan? Verrijkingsmaterialen bieden niet voor alle leerlingen even veel uitdaging. De beschikbare materialen variëren in moeilijkheidsgraad, van geschikt voor de bovengemiddelde leerling tot en met de (hoog)begaafde leerlingen. Hier kan dus rekening mee gehouden met betrekking tot de doelgroep waarvoor bepaalde materialen worden ingezet. Binnen welke (vak)gebieden liggen zijn interesses? Kenmerkend voor (hoog)begaafde leerlingen is dat zij vaak brede en diepgaande interesses hebben. Binnen de reguliere vakgebieden wordt hier nauwelijks een beroep op gedaan. Sommige leerlingen verliezen mede hierdoor ook hun motivatie voor het leren. Het is wél belangrijk dat zij ook de kans krijgen om hun interesses te volgen. Uit onderzoek is bekend dat dit de betrokkenheid bij het eigen leerproces en (hiermee samenhangend) de motivatie vergroot. Het is dus belangrijk om te weten welke interesses leerlingen hebben, zowel voor het bieden van een breder aanbod aan vakgebieden en verdere verdieping hierbinnen, als voor het bieden van aanbod buiten de vakgebieden, aansluitend bij specifieke interesses van leerlingen. Welke leervoorkeur(en) heeft deze leerling? Voor alle leerlingen geldt dat zij niet allemaal op dezelfde wijze leren. Om leerlingen optimaal te laten profiteren van het onderwijs, is het belangrijk dat wordt ingespeeld op de leerstijl of leervoorkeuren die een leerling heeft. Wat zijn de sterke en minder sterke kanten van deze leerling? Net als bij het inspelen op interesses het geval is, geldt in meer algemene zin dat het goed is om de sterke kanten van leerlingen aan te spreken en te benutten. Tegelijkertijd is het van belang om de minder sterke kanten ook verder te ontwikkelen. Bij het ontwikkelen van denkvaardigheden kan het dus bijvoorbeeld zo zijn dat je een leerling met sterk creatief denkvermogen bewust hierop aanspreekt door het bieden van creatieve opdrachten. Als diezelfde leerling regelmatig vastloopt in de praktische uitvoering van zijn ideeën, is het daarnaast ook goed om zijn praktische vaardigheden verder te ontwikkelen. Het is ook van belang dat leerlingen dit van zichzelf en van elkaar weten en herkennen, zodat zij hierin leren samenwerken en ervaren dat ze elkaar hierin aan kunnen vullen. Samenwerken krijgt zo voor hen meerwaarde: zij kunnen van anderen leren en andersom, waardoor ze ervaren dat ze samen tot een beter eindresultaat komen dan dat alleen was gelukt. In meer algemene zin geldt dat het dus belangrijk is om een goed beeld te hebben van de interesses, mogelijkheden en behoeften van leerlingen, zodat dit vertaald kan worden naar een aanbod van passende leeractiviteiten waarin hier een beroep op wordt gedaan. De uiteindelijke vraag is dan dus heel concreet: Welke leeractiviteit kan ik inzetten om de vaardigheden van de leerling verder te ontwikkelen en om aan te sluiten bij de onderwijsbehoeften van de betreffende leerling, zoals dit bij de beantwoording van de genoemde vragen naar voren komt. Leerkrachten hebben vaak niet het overzicht van alle beschikbare leeractiviteiten, laat staan van waar een bepaalde leeractiviteit een beroep op doet en andere belangrijke eigenschappen van een leeractiviteit, die te maken hebben met bovenstaande vragen. [technische informatie] Metadata Om leeractiviteiten op dergelijke kenmerken te kunnen vinden, zijn de in Acadin beschreven materialen hierop beschreven. Dit betekent dat ze hiervoor voorzien zijn van extra beschrijvende ‘labels’ (metadata), die (door SLO) zijn ontwikkeld, onder andere voor gebruik in Acadin. Versie januari 2011
Huidige leerlingprofiel Acadin, ruimte voor talent Workshop Huidige leerlingprofiel Didactisch niveau Per hoofdvakgebied: rekenen/wiskunde, taal, wereldoriëntatie Moeilijkheidsgraad: bovengemiddeld, moeilijk, erg moeilijk Interesses Didactisch niveau in te stellen per leerling Leerlingprofiel Binnen het huidige leerlingprofiel kan worden weergegeven: Het didactische niveau: In te stellen door de beheerder van een Topdomein bij het aanmaken van een leerlingaccount. Per hoofdvakgebied (taal, rekenen/wiskunde en wereldoriëntatie) kan worden aangegeven op welk niveau de leerling de leerstof aankan, uitgaand van de jaargroep waarop de leerling de reguliere lesstof bij het betreffende vakgebied doorloopt. Informatie hierover is meestal wel bekend over een leerling op basis van beschikbare didactische gegevens. De interesses van de leerling: In te voeren door de leerling zelf in zijn/haar leerlingprofiel. Dit kunnen zowel de hobby’s van de leerling als andere interessegebieden betreffen. In het profiel van de leerling en bij het blauwe profielblok (dat zichtbaar is voor de leerling als deze is ingelogd) zijn deze interesses zichtbaar. Leerlingen kunnen andere leerlingen via hun profielen ook vinden op basis van gedeelde interesses en eventueel contact met elkaar opnemen. (N.B. Het is via de instellingen bij het beheren van de contacten ook mogelijk om deze optie niet toe te staan, indien gewenst). Interesses in te voeren door leerling in eigen profiel Versie januari 2011
Acadin, ruimte voor talent Workshop Huidige zoekcriteria Alle leeractiviteiten zijn inhoudelijk beschreven op: Vakgebieden PO Trefwoorden Leerniveau(s) Moeilijkheidsgraad (Denk)vaardigheden Meervoudige intelligentie Praktische informatie: Benodigde tijd (<2, 2-4, 4-10, >10 uur) Digitaal vs niet-digitaal Zoeken naar leeractiviteiten Het is belangrijk dat het werken binnen de Digitale Topomgeving in te bedden is in de dagelijkse onderwijspraktijk. Hierbij spelen verschillende aspecten een rol. Wat in ieder geval in de praktijk vaak het geval zal zijn, is dat er in het bieden van aanbod altijd een mix zal zijn tussen zowel bestaande, fysieke materialen (bijvoorbeeld methodes, maar ook concrete materialen, zoals bij techniek, de doosjes van Professor Ein-O, denkspellen, enz.) Er zal een goede balans gevonden moeten worden tussen het digitaal leren en het leren vanuit een methode, werkboek, werkblad of met andere materialen. Het is de bedoeling om daarom ook bestaande verrijkingsmaterialen, ook als ze niet digitaal zijn, wél te beschrijven, zodat ze vindbaar worden gemaakt vanuit Acadin op basis van de hierin gebruikte zoekcriteria én aan leerlingen toegekend kunnen worden. Dit maakt het mogelijk om, indien gewenst, het werken aan de bestaande materialen ook vanuit Acadin op te nemen in de planning van een leerling en zo kan ook op andere aspecten, zoals het geven van een beoordeling en feedback, op een zelfde manier gewerkt worden binnen de Digitale Topomgeving. Omdat het werken aan verrijkingsmateriaal niet vrijblijvend is, is het bijvoorbeeld goed dat dit een vaste plek krijgt binnen de weektaak van een leerling. De leerkracht zal het werken aan verrijking uiteindelijk moeten faciliteren, bijvoorbeeld door er voor te zorgen dat er ook daadwerkelijk tijd gecreëerd wordt om er aan te kunnen werken. Daarom zijn de in Acadin opgenomen materialen ook beschreven op een aantal praktische aspecten, zodat hier rekening mee gehouden kan worden. Voor het beschrijven van leermateriaal bestaat hiervoor de mogelijkheid om informatie op te nemen over de benodigde tijd en het bestandsformaat. Benodigde tijd: heeft betrekking op de inschatting van de tijd die nodig is om te werken aan de betreffende leeractiviteit *CZP: ‘Studiebelasting’ Materiaal: geeft aan of de betreffende bron van de leeractiviteit digitaal of niet-digtaal is *CZP: ‘Bestandsformaat’ Versie januari 2011
Demonstratie Digitale Topomgeving Mogelijke rollen waarmee ingelogd kan worden binnen een Topdomein: Beheerder (moderator) Begeleider Leerling Inloggen via: www.acadin.nl dto.acadin.nl Introductievideo, offline demo (pps) en handleidingen (pdf): Te downloaden via www.acadin.nl/dto/instructie
Stand van zaken – mei 2011
Discussie Enkele randvoorwaarden voor rijk onderwijs: Flexibilisering Groepsdoorbrekend organiseren Continuüm aan rijke arrangementen bieden Tijd- en plaatsonafhankelijk leren faciliteren (o.a. door inzet ict) Uitgebreid onderwijs Schooloverstijgende samenwerking (lokaal) Regionale samenwerking / Passend Onderwijs (schoolbesturen, ondersteunende instanties, wetenschapsknooppunten, …) Toerusting leerkrachten Professionalisering d.m.v. trainingen en (na)scholing Doelgerichter benutten van talenten binnen teams Ondersteunende tools, e-learning, achtergrondinformatie
Rijk onderwijs voor …??? Breed, rijk en gevarieerd continuüm aan plusarrangementen Breed, rijk en gevarieerd continuüm aan leerarrangementen
Toekomstige ontwikkelingen Vervolg programmaplan Acadin t/m 2011: Doorontwikkeling leeromgeving Integratie tools t.b.v. ontwikkeling onderzoeksvaardigheden Uitbreiding content (kwantitatief) Arrangeren en verrijken content (kwalitatief) Implementatiebevorderende activiteiten (beschikbaar stellen van instructie-/workshopmateriaal, versterking samenwerking ondersteunende instanties en netwerken) Continuering Acadin na 2012 [Bron: Ministerie van OCW (2011), ‘Actieplan po Basis voor presteren’]
Leerlingprofiel: de leerling in beeld In relatie tot systematiek voor signalering en begeleiding Bevordering zelfsturing, zelfinzicht, zelfreflectie d.m.v. stimulerende leeractiviteiten met een signaleringsfunctie Autonomie van leerlingen als uitgangspunt Differentiatie in niveaus van complexiteit per (cluster) leerling(en) Keuzevrijheid voor leerlingen Leerdoelen zijn vooraf geformuleerd voor/met de leerling Activiteiten zijn zo zelfstandig mogelijk en/of coöperatief uit te voeren door de leerling(en), met (externe) hulpbronnen waar nodig (tools, tips, informatie, medeleerlingen, coaches, mentoren, experts) Zichtbare opbrengsten voor en over de leerling (Zelf)reflectie / Evaluatie door en met de leerling en/of met peers / medeleerling(en), begeleider(s), of anderen
http://www. rijksoverheid http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ocw/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2011/05/23/actieplan-po-basis-voor-presteren.html
Meer informatie Contactgegevens Desirée Houkema Yvette Eveleens d.houkema@slo.nl Projectleider Contactgegevens voor technische vragen, aanvraag Topdomein en klachten via acadin@kennisnet.nl voor inhoudelijke vragen en bijdrage leeractiviteiten (content) via acadin@slo.nl Zie ook de websites: www.acadin.nl hoogbegaafdheid.slo.nl Yvette Eveleens y.eveleens@kennisnet.nl Product manager