Lid van een organisatie en zonder schuld? Schuld, een individueel of collectief begrip Hans Wesseling.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
“The Future depends on what we do in the present!”
Advertisements

Identiteitsverankering
Kop: ik win, Munt: Jij verliest
Gekoesterde kwetsbaarheid als professionele deugd
RESULTAATGERICHT WERKEN in verbinding met de totale organisatie
Workshop 5 •Dialoog voorbij de leeftijd • Suzan Langenberg • Catherine Schnitzer.
Ethisch gedrag: veelzijdig en van iedereen
Risico’s en gevaren van techniek
Gebaseerd op de quick scan van ‘schoonheid in organisaties’ Quick scan Mooi projectmanagement.
Vraagsturing en marktwerking
Lesgeven over duurzame ontwikkeling
Taken, functie en beroep (hfdst.8)
Cocreatie in de opsporing
Normen en waarden & “wie zijn je maten?
Gedragscodes en het belang van waarden voor een goed bestuur
Carrousel van good practices met nieuwe leermiddelen
Bevrijdende waarden en normen in de publiek moraal
MOTIVEREN Lt. De Groeve Luk.
Ethiek en internationaal ondernemen Geen supra-nationale wetgeving Geen supra-nationale vakbonden In derdewereldlanden veel minder background institutions.
Organisatie-ethiek Wat is het ? Wat heb je er aan ?
Oude en nieuwe uitdagingen in personeelsmanagement.
Gedrag in organisaties Hoofdstuk VIII
Hoofdstuk 5 Integer leiderschap
Dertig jaar na Uniser-affaire
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
MVO en intern management
MVO en public relations
Hilde Bellaard van Krachtig Werk
Vrije wil als zelfverwerkelijking
Competent van kop tot teen! Studiedag 8 juni 2010
Actualisering basiselement Veiligheidscultuur
Competentieontwikkeling voor OR-leden
School-als-organisatie en schoolcultuur
LEIDERSCHAPSONTWIKKELING © POLITIE HAAGLANDEN 2006 In gesprek over professioneel handelen 2 projecten in Haaglanden.
Foucault: How do people become subjects?
Creatief met cultuur ? Brenda C. Oude Breuil.
Hoofdstuk 1 De verantwoordelijkheid van ingenieurs
inzicht op de invloed van veranderingen op het gedrag van medewerkers
Een theoretische verkenning
Zachte waarden klinkende resultaten?!. Uitgangspunten van de werkgroep De deelnemende ROC’s delen de notie dat (kern)waarden onderscheidend en legitimerend.
Moreel Beraad in het Sociaal Domein
Met Stakeholders Gedeelde Visie
Sociale kaders: Hoofdstuk 14 Sociale structuur
september 2009 Aanbevelingen van Compliance professionals
SECURITY Opdracht Diefstal van een digitaal personeelsdossier.
Leren van lastige kwesties
Burgerschap Scholen hebben de opdracht actief burgerschap
College 2 7 stappenplan.
Identiteit van de divisie Zorg & Gezondheid
High Performing Teams De Kunst van het Bewegen drs. Eric Slager.
Workshop sponsoring Delft voor Elkaar
Module ‘Ouderbetrokkenheid’ AD opleiding ‘Pedagogisch educatief medewerker’ Week 1 Pascal van Schajik
Deel B, les 2 Agenda  Aan- en afwezigen  Actualiteit  Sociaal kapitaal  Pedagogische civil society  Huiswerk en de wijk in.
SPH voltijd Ethiek 2: Verantwoording Werkcollege 7 kwartaal 3: Visiestukken, beroepscode en competentieprofiel SPH Corstin Dieterich L
Klinische les medisch maatschappelijk werk
Mirjam van Puijfelik Ethiek Ethische aspecten en professioneel handelen door de maatschappelijk werker.
1 Project voor versterking van het functioneren en het effect van de OR met subsidie ministerie SZW Moed & Vertrouwen (MOVER)
De compliance officer: Blijver en bijter Jaap Koelewijn 16 november 2006.
IK en WIJ ontwikkeling De weg naar autonomie in verbinding Jale Simsek
15 september 2014 Help, ik heb geen e-depot Workshopleider: Jeroen Jonkers Begeleiding: Margriet van Gorsel.
Cultuurhistorie Kompas voor oriëntatie op vervolgprojecten Minor People, Planet, Profit, Rijksuniversiteit Groningen Policy Lab ‘Duurzame Ontwikkeling.
Participerend Leiderschap
Gedrag in organisaties Hoofdstuk VIII
Belangrijke begrippen (selectie H3, H4)
De toekomst dient zich vandaag aan HRM in turbulente tijden 20 maart 2014 Dr. Leni Beukema.
§ 1.1 Identiteit Identiteit is het beeld dat iemand van zichzelf heeft, dat hij uitdraagt en anderen voorhoudt en dat hij als kenmerkend en blijvend beschouwt.
Politieke socialisatie Politieke institutie Sociale institutie
Uitwerking begrippen burgerschap. Sociaal.
SROI Stadswerk.
Leiderschapsontwikkeling
Transcript van de presentatie:

Lid van een organisatie en zonder schuld? Schuld, een individueel of collectief begrip Hans Wesseling

Spelregels voor de discussie! • Er zijn geen goede of foute antwoorden maar alleen gemotiveerde. (Niet het ‘ik vind’ is interessant maar wel de zoektocht!) • Er zijn geen inhoudelijke autoriteiten (aanwezig). Ieder van jullie is een expert. Deel je mening!

Enkele begrippen omschreven • Ethiek is de wijze waarop de samenleving waarderend en normerend aanwezig is in het individuele handelen en daardoor de overgang tot stand brengt van individu tot maatschappelijk individu. • Bedrijfsethiek beschouwt de overgang van de ‘onderneming’ tot ‘maatschappelijk verantwoordelijke onderneming’. Uitgangspunt daarbij is een samenleving die zich sociaal/economisch ‘reproduceert’ binnen het kader van de vrije ondernemingsgewijze productie (kapitalisme). • Onder integriteit wordt verstaan het waardengericht en waardengeleid handelen en de bereidheid daarover verantwoording af te leggen.

Twee opvattingen 1.Een organisatie is een geheel van individuele contractuele verbindingen. Alleen individuen kunnen moreel handelen, organisaties niet. Er bestaat dus alleen individuele schuld.

Is individuele integriteit de sleutel? Stelling: Het aannemen / ontwikkelen van integere medewerkers leidt tot maatschappelijk verantwoord gedrag van de organisatie als geheel. Dit vooronderstelt onder meer dat: • de individuele medewerker volledig is geïnformeerd over alle aspecten van de ’case’ • hij het morele aspect van diens handelen en de morele dilemma’s kan herkennen • in staat is zelfstandig een morele evaluatie te maken • de uitkomst van de ethische analyse in het handelen kan doorzetten • dat de individuele medewerker dit ook wil

Is individuele integriteit de sleutel? • dat deze een volledig inzicht heeft in de effecten van diens individuele handelen en in dat van anderen op ‘het resultaat’ • dat er geen breuk is in de tijd tussen handelen en effect • en dat collega’s en anderen de door het individu gemaakte analyse steunen en conform handelen In organisaties is er nauwelijks ooit sprake van dat aan al deze voorwaarden wordt voldaan. Conclusie: De ontwikkeling van een morele competentie bij individuen (of een integriteittest bij de selectie) is zeker niet een voldoende voorwaarde om te komen tot een integere organisatie.

Twee opvattingen 1.Een organisatie is een geheel van individuele contractuele verbindingen. Alleen individuen kunnen moreel handelen, organisaties niet. Er bestaat dus alleen individuele schuld. 2.Een organisatie heeft een eigenstandige realiteit; een structuur, cultuur en procedures (logica). De uitkomst van het gemeenschappelijk handelen kan niet worden teruggebracht tot individuele handelingen. Er bestaat dus ook collectieve schuld waarop allen kunnen worden aangesproken.

Voorbeelden van collectieve schuld en de individuele verantwoordelijkheid: •E•Erfzonde •H•Holocaust •K•Kredietcrisis •M•Milieuproblematiek •A•Armoedeproblematiek •E•Etc.

4 Voorwaarden voor (on)ethisch organisatiehandelen 1.De ideologie van de organisatie: Datgene wat door de leden van de organisatie in de praktijk wordt gedeeld aan waarden en normen, hun visie op de werkelijkheid en de plaatst van de organisatie daarin en haar innerlijke drijfveren (identiteit). Het leiderschap dient: • Concreet vorm te geven aan de dialoog met de samenleving hierover. • De waarden zichtbaar uit te dragen en uit te leggen. • Het managen van diversiteit (internationaal en cross-cultureel) d.w.z. consistentie en coherentie in balans brengen met contextueel ethisch handelen.

4 Voorwaarden voor (on)ethisch organisatiehandelen 2. De interne en externe vrijheidsgraden: Het doorbreken van onverschilligheid en het bevorderen van interne kritiek en het vrije morele oordeel van medewerkers. Daartoe: • Het ontwikkelen van morele competentie (reeds bij studenten) b.v door dilemmatraining. (professionaliteit dient begrip moraliteit in te houden) • Het ontwikkelen en bevorderen van handelen conform professionele ethische codes. • Transparantie en interne en externe dialoog bevorderen. • Uitbannen van groepsdwang, favoritisme en acceptatie van dissidenten.

4 Voorwaarden voor (on)ethisch organisatiehandelen 3. Organisatiecultuur, structuur en procedures: Het doorbreken van een beperkte opvatting van het eigen verantwoordelijkheidsbereik. Daartoe: • Minimaliseren van bureaucratie en arbeidsdeling (ook hiërarchie). Her- koppeling van handelen en individuele verantwoordelijkheid. • Stimuleren van kritisch verantwoordelijke houding door zelfbewuste medewerkers. (integriteit) • Terugdringen van individueel calculerende houding. Doordenken van instrumenten op verborgen boodschappen (b.v. bonussysteem, promotiebeleid)

4 Voorwaarden voor (on)ethisch organisatiehandelen 4. De maatschappelijke omgevingsfactoren: Het bestaan van effectieve countervailing powers. (wet- en regelgeving, controlerende overheid, pers, NGO’s etc.) Omgevingsfactoren bepalen in hoge mate de vormgeving en invulling van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Afwezigheid van die voorwaarden: • Maakt het mogelijk voor (internationale) ondernemingen de eigen handelingsruimte autonoom te bepalen. • Cultuurverschillen maken het mogelijk te handelen overeenkomstig de dikwijls minimaliserende opvatting: ‘When in Rome, do as the Romans do’. • Actieve voorbeeldfunctie van het internationale bedrijfsleven in ontwikkelingslanden.

Conclusie Op elk van deze 4 aspecten is de HR-discipline volledig of mede aanspreekbaar. HR kan een bijdrage leveren en dient de voorwaarden voor een integere organisatie dan ook op ethische gronden te bevorderen.