Anti-cyclisch begrotingsbeleid en John Maynard Keynes Klik om verder te gaan
Hoe gebruik je deze uitleg? Je kunt in deze presentatie ‘bladeren’ door de pijltjestoetsen te gebruiken. Vooruit ga je met de pijltjestoets (of ). Werk alle sheets en voorbeelden rustig door. Als je iets niet meteen snapt kun je terug gaan naar een vorige uitleg met de pijltjestoets (of ). Klik om verder te gaan.
John Maynard Keynes In 1936 publiceerde John Maynard Keynes zijn boek: ‘The general theory of employment, interest and money’. Keynes (1883 - 1946) was een van de eerste economen die een theorie ontwikkelde waarin de invloed van de vraag naar goederen op de totale productie én de werkgelegenheid werd bestudeerd. In zijn theorie is de totale vraag naar goederen (Keynes noemde dit de effectieve vraag) bepalend voor de hoogte van het nationaal inkomen (EV = Y). EV = Y is de centrale formule in zijn gedachten.
John Maynard Keynes EV = C + I + O + E – M EV = Consumptie + Investeringen + Overheidsbestedingen + Export – Import Hij zag dat de economische deelnemers een economische crisis konden verergeren door steeds minder bij elkaar te besteden. De overheid heeft volgens Keynes, in dit kader, een belangrijke rol in de economie; de overheid kan via de overheidsbegroting invloed uitoefenen op de effectieve vraag. Deze beïnvloeding noemt men het zgn. anti-cyclische begrotingsbeleid. Een teruggang in de particuliere bestedingen (C en I) moet door de overheid worden opgevangen door extra overheidsuitgaven en/of een verlaging van de belastingen.
John Maynard Keynes De theorie van Keynes was dé oplossing voor de economische problemen van de crisisjaren (jaren ‘30). De depressie werd met zijn theorie opgelost. De werkloosheid was zo groot omdat de vraag naar goederen zo klein was. De EV was zo laag omdat de werkloosheid zo groot was en de mensen dus geen inkomen hadden. De omvangrijke collectieve projecten (o.a. de aanleg van kanalen, dijken, spoorlijnen, wegen, enz.) die door de overheid werden gestart, doorbraken de vicieuze cirkel. IN DEZE PRESENTATIE GAAN WE NADER BEKIJKEN HOE DE PROBLEMEN ZIJN ONTSTAAN EN HOE DE THEORIE VAN KEYNES DE OPLOSSING BRACHT.
De crisis van de jaren ‘30 Wg In 1929 ontstaat er crisis in de Verenigde Staten. Veel Amerikanen zijn werkloos. Wg
De crisis van de jaren ‘30 Wg Y In 1929 ontstaat er crisis in de Verenigde Staten. Veel Amerikanen zijn werkloos. De VS kent geen sociale uitkeringen, waardoor gezinnen hun inkomen verliezen: Wg Y
De crisis van de jaren ‘30 Wg Y C In 1929 ontstaat er crisis in de Verenigde Staten. Veel Amerikanen zijn werkloos. De VS kent geen sociale uitkeringen, waardoor gezinnen hun inkomen verliezen: Gezinnen die hun inkomen verliezen gaan minder consumeren: Wg Y C
De crisis van de jaren ‘30 Wg Y C en I In 1929 ontstaat er crisis in de Verenigde Staten. Veel Amerikanen zijn werkloos. De VS kent geen sociale uitkeringen, waardoor gezinnen hun inkomen verliezen: Gezinnen die hun inkomen verliezen gaan minder consumeren: Bedrijven zullen minder gaan investeren: Wg Y C en I
De crisis van de jaren ‘30 Wg Y C en I EV In 1929 ontstaat er crisis in de Verenigde Staten. Veel Amerikanen zijn werkloos. De VS kent geen sociale uitkeringen, waardoor gezinnen hun inkomen verliezen: Gezinnen die hun inkomen verliezen gaan minder consumeren: Bedrijven zullen minder gaan investeren: Volgens Keynes daalt de EV (= Effectieve Vraag): Wg Y C en I EV
De crisis van de jaren ‘30 Wg Y C en I EV Volgens Keynes daalt de EV (= Effectieve Vraag): Wg Y C en I EV EV = de totale vraag naar goederen en diensten in een economie: EV = C + I + O + E – M EV = consumptie + investeringen + overheidsbestedingen + export - import
De crisis van de jaren ‘30 Wg Y C en I EV Y Volgens Keynes bepaalt de EV de hoogte van Y: Hij stelt: EV = Y. Als EV daalt daalt ook Y: Wg Y C en I EV Y
De crisis van de jaren ‘30 Wg Y C en I EV Y W Volgens Keynes bepaalt de EV de hoogte van Y: Hij stelt: EV = Y. Als EV daalt daalt ook Y: Als Y daalt zal ook het nationaal product (= W) dalen: Wg Y C en I EV Y W
De crisis van de jaren ‘30 Wg Y C en I EV Y W Wg Volgens Keynes bepaalt de EV de hoogte van Y: Hij stelt: EV = Y. Als EV daalt daalt ook Y: Als Y daalt zal ook het nationaal product (= W) dalen: Minder productie impliceert minder werkgelegenheid: Wg Y C en I EV Y W Wg
De crisis van de jaren ‘30 Wg Y C en I EV Y W Volgens Keynes bepaalt de EV de hoogte van Y: Hij stelt: EV = Y. Als EV daalt daalt ook Y: Als Y daalt zal ook het nationaal product (= W) dalen: Minder productie impliceert minder werkgelegenheid: Meer werkloosheid zorgt voor een nog lager nationaal inkomen: Wg Y C en I EV Y W Wg Y
De crisis van de jaren ‘30 Wg Y C en I EV Y W Volgens Keynes bepaalt de EV de hoogte van Y: Hij stelt: EV = Y. Als EV daalt daalt ook Y: Als Y daalt zal ook het nationaal product (= W) dalen: Minder productie impliceert minder werkgelegenheid: Meer werkloosheid zorgt voor een nog lager nationaal inkomen: Dat lagere inkomen zorgt weer voor een verdere daling van de consumptie en de investeringen: Wg Y C en I EV Y W Wg Y C en I
De crisis van de jaren ‘30 Wg Y C en I EV Y W De economie komt zo in een vicieuze cirkel: Wg Y C en I EV Y W Wg Y C en I EV Y W Enz.
De oplossing van Keynes De overheid heeft volgens Keynes een belangrijke rol in de economie; de overheid kan via de overheidsbegroting (B en O) invloed uitoefenen op de effectieve vraag (= EV). Met de instrumenten B en O kan de overheid de EV sturen.
De oplossing van Keynes De theorie van Keynes was dé oplossing voor de economische problemen van de crisisjaren (jaren ‘30). De depressie werd met zijn theorie opgelost. De werkloosheid was toen zo groot omdat de vraag naar goederen zo klein was. De EV was zo laag omdat de werkloosheid zo groot was en de mensen dus geen inkomen hadden. Door omvangrijke collectieve projecten (o.a. de aanleg van kanalen, dijken, spoorlijnen enz.) die door de overheid werden gestart, kon de vicieuze cirkel worden doorbroken. De oplossing van Keynes noemen we: Anti-cyclische begrotingspolitiek
Anti-cyclische begrotingspolitiek Probleem: Onderbesteding: EV < prod.cap. Oplossing: O EV = C + I + O + (E – M) EV B Yb C en I EV (Yb = besteedbaar inkomen) Gevolgen: EV
Anti-cyclische begrotingspolitiek Probleem: Onderbesteding: EV < prod.cap. Wg Y C en I EV EVY Beleid: O, B EV Gevolgen: EV daling wordt verminderd / gedempt Het beleid van de overheid gaat tegen de richting van de effectieve vraag in (anti-cyclisch).
Anti-cyclische begrotingspolitiek Kritiek: O, B EV Maar: …. ook: O, B overheidstekort (B – O) Financieringstekort Staatsschuld Weerlegging van Keynes: Keynes erkent dit maar geeft aan dat de overheid een consequent anti-cyclisch begrotingsbeleid moet voeren. In goede tijden moet de overheid de EV remmen en de overheidsfinanciën op orde brengen.
Anti-cyclische begrotingspolitiek Probleem: Overbesteding: EV > prod.cap. Oplossing: O EV = C + I + O + (E – M) EV B Yb C en I EV (Yb = besteedbaar inkomen) Gevolgen: EV
Anti-cyclische begrotingspolitiek Probleem: Overbesteding: EV > prod.cap. Wg Y Cen I EV EVY Beleid: O, B EV Gevolgen: EV stijging wordt afgeremd / gedempt Bovendien: Door de O, B worden de overheidsfinanciën weer gezond. De overheid krijgt een Begrotingsoverschot.
De conjunctuurgolf In de tijd schommelt de effectieve vraag (totale vraag naar goederen en diensten) ten opzichte van de productiecapaciteit (de maximaal mogelijke productie). Er zijn tijden dat EV < prod.cap (= onderbesteding) en dat EV > prod.cap (= overbesteding). Dit kunnen we grafisch voorstellen Technische ontwikkeling zorgt er voor dat de productiecapaciteit in de tijd groeit en dus de lijn van de prod.cap stijgt in de tijd. De EV schommelt rond de prod.cap.
De conjunctuurgolf In de tekening zien we vier fasen: I = hausse, II = recessie, III = depressie, VI = opleving. Overbesteding = I + II Onderbesteding = III + IV
De conjunctuurgolf In de tekening zien we het effect van het anti-cyclisch begrotingsbeleid; de golfbeweging wordt gedempt.
Anti-cyclisch begrotingsbeleid en John Maynard Keynes EINDE