Marketing 1.2 de consument 19 november 2012
Agenda Inkomen en koopkracht Koopkracht en inflatie Koopkracht ontwikkeling Behoeftes en bestedingspatronen Prijselasticiteit Inkomenselasticiteit
consumentengedrag
Inkomen en koopkracht Koopkracht – het inkomen dat de consument kan besteden aan de aanschaf van goederen en diensten
Inkomen en koopkracht Koopkracht – het inkomen dat de consument kan besteden aan de aanschaf van goederen en diensten Noodzakelijke uitgaven noemen we gebonden koopkracht
Inkomen en koopkracht Koopkracht – het inkomen dat de consument kan besteden aan de aanschaf van goederen en diensten Noodzakelijke uitgaven noemen we gebonden koopkracht Wat overblijft is de vrije koopkracht waar men luxe (niet noodzakelijke) goederen van kan kopen of sparen
Inkomen en koopkracht
Koopkracht en inflatie Prijzen van goederen en diensten worden over de tijd duurder. Dit noemen we inflatie
Koopkracht en inflatie Prijzen van goederen en diensten worden over de tijd duurder. Dit noemen we inflatie Om de inflatie bij te houden berekend het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) de consumentenprijsindex (cpi)
Koopkracht en inflatie Consumentenprijsindex (cpi) werkt als volgt: Een pak melk kost in 2010 €0,50 en krijgt het indexcijfer 100 (het basisjaar)
Koopkracht en inflatie Consumentenprijsindex (cpi) werkt als volgt: Een pak melk kost in 2010 €0,50 en krijgt het indexcijfer 100 (het basisjaar) In 2011 stijgt de prijs van €0,50 naar €0,55. De prijsindex is nu prijs melk 2011 / prijs melk basisjaar * 100 = 0,55 / 0,50 * 100 = 110
Koopkracht en inflatie Consumentenprijsindex (cpi) werkt als volgt: Een pak melk kost in 2010 €0,50 en krijgt het indexcijfer 100 (het basisjaar) In 2011 stijgt de prijs van €0,50 naar €0,55. De prijsindex is nu prijs melk 2011 / prijs melk basisjaar * 100 = 0,55 / 0,50 * 100 = 110 In 2012 kost het pak melk €0,62 en heeft in 2012 de prijsindex 0,62 / 0,50 * 100 = 124
Koopkracht en inflatie Bereken voor jezelf de prijsindex voor een biertje in cafe wallstreet voor de jaren 2011 en 2012 Prijs fluitje 2010 - €2,20 (basisjaar = index 100) Prijs fluitje 2011 - €2,35 Prijs fluitje 2012 - €2, 60
Koopkracht en inflatie We hebben nu een prijsindex berekend voor 1 product. Het CBS maakt dezelfde berekening voor heel veel producten en diensten (een consumenten mandje) en neemt het gemiddelde van alle prijsindexen wat het cpi (consumentenprijsindex) vormt
Koopkrachtontwikkeling Wat gebeurt er met je koopkracht als de producten en diensten duurder worden (inflatie)?
Koopkrachtontwikkeling Wat gebeurt er met je koopkracht als de producten en diensten duurder worden (inflatie)? Is inderdaad afhankelijk van je inkomen want ook de lonen stijgen door de jaren heen.
Koopkrachtontwikkeling Wat gebeurt er met je koopkracht als de producten en diensten duurder worden (inflatie)? Is inderdaad afhankelijk van je inkomen want ook de lonen stijgen door de jaren heen. Stijgingen in de lonen berekenen we met een inkomensindex
Koopkrachtontwikkeling Berekening inkomensindex Inkomen 2012 / inkomen basisjaar * 100 Inkomen in 2012 is €23.000 en basisjaar was het inkomen €20.000 Wat is de inkomensindex? Reken uit!
Koopkrachtontwikkeling Je koopkrachtontwikkeling heeft dus te maken met beide inflatie en stijgingen in inkomen
Koopkrachtontwikkeling Je koopkrachtontwikkeling heeft dus te maken met beide inflatie en stijgingen in inkomen Je koopkrachtontwikkeling kunnen we nu uitrekenen met een inflatiecorrectie
Koopkrachtontwikkeling Je koopkrachtontwikkeling heeft dus te maken met beide inflatie en stijgingen in inkomen Je koopkrachtontwikkeling kunnen we nu uitrekenen met een inflatiecorrectie Inflatiecorrectie = inkomensindex 2012 / prijsindex 2012 * 100
Koopkrachtontwikkeling Je koopkrachtontwikkeling heeft dus te maken met beide inflatie en stijgingen in inkomen Je koopkrachtontwikkeling kunnen we nu uitrekenen met een inflatiecorrectie Inflatiecorrectie = inkomensindex 2012 / prijsindex 2012 * 100 Inkomensindex 2012 is 115 en prijsindex 2012 is 108 wat is de inflatiecorrectie?
Behoeftes en bestedingspatronen Omdat iedereen verschillende behoeftes heeft, heeft iedereen verschillende bestedingspatronen Dit bepaalt in grote mate het koopgedrag en voor de producent van groot belang om haar klanten te vinden
Prijselasticiteit Wat gebeurt er met het koopgedrag als een producent de prijzen veranderd?
Prijselasticiteit Wat gebeurt er met het koopgedrag als een producent de prijzen veranderd? Als de prijs wordt verlaagt, hoeveel wordt er meer verkocht? En wat als de prijs wordt verhoogt?
Prijselasticiteit Wat gebeurt er met het koopgedrag als een producent de prijzen veranderd? Als de prijs wordt verlaagt, hoeveel wordt er meer verkocht? En wat als de prijs wordt verhoogt? Een reactie op een prijsverandering noemen we de prijselasticiteit of de vraagelasticiteit
Prijselasticiteit Voor de meeste artikelen geldt dat bij een prijsverlaging van een artikel méér van dat artikel wordt gekocht en bij een prijsverhoging minder
Prijselasticiteit Bij noodzakelijke artikelen zoals bijv. benzine zal een prijsverandering niet leiden tot een hele grote daling in verkoop
Prijselasticiteit Bij noodzakelijke artikelen zoals bijv. benzine zal een prijsverhoging niet leiden tot een hele grote daling in verkoop In het geval van benzine is de vraag inelastisch (klein effect)
Prijselasticiteit Bij luxe goederen zal de een prijsverhoging leiden tot een grote daling in de vraag Bij artikelen waar de vraag sterk daalt met een prijsverhoging is de vraag elastisch (groot effect)
Inkomenselasticiteit Wat als niet de prijs van een product verandert maar wel je inkomen? Wordt je vraag naar een product dan groter?
Inkomenselasticiteit Wat als niet de prijs van een product veranderd maar wel je inkomen? Wordt je vraag naar een product dan groter? De inkomenselasticiteit beantwoord deze vraag
Inkomenselasticiteit In het algemeen geldt dat de consument bij stijging van het inkomen méér gaat besteden en bij daling van het inkomen minder
Inkomenselasticiteit In het algemeen geldt dat de consument bij stijging van het inkomen méér gaat besteden en bij daling van het inkomen minder Wet van Engel: Bij inkomensverbetering stijgen de uitgaven voor de eerste levensbehoeften minder sterk dan de uitgaven voor overige goederen en diensten
Inkomenselasticiteit Voor sommige artikelen kan het zo zijn dat met een inkomensstijging er juist minder wordt verkocht. En bij een inkomensdaling wordt er dan juist meer van verkocht. Dit noemen we inferieure artikelen
Inkomenselasticiteit Voor sommige artikelen kan het zo zijn dat met een inkomensstijging er juist minder wordt verkocht. En bij een inkomensdaling wordt er dan juist meer van verkocht. Dit noemen we inferieure artikelen Kan jij een voorbeeld geven van zo’n artikel?