Edward Steichen, Flatironbuilding, 1904 (gedrukt 1907) gombichromaat over platinadruk
Picturalisme / Kunstfotografie Beweging die eind 19e eeuw in Europa en de Verenigde Staten door verenigingen van amateur-fotografen werd geïnitieerd, met als doel fotografie erkend te krijgen als kunst. De ‘picturalisten’ oriënteerden zich op het impressionisme en het symbolisme. Zij maakten gebruik van edele procédés als de gomdruk en de fotogravure. De belangrijkste representant was Alfred Stieglitz, die in zijn tijdschrift Camera Work en galerie 291 naast avant-garde kunst ook fotowerk toonde. Alfred Stieglitz Edward Steichen Gertrude Käsebier Clarence White Robert Demachy F. Holland Day Henri Berssenbrugge Bernard Eilers Bernard Zweers
Edward Weston, Nude on sand, gelatine zilverdruk, 1936
Straight photography Pure fotografie. Verwijst naar fotografie die probeert om een scene zo realistisch en objectief mogelijk weer te geven met de (technische) mogelijkheden die eigen zijn aan fotografie. Manipulatie wordt afgewezen. Straight photography vormt vanaf ca 1907 een reactie op het Picturalism of Kunstfotografie. De Amerikaanse groep F64 pleitte onder aanvoering van Ansel Adams voor een zuiver gebruik van fotografische middelen. Paul Strand Alfred Stieglitz Edward Weston Ralph Steiner Charles Sheeler Ansel Adams
Alexander Rodchenko Vladimir Mayakovsky, 1924 gelatine zilverdruk
Nieuwe Fotografie Beweging die vanaf midden jaren twintig ijverde voor een technisch en zakelijk gebruik van de fotografie en brak met de gangbare Kunstfotografie. De tentoonstelling ‘Film und Foto’ (FiFo) van 1929 in Stuttgart markeerde de internationale doorbraak van deze ontwikkeling. Kenmerkend zijn de experimenten met opname standpunten (kikvors- en vogelperspectief), macro-opnamen en diagonale lijnen in de compositie. De Nieuwe Fotografie kreeg sterke impulsen vanuit het Duitse Baushaus, de Russische experimentele film en het Russische Constructivisme. Laszlo Moholy-Nagy Walter Peterhans Eva Besnyö Alexander Rodtsjenko El Lissitzky Emmy Andriesse Gerrit Kiljan Paul Schuitema Piet Zwart
Fotografie en Surrealisme ‘Alleen het wonderbaarlijke is mooi’, André Breton ‘fotografie stimuleert de fantasie’, Dali Man Ray Emiel van Moerkerken Brassaï Paul de Nooijer André Kertesz Paul Bogaers Hans Bellmer Philippe Provily Claude Cahun Elspeth Diederix Eugene Atget Henri Cartier-Bresson
Dora Maar, 29 rue d’Astorg, 1936 De Simulant, 1936 (fotomontages)
Lee Miller In het bad van Hitler, München 1945 Portret van de ruimte, 1937
Opdrachtwerk voor Victor en Rolf Cross magazine issue 3 zomer 2004 Vivianne Sassen, Purple sexe, 2000
André Breton, Surrrealistisch Manifest, 1924 beelden vanuit onderbewustzijn (dromen) écriture automatique (automatisch schrijven) geloof in de almacht van de droom onverwachte confrontatie van vreemde elementen het ‘wonderbaarlijke’ de vrouw als lustobject / verboden sexualiteit loskomen van de onderdrukkende aard van de ratio open staan voor het toeval en verborgen tekens
Rosalind Kraus, Jane Livingston, 1985