Boekverslagen analyseren met het referentiekader taal

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Het schrijven van een practicum verslag
Advertisements

Autisme en Mindmap Thuis en op School
Communicatie & Presentatie
Uiterlijke structuur aanbrengen
Het doen van onderzoek in klas 4
Zakelijk Schrijven II college 1, week 1
THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD
Lerarenopleiding Nederlands
Zakelijk lezen Nederlands.
Bijeenkomst 6 oefentekst.
Ingenieursvaardigheden
In stappen naar de innerlijke structuur
Al doende leren training docenten
Wanneer én hoe moet uw leerling aan de reken- en taleneisen voldoen?
Nederlands Gymnasium Centraal examen 2011.
Zakelijk schrijven Bijeenkomst 5.
opdracht 3 bespreken opdracht 4 introduceren stijlkwesties
AMARANTIS EXAMEN Medewerker Marketing Communicatie.
Van raamwerk naar referentiekader, wat betekent dat in de praktijk?
Kennis verbreden en verdiepen
Onderzoek doen een methodische aanpak
Een leesstrategie: toepassing
Beschouwing – De Laatste Tips
Samenvatten.
Samenvatten Klas 4A de Foorakker.
Thema 7 les 7 Signaal- en verwijswoorden
Workshop evalueren Dcp
Leesvaardigheid Hoofdstuk 1 t/m 3
inleiding leesvaardigheid Leesstrategieën & schrijfdoel
Teksten schrijven. Teksten schrijven Teksten schrijven – Waar gaat het over Onderwerp Titel Lead Tussenkopjes Illustraties Woorden vet/cursief.
Rapportagetechniek Wat moet er in een voorwoord?
Tekstverklaring Hoe doe je dat?.
Hoofd- en deelvragen sectorwerkstuk 4 mavo.
1 december  Toelichting BSA programma  Per onderdeel koppeling met thuis  Komende periode  Afsluiting.
Kritisch denken ‘vertaald’
Rapportagetechniek Wat moet er in een voorwoord?
SET schrijfvaardigheid H5
WOENSDAG 16 MAART VRIJDAG 18 MAART NEDERLANDS. PROGRAMMA  15 minuten lezen uit het leesboek  Bespreken werkplanner  Nakijken opdracht 3 en 4 (lezen)
Leesvaardig Examentraining.
Problemen in de interactie en communicatie bij kinderen met een aan autisme verwante stoornis. M. Serra & R.B. Minderaa.
Het schrijven van een betoog
LEZEN 5.2 SOORTEN SAMENVATTINGEN. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET/KUN JE.. Welke soorten samenvattingen er zijn. Hoe je deze samenvattingen moet maken.
Lezen, schrijven en argumenteren
Cursus Leesvaardigheid
Groep 8 Begrijpend lezen lezen
SET schrijfvaardigheid H5
GEDOCUMENTEERD SCHRIJVEN Revisited
Lezen H1 t/m H3 In deze PowerPoint: Op onderwerp: Op leesstrategie:
Overtuigende tekst/betoog
Essay Een essay is een beschouwende tekst over een literair, maatschappelijk of wetenschappelijk onderwerp, met een duidelijk persoonlijke inslag. Een.
7 lessen tot het eindexamen – Tips en Tricks
Een beschouwing schrijven
H1, H2, H3 Nieuw nederlands Klas 3
Door Roos K, Roos V, Lianne, Yosta en Marlijne
Een RECENSIE schrijven
Hoe schrijf je een recensie?
Vwo 6 – literatuur Week
Recensie schrijven Klas 1e , RSFN.
Spreken en gesprekken 2.2 en 2.3 Schrijven 1.5 en 1.6 Grammatica 3.3
PowerPoint Taal Bijeenkomst 3: Doelen selecteren en vastleggen
ERK Writing.
Les 1: - Schrijven Spreken en gesprekken
teksten Een tekst vormt een samenhangend geheel
PowerPoint Taal Bijeenkomst 3: Doelen selecteren en vastleggen
4 havo Schrijflijn les 5
Een (informatief) Artikel schrijven
Succescriteria voor Spreekvaardigheid
Nederlands 1.1h. Je kunt informatie opzoeken
Belangrijke begrippen ‘Lezen’
DRIE pilaren van Een gebruikersgerichte website
Transcript van de presentatie:

Boekverslagen analyseren met het referentiekader taal Dag van Taal, Kunsten en Cultuur 25 januari 2013 Clary Ravesloot

Opzet presentatie 1. Achtergrond: het boekverslag in het onderwijs 2. Evaluatiemodel boekverslag uitproberen 3. Discussie

Boekverslagen in het onderwijs = schriftelijk verslag over een gelezen literair werk verschillende verschijningsvarianten: vast format, richtvragen, alle aspecten van het begrippenapparaat omvattend, inzoomend op enkele aspecten van het begrippenapparaat veel voorkomend, in onder- en bovenbouw, vooral sinds invoering Tweede Fase beoordeling varieert: cijfer, naar behoren/onvoldoende

Doelen boekverslag controlemiddel (heeft leerling het boek gelezen?) toets literaire competenties (heeft leerling het boek begrepen?) middel om de literaire ontwikkeling te volgen (hoe ontwikkelen zich de literaire smaak en competenties van de leerling?) geheugensteun voor de leerling (dossiervorming ter voorbereiding op een mondelinge toets over gelezen boeken)

Beoordeling boekverslag Docenten beoordelen vooral de literaire competenties die de leerling in een boekverslag laat zien. Docenten strepen fouten in spelling en formulering aan, of maken een opmerking over het taalgebruik. Van structurele aandacht voor de ontwikkeling van de schrijfvaardigheid van de leerling aan de hand van het boekverslag is doorgaans geen sprake.

