“Mensen groeien als ze zich goed voelen” Jurriën van der Veer
De Brugwachter
Hooghuis Lyceum Visie Het Hooghuis Lyceum is een onderwijsinstelling waar we werken vanuit gezamenlijke waarde, met respect voor ieders eigenheid, aan onze ontplooiing c.q. ontwikkeling. Daarin krijgt ieder de ruimte gelukkig te worden. Missie Het Hooghuis Lyceum zet betekenisvolle stappen in de richting van vraag- en interesse gestuurd leren in de maatschappelijke context. We doen dit in onderwijskundige , pedagogische en organisatorische samenhang. We werken in teams op coachende, autonome, competente en betrokken wijze samen. Bij dit alles zijn we ons bewust van onze verantwoordelijkheid voor elkaar en zijn daarop aanspreekbaar.
Koers Zuid-West 4 Uitgangspunten Onderwijsleerprocessen centraal stellen Recht doen aan verschillen Leerlingen opvoeden Professioneel werken
Onderwijsaanbod Assistentenleerweg Basis Kader GL / TL voor SDV +/- 1500 leerlingen
Plaatsing leerlingen Wat brengt de leerling mee Leerling-profiel Capaciteiten Leerling-kenmerken Plan Welke leerstijl past bij de leerling Plaatsing leerweg (Beslissingsondersteuner)
Voorbeeld Assistentenleerweg
Leerling-profiel Adrie fietst graag met een stel vrienden op zijn gemak naar school. Het liefst neemt hij zo weinig mogelijk mee; zijn boeken laat hij dikwijls op school in zijn kluisje liggen. Adrie leert het best als hij zelf iets heeft moeten doen, ook als het groepswerk is. Maar hij moet er wel iets aan hebben en in de klas moet alles overzichtelijk geregeld zijn. Vooral als hij ziet hoe een medeleerling iets doet, kan hij het zelf ook wel. Dat geldt trouwens ook voor ‘karweitjes’ na schooltijd: als hij met zijn kameraden na schooltijd sleutelt aan een scooter, hoeft hij maar één keer te zien hoe je een motor moet afstellen en hij kan het ook. Adrie heeft het liefst les van docenten die ervoor zorgen dat de les afwisselend is: wat doen, even praten en weer wat doen. Voor sommige leerkrachten gaat hij door het vuur en voor anderen doet hij niks. Als hij voor een proefwerk kleine stukjes van buiten moet leren, gaat dat goed.
Capaciteiten IQ (75) 80 – 90 Schoolvorderingen: halverwege groep 6 Sociaal emotionele hindernissen spelen een grote rol CITO: tot 520 (NVT)
Leerling wordt gekenmerkt door: Hij is er actief, vooral buiten school. Steekt zijn handen graag uit de mouwen; maar komt vaak doodmoe thuis. Hij overschat zijn prestaties, heeft weinig zelfkennis. Raakt snel uit zijn doen als hij iets niet snapt Motorische onrust, onzekerheid en faalangst. Hij werkt relatiegericht, voor leraren die hij mag is hij aardig en werkt hij hard. Vergeetachtigheid, vergeet zijn schoolspullen, maar niet expres. Hij kan niet vooruit denken, niet plannen; hij loopt zijn neus achterna. Hij raakt gemakkelijk verzeild in allerlei conflicten met medeleerlingen of de leerkracht en kan daarbij driftig worden.
Leerkenmerken Leren door doen Actief bezig zijn Behoefte aan veiligheid Behoefte aan bevestiging Behoefte aan regelmaat, structuur en controle Huiswerkarm Stap voor stap leren Behoefte aan variatie
Leermodel Didactische kenmerken: De leraar functioneert als: Stap voor stap leren Leren door voordoen en nadoen Strikte regie en orde Beperkt aantal leraren De leraar functioneert als: Helper Ordeschepper Steun en toeverlaat
Organisatie +/- 150 leerlingen, 1/4 stroomt op naar basis 16 lesuren per week door 1 docent (mentor) Max. 15 leerlingen per klas Vast lokaal Huiswerkarm Boeken blijven op school Aanbod in kleine stappen Leerwegondersteuning in de klas
Onderwijsconcept / structuur onderbouw Kernprogramma Projecten (in H3 lokaal) Praktische sector Oriëntatie Keuzewerk Tijd / Begeleidende-werk Tijd
Onderwijshistorie Vroeger Vakgroepen Heterogene units 1+2 Relatiegericht onderwijs Individueel werken Productgericht Aanbod gestuurd Nu Teams Homogene verticale units Minder handen voor de klas Groepswerk Procesgericht Vraag-/ interesse gestuurd
Vertaling naar de leerling Je hebt les van praktijkdocenten; techniek, tekenen, handvaardigheid, verzorging, muziek, lichamelijke oefening. Alle theorielessen (of veel) van je mentor Je zit in een team of unit (afhankelijk van leerweg) Daardoor is het gezellig, word je gekend en geholpen bij problemen Je moet zelf werken maar ook samenwerken, je leert veel weetjes en sociale vaardigheden We proberen lessen leerzaam en leuk te maken, hierbij mag je ook meedenken en zelf kiezen!
Kernprogramma en projecten Vakken; Nederlands, talen: Engels (+Duits kader lj 2), wiskunde Leergebieden; mens en maatschappij, mens en natuur Praktijkvakken; tekenen, handvaardigheid, techniek, lich. Oefening, muziek, verzorging Projecten ICT: Windows, Word, PowerPoint, Internet Strips, de krant, mooi van buiten, afval, de wereld rond, menselijk lichaam, in- en ontspanning, lichtcircuit, mode en kleding, 2e Wereld Oorlog, geheimtaal, de aarde beeft, de scooter, de strijd tegen het water en i.s.m. Thieme Meulenhoff: Licht, Hotel, De Verandering
P.S.O. 2005-2006 herijking loopbaanoriëntatie Mentorlessen Werkstuk Tutorleren
Tutorleren Definitie: Onderbouwleerlingen worden door het contact met de tutor geïnspireerd en door het maken van opdrachten krijgen zij inzicht in hoe de sector en de afdelingen binnen de sector inhoudelijk in elkaar zitten. PSO kaart- 2 vakinhoudelijke en 2 algemene competenties.
Aandachtspunten opzet tutorleren Leerlingen mogelijkheden bieden om ervarend te leren Leerlingen zodoende goed te begeleiden in hun studie- en beroepskeuze Het stimuleren van de juiste keuze van leerlingen voor de sector
Aandachtspunten opzet tutorleren Het bieden van de mogelijkheid om ervaring op te doen bij verschillende sectoren Leerlingen zelf een voorbeeldfunctie laten vervullen
De aanpak Voor wie Rol van de tutor Rol van de mentor Leerjaar 1 < door leerlingen uit leerjaar 3 Leerjaar 2 < door leerlingen uit leerjaar 4 Rol van de tutor Rol van de mentor
Tutorleren De Organisatie Leerjaar 1 Start na herfstvakantie Iedere week mentorlessen 5 weken PSO / 5 weken keuzewerktijd 2 groepen A en B wisselen elkaar af 1 dag in de week 2 uur per dag Begeleiding door derdejaars Eindgesprek mentor en leerling Gesprek met ouders Keuzemoment
Tutorleren Leerjaar 2 Start in november Iedere week mentorlessen Op een andere dag dan de eerstejaars Begeleiding door vierdejaars Eindgesprek mentor en leerling Gesprek met ouders Keuzemoment
Resultaten Positieve effecten Ervaring met de sector Beoordeling tutor Duidelijk beeld voor mentor Versterking relaties betrokkenen
Kritische succesfactoren Visie ‘Koers Zuid-West’ Relatiegericht project Mentor <> onderbouwleerling Zowel project voor onderbouwleerlingen als tutoren Kwaliteitsgroepen (mentoren en docenten)
Aan het werk Creëren van een visie met een breed draagvlak Goed overleg over de uitvoering en rolverdeling Ontwikkelen van een aanspreekcultuur Houd rekening met organisatorische consequenties Houd een jaarlijkse brede audit Houd rekening met de organisatorische lastendruk Werk planmatig en voer evaluaties uit.
Van stagebekwaam naar vakbekwaam
Brugwachter Brugwachter is docent – mentor De directeur van de brug: Het oog van den meester maakt het paard vet. d.w.z. het persoonlijk toezicht maakt dat er zorg voor een zaak gedragen wordt, dat men ze niet verwaarloost. De directeur van de brug: Teamleider kan niet zonder zijn brugwachters.
Overdraagbaarheid Bezoeken school kan Good practice Kostenplaatje Beperkt aantal Good practice
Taskforce Jeugdwerkloosheid Doelstelling Taskforce De jeugdwerkloosheid mag in deze kabinetsperiode percentueel niet meer dan het dubbele van de totale werkloosheid bedragen Iedere werkloze jongere is binnen een half jaar weer aan de slag of zit op school, zodat langdurige werkloosheid wordt voorkomen De gepresenteerde werkwijze draagt bij aan het realiseren van de doelstelling van de Taskforce Jeugdwerkloosheid
“Mensen groeien als ze zich goed voelen” Kompas, hand-out en Eyes www “Mensen groeien als ze zich goed voelen” Kompas, hand-out en Eyes www.hooghuislyceum.nl