fictieanalyse College 3
Programma van 30 november Hoofdstuk 9 Mama Tandoori http://dewerelddraaitdoor.vara.nl/media/66920 Bespreking Emigratie Hoofdstuk 10 Tijd
Fabel en sujet Fabel is de geschiedenis: de chronologische weergave van d gebeurtenissen. Sujet: de volgorde die de lezer voorgeschoteld krijgt.
ordeningsprincipes Niet/wel chronologisch opeenvolgend geordend Retroversies: hele episodes uit het verleden worden weergegeven Flashback: een herinnering, in gedachten of in een droom bij personale verteller. Een personage beleeft opnieuw iets uit het verleden Psychologische functie: meer informatie om beweegredenen van hoofdpersoon te begrijpen
ordening Simultaneïsme : zelfde tijdstip, andere plek, ander perspectief Achteraf vertellen: vision par derrière Met verhaal mee: vision avec
Duur van de geschiedenis Verteltijd: aantal bladzijden/woorden. Vertelde tijd: de duur in uren, dagen, jaren vanaf begin tot eind. Verhouding tussen verteltijd en vertelde tijd Tijdversnelling panoramisch, samenvattend vertellen (telling) Vertelde tijd > verteltijd = Raffung
tijdsverloop Vertelde tijd= verteltijd Deckung Scenische presentatie toneelachtig. De tijd bepaald, een vaste ruimte en perso- nages zijn duidelijk. Lijkt zich voor je ogen af te spelen: showing Veel dialogen Vertelde tijd en verteltijd zijn meestal niet echt gelijk; wel gesuggereerd
tijdsverloop Vertelde tijd < verteltijd Dehnung Middel: tijdvertraging meer accent op een gebeurtenis. Toepassing in bijvoorbeeld innerlijke monologen, om spanning op te wekken. Of extra informatie geven over een land, cultuur:
Pauze in een tekst Er worden geen gebeurtenissen verteld er wordt geen vertelde tijd weergegeven. Vb. uitgebreid ingaan op een gewoonte in een bepaald land om zo de ruimte een bepaalde functie geven (Rubberplantage)
Diffuus of gemarkeerd? diffuus: beetje vaag verloop van tijd (sprookje) Gemarkeerd: helemaal duidelijk wanneer iets gebeurt: Andreas gaat op bezoek bij tante, garage variatiemogelijkheid Exemplarisch: info over een gemarkeerde tijd ter illustratie van ….. (soms, altijd, dan) Iteratief: info over zich herhalende gebeurtenissen. Elke maandag…….
Spelen met informatie de lezer weet meer/minder dan het personage De lezer en het personage weten geen van beiden genoeg Hoe verdeelt de verteller de informatie en in welk tempo? Sujet Vooruitwijzing/ anticipatie Tempo van vertellen: tijdvertraging
Situationele/ dramatische ironie De lezer weet meer dan het personage komisch:Jan Klaassen-effect (poppenkast). Veel gebruikt in kluchten. Tragisch: als lezer zie je een drama gebeuren zoals in de Griekse mythe van Oedipus.
Tot slot Lees Alleen de boeken van Marga Minco Ga in op de volgende punten Perspectief Focalisatie Herhaling, waar je betekenis aan toekent Tijd Beoordelingswoord en onderbouwing