Samenhang Fictie - Schrijven De koppeling van fictieonderwijs en schrijfonderwijs is zinvol, want: Schrijfvaardige leerlingen leveren betere prestatie in het domein Fictie. Minder schrijfvaardige leerlingen kunnen niet goed laten zien welke literaire competenties ze in huis hebben. Leerlingen die goed weten hoe je een bepaald genre schrijft, maken een beter eindproduct.

Schrijven en Fictie bij Umer Samenhang   - gedachtegang - relaties - tekstopbouw - alineagebruik - zinsniveau Doel Publiek - stijl - register Woorden Taalverzorging - spelling - interpunctie - grammatica Leesbaarheid Fictie 1F 2F 3F Begrijpen   - structuurelem. - stijl - genre - personages - verwikkeling Interpreteren - relatie werkel. - thematiek Evalueren - argumenteren - reflectie tekst - refl lit ervaring - interactie

Voorwaarden voor ontwikkelingsgericht onderwijs De schrijfvaardigheid van leerlingen verandert niet in een kort tijdsbestek en moet dus over een langere periode worden gevolgd. De opdracht moet gaandeweg het ontwikkelproces meegroeien met de leerling: steeds een niveau hoger. De keuze van het boek moet passen bij het niveau van de leerling. Effectieve feedback helpt de leerling om op een hoger niveau te komen.

Evaluatiemodel Fictie + Schrijven   1F 2F 3F score Verwikkeling - fragmenten parafraseren of navertellen - chronologisch navertellen / situaties en verwikkelingen beschrijven - causale verbanden leggen tussen gebeurtenissen Samenhang: relaties - eenvoudige relaties: opsomming, chronologie - oorzaak-gevolg; voor-/nadelen; overeenkomsten; vergelijking Relatie met werkelijkheid - legt relatie tussen tekst en werkelijkheid - realiteitswaarde bepalen Personages - met personage meeleven - emoties herkennen (verdriet, boos, blij) - denken, handelen, voelen beschrijven - typeren naar uiterlijk, innerlijk - causale verbanden leggen m.b.t. personages - doelen / motieven van personages opmerken Samenhang: zinsniveau - bekende voegwoorden: en, maar, want, omdat - veel voorkomende signaalwoorden (als, hoewel) en verwijswoorden (die, dat) - zinnen en zinsdelen adequat verbonden met voegwoorden, signaal- en verwijswoorden Structuur- elementen - wisseling van plaats en tijd, perspectief, ruimte, etc. aanwijzen - wisselingen van plaats en tijd, perspectief, ruimte, etc. aanwijzen - werking van structuurelementen toelichten Samenhang: gedachtegang - gedachtegang is te volgen - de gedachtelijn is logisch (met soms zijspoor) Genre en thematiek x x - genre benoemen - onderwerp benoemen - genre benoemen - thema uitwerken (centrale vraag, hoofdgedachte, boodschap) Publiek: stijl x - past woordgebruik en toon aan het publiek aan - schrijft voor bekend en algemeen lezerspubliek Evaluatie - emotieve argumenten hanteren x x - emotieve en realistische argumenten hanteren - pers. reactie toelichten met voorbeelden - interesse in genres of onderwerpen motiveren - emotieve, realistische, morele en cognitieve arg. - inzichten n.a.v. het boek uiteenzetten - interesse in vraagstukken motiveren Doel - blijft trouw aan doel (informeren, verklaren, overtuigen etc) - combineert doelen (informeren, verklaren, overtuigen etc.) Schrijftaak 1F 2F 3F score Verslagen, werkstukken en artikelen - een verslag of werkstuk - een verslag of werkstuk met behulp van een stramien - verslag, werkstuk of artikel vanuit een vraagstelling   Taakuitvoering Samenhang: tekstopbouw - gebruikt een tekstopbouw (maar samenhang is niet altijd duidelijk) - tekst bevat een opbouw, bijvoorbeeld inleiding, kern en slot (maar soms met fouten) - de tekst bevat een opbouw Samenhang: alineagebruik x - maakt alinea's en geeft inhoudelijke verbanden expliciet aan - alinea's zijn verbonden tot een coherentie tekst Leesbaarheid - gebruikt titel en besteedt aandacht aan opmaak - gebruikt titel en tekstkopjes; - maakt kortere teksten zelf op - geeft heldere structuur aan tekst (witregels, marges paragrafen) - stemt lay-out af op doel en publiek Taakuitvoering 1F 2F 3F score Spelling - frequente woorden en sterke ww-vormen correct - meeste woorden en werkwoordsvormen correct - bijna alles goed (nog fouten in moeilijke gevallen)   Interpunctie - gebruikt veelgebruikte leestekens correct - accuraat genoeg om de tekst te kunnen volgen - interpunctie is accuraat Grammatica - redelijk accuraat bij eenvoudige zinsconstructies - redelijke grammaticale beheersing - betrekkelijk grote beheersing van de grammatica

Opdracht betoog Conclusie Afronding Titel boek   Auteur Titel tekst Inleiding Mening over het door jou gelezen boek. Middenstuk Deelonderwerp (argument) Uitleg (hoofdzaak) Toelichting (bijzaak) Argument 1 Argument 2 Argument 3 Conclusie    Afronding

Aan de slag Ronde 1: Analyseer de literaire competentie van een of twee leerlingen: op welk F-niveau schaalt u de prestaties in? Ronde 2: Zoek bij de literaire competenties passages, zinnen of zinsdelen die voorbeeldmatig zijn voor treffend taalgebruik. Noteer ze in het evaluatiemodel.

Bevindingen Welke feedback zou u de leerling willen geven? Hoe bevalt het model? Hoe zou het model handzamer kunnen worden?

Vragen en opmerkingen? c.ravesloot@slo.nl