Actuarieel Instituut  AI opleidingsinstituut actuariële opleidingen examens voorlichting workshops, seminars, congressen permanente educatie

Ondersteuning AI Raad voor het Onderwijs Raad voor de toetsing Raad van Advies vakgroepen (8) examencommissies (8)

Vakgroepen ontwikkelen en bijhouden inhoud modules advisering examencommissies aantal vakgroepen 8 Leven Schade Pensioenen en Sociale verzekeringen Wiskunde en Statistiek Informatica Economie Recht Praktijk

Examencommissies examineren studenten verlenen van vrijstellingen aantal examencommissies 8 (zie vakgroepen)

Opleidingen Techniek Levensverzekering Basis Opstapcursus Wiskunde Basis Actuarieel Rekenaar (RE) Kern Actuarieel Analist (AN) Kern Actuaris AG (AG) Kern postdoctorale beroepsopleiding in company/maatwerk

Uitgangspunten opleidingen overdragen van kennis oefenen van vaardigheden aanbrengen attitude

Opleidingsduur RE  1,5 jaar AN  3,5 jaar AG  3,5 jaar

Actuarieel Rekenaar (0. Opstapcursus wiskunde) 1. Financiële rekenkunde 2. Inleiding en praktijk verzekeringen 3. Inleiding verzekeringstechniek 4. Nieuwe verzekeringsproducten 5. Communicatief schrijven 6. Verzekeringsbeheer 7. Arbeidsongeschiktheid en ziektekosten 8. Pensioenen & sociale verzekeringen 1 9. Informatica

Financiële Rekenkunde (RE 1) slotwaarde/aanvangswaarde gelijkblijvende annuïteiten stijgende en dalende annuïteiten leningen rentabiliteit en koers van leningen koersformules obligatieleningen pandbrieven intrest in termijnen continue intrest recursieformule voor koers

RE 1: werkwijze en voorwaarde basis  HAVO of VWO met wiskunde belasting  2 studiepunten aantal lessen  8 lessen van elk 2,5 uur examen  schriftelijk gedurende 2,5 uur

Huisregels aanwezigheid/afmelden presentielijst huiswerk tijden en pauzes consumpties roken

Studeren tijdens de les en thuis zorg voor regelmaat vaste plek vaste tijden (nooit langer dan 2 uur) zorg voor afwisselen huiswerk leerwerk zorg voor samenwerking met docent met collega’s met medestudenten

Hoe studeren? neem geheel globaal door vertaal titels in vragen en beantwoord die bestudeer leerstof grondig maak uit het hoofd een samenvatting maak alle opgaven en zoek naar verder oefenmateriaal

Opgave 1 Iemand brengt op tijdstip k e 1.000,— naar de bank. De intrest bedraagt 5%. Hoeveel bedraagt het kapitaal na 1 jaar? C(k) C(k+1) 1 k k+1 het 1ste jaar het (k+1)de jaar C(k) = 1.000 ik+1 = 0,05 (intrestperunage) C(k+1) = (1+ ik+1)  C(k) = (1 + 0,05)  1.000 = 1.050

Opgave 2 Iemand brengt op tijdstip 0 e 1.000,— naar de bank. De intrest bedraagt 5%. Hoeveel bedraagt het kapitaal na 2 jaar? C(0) C(1) C(2) 1 2 C(0) = 1.000 C(1) = C(0)  (1 + i) = 1.000  (1 + 0,05) = 1.050 C(2) = C(1)  (1 + i) = 1.050  (1 + 0,05) = 1.102,50 C(2) = C(1)  (1 + i) = C(0)  (1 + i)  (1 + i) = C(0)  (1 + i)2

Opgave 3 Iemand wil over 3 jaar kunnen beschikken over e 1.000,—. Hoeveel moet hij nu op de bank zetten? De rente bedraagt 4%. C(0) C(1) C(2) C(3) 1 2 3 C(0)  (1 + i)3 = C(3) C(0) =  C(3) = (1 + i)-3  C(3) = (1 + 0,04)–3  1.000 = 889 1 (1 + i)3

Opgave 4 Iemand investeert op tijdstip 0 e 50.000,—. De opbrengsten zijn: na 1 jaar e 10.000,— na 2 jaar e 20.000,— na 3 jaar e 15.000,— na 4 jaar e 25.000,— Intrest 10%. Is dit een aantrekkelijke investering? CW b1 b2 b3 b4 investering