PE- Café De aanmerkelijkbelangregeling vanaf 2010 met het oog op huwelijk, schenking en overlijden Amstelveen, mei 2011 Hans Bom
Casus 1: Huwelijk fictieve vervreemding door Lars van 50% van de aandelen op grond van artikel 4.16, lid 1, letter e Wet IB (overgang onder algemene titel) realisatie van vervreemdingsvoordeel van € 490.000 echter, zie artikel 4.17 Wet IB als aan voorwaarden wordt voldaan, is geen fictieve vervreemding aan de orde en schuift de verkrijgingsprijs op grond van artikel 4.39, lid 1 Wet IB door naar de verkrijger verkrijgingsprijs Laurine bedraagt dan € 10.000 er wordt geen materiële ondernemingstoets ‘aangelegd’ als afrekenen toch gewenst is, moet hiertoe een verzoek worden ingediend op grond van artikel 4.38 Wet IB
Casus 2: Echtscheiding door de verdeling vervreemdt Laurine haar helft van de aandelen aan Lars dit is een ‘gewone’ vervreemding in de zin van artikel 4.12, onderdeel b Wet IB waarbij Laurine inkomstenbelasting verschuldigd zou worden over een waarde van € 490.000 (Euro 500.000 minus € 10.000) ook hier geldt echter artikel 4.17 Wet IB zodat geen vervreemding aan de orde is, tenzij hiervoor wordt gekozen ook hierbij vindt geen ‘ondernemingstoets plaats’ de verkrijgingsprijs van Lars na de echtscheiding is € 20.000.
Casus 3: Schenking van een direct belang zie eisen artikel 4.17c Wet IB 5% toets van artikel 4.17a, lid 6, sub 2 Wet IB via artikel 4.17c, lid 3 Wet IB: 5% * € 800.000= € 40.000 € 840.000 kwalificeert als ondernemingsvermogen € 16.000 kwalificeert als beleggingsvermogen vervreemdingsvoordeel is € 160.000 minus verkrijgingsprijs (artikel 4.19 Wet IB) bij evenredige toerekening van verkrijgingsprijs bedraagt deze € 80.000; dan vervreemdingsvoordeel € 80.000 zie echter artikel 4.19, lid 2 Wet IB: zo gunstig mogelijke toerekening dus geen inkomstenbelasting te betalen ab-claim wordt volledig doorgeschoven met verkrijgingsprijs van € 500.000
Casus 4: Verkoop tegen te lage prijs ab-heffing in beginsel over € 980.000 echter toepassing van artikel 4.17c, lid 2 Wet IB: niet als vervreemding wordt aangemerkt dat deel van de overdrachtsprijs dat kan worden toegerekend aan het ondernemingsvermogen, doch nooit meer dan de overdrachtsprijs minus de tegenprestatie maximaal € 250.000 valt onder de doorschuifregeling Suzan is inkomstenbelasting verschuldigd over een waarde van € 730.000 (€ 750.000 minus € 20.000) Voor Bas geldt als verkrijgingsprijs € 750.000.
Casus 5: Schenking van indirect belang door deze transactie wordt bij Suzan een dividenduitkering van € 800.000 gerealiseerd (een regulier voordeel in de zin van artikel 4.12, onderdeel a Wet IB) artikel 4.17c Wet IB is niet van toepassing er kan slechts uitstel en gespreide (renteloze) betaling worden gevraagd via artikel 25, lid 11 IW als toch doorschuiven gewenst is, dan eerst herstructureren: Suzan Beheer BV wordt juridisch gesplitst Suzan houdt aandelen Suzan Beheer BV en de aandelen in de nieuwe holdingvennootschap waarin de aandelen Design Online BV worden gehouden de aandelen in de nieuwe holdingvennootschap kunnen aan Bas worden geschonken met doorschuiven van de ab-claim
Casus 6: Fictieve vervreemding bij legaat fictieve vervreemding door erflater aan legataris (neef Frank) circa € 2,5 miljoen aan inkomstenbelasting te betalen door de erfgenaam kunst verkopen om inkomstenbelasting te betalen? verkrijgingsprijs voor neef Frank € 10 miljoen
Casus 7: Doorschuiven ab-claim t.z.v. ondernemingsvermogen ondernemingsvermogen is € 2,5 miljoen + 5% van € 2,5 miljoen verzoek om een waarde van € 2.625.000 niet als vervreemding aan te merken over een waarde van € 1.375.000 (€ 4 miljoen minus € 2.625.000) moet direct worden afgerekend vervreemdingsvoordeel bedraagt € 1.365.000 (€ 1.375.000 minus € 10.000 aan verkrijgingsprijs) verkrijgingsprijs toegerekend conform artikel 4.19, lid 2 Wet IB er is € 341.250 aan inkomstenbelasting verschuldigd voor de verkrijger geldt een verkrijgingsprijs van € 1.375.000
Casus 8: Verdeling huwelijksgemeenschap Bespreking artikel 4.17a, lid 8 Wet IB en wetsvoorstel.
Casus 9: Verdeling nalatenschap Op grond van artikel 4.17b Wet IB wordt betreffende verdeling van de nalatenschap op verzoek van de gezamenlijke belanghebbenden niet als vervreemding aangemerkt.
Casus 10: Vruchtgebruiktestament door gewijzigde omstandigheden bof niet meer van toepassing ab-claim dient volledig te worden betaald: € 870.000 (25% * (€ 3,5 miljoen minus € 20.000)) verdeling naar evenredigheid van opgehoogde verkrijgingsprijs over vruchtgebruiker en hoofdgerechtigde stel vruchtgebruik = 60% en bloot eigendom = 40% verkrijgingsprijs vruchtgebruik bedraagt dan € 2,1 miljoen verkrijgingsprijs bloot eigendom bedraagt dan € 1,4 miljoen bij overlijden van Jos eindigt het recht van vruchtgebruik kinderen krijgen aandelen ter waarde van € 3,5 miljoen met verkrijgingsprijs van € 1,4 miljoen. Potentiële inkomstenbelastingclaim hierover bedraagt € 525.000 in nalatenschap van Jos een verlies uit ab ter grootte van € 2,1 miljoen