DE ZEVEN ZEGELS Les 5 voor 2 februari 2019
De Zoon des Mensen verschijnt (30) De boodschap van de zegels is een schets van de geschiedenis van de kerk sinds haar begin tot de Wederkomst. De zegels volgen hetzelfde geschiedkundige patroon dat Jezus in Mattheüs 24 gebruikte. MATTHEÜS 24 OPENBARING 6 Vroege tekenen (4-14) Oorlogen en geruchten over oorlogen, hongers-noden, pestilentiën, het Evangelie wordt gepredikt Het Evangelie wordt gepredikt, zwaard, hongersnoden, pestilentiën De vier ruiters (6:1-8) De verdrukking (21-22) De Grote Verdrukking De zielen onder het altaar klagen over hun verdrukking Vijfde zegel (6:9-11) Tekenen in de lucht (29) De zon, de maan, de sterren en de krachten van de hemelen Tekenen in de zon, de maan, de sterren en de hemelen Zesde zegel (6:12-17) De Zoon des Mensen verschijnt (30) Een teken in de hemel, geweeklaag over de aarde Mensen verbergen zich voor de toorn van het Lam
Was gegeven de vrede van de aarde weg te nemen Een groot zwaard Tweede Levend wezen Paard Ruiter Was gegeven Tijdsperiode (N.C.) vers 1-2 Eerste Wit Had een boog Een kroon 31-100 3-4 Rood Was gegeven de vrede van de aarde weg te nemen Een groot zwaard 100-313 Tweede 5-6 Zwart Derde Had een weeg-schaal in zijn hand Instructies over de prijs van levens-middelen 313-538 7-8 Vaal Zijn naam is de Dood, en de hel volgde hem na Macht over een vierde deel van de aarde om te doden met het zwaard, met honger, met de dood, en door de beesten van de aarde Vierde 538-1517
HET EERSTE ZEGEL "En ik zag en zie, een wit paard, en Hij Die erop zat, had een boog. En Hem was een kroon gegeven en Hij trok uit, overwinnend en om te overwinnen." (Openbaring 6: 2) Het eerste zegel was verbroken en Johannes zag een zuiver (wit) paard. De ruiter zwaaide met een langeafstandswapen (een boog) en was overwinnend (kroon). Dit paard is een symbool van de vroege kerk. De vroege kerk ontving de kracht op Pinksteren en "trok overwinnend uit om te overwinnen." Slechts 30 jaar na de dood van Jezus zei Paulus dat het Evangelie 'aan alle schepsels onder de hemel' was gepredikt (Kolossenzen 1:23)
HET TWEEDE ZEGEL “En een ander paard, dat rood was, trok uit, en aan hem die erop zat, werd macht gegeven de vrede van de aarde weg te nemen, en te maken dat men elkaar zou afslachten. En hem werd een groot zwaard gegeven.” (Openbaring 6:4) Jezus had voorzegd dat het Evangelie tegenstand zou ondervinden van de machten van het kwaad (Mattheüs 10:34). Het Romeinse Rijk vervolgde de Christenen en vergoot het bloed van vele martelaren sinds de 2e eeuw. De vervolging was intens tijdens het bewind van Diocletianus, Maximianus, Galerius en Constantijn. Die periode eindigde toen Constantijn de vervolging beëindigde.
HET DERDE ZEGEL “En toen het Lam het derde zegel geopend had, hoorde ik het derde dier zeggen: Kom en zie! En ik zag, en zie, een zwart paard, en hij die erop zat, had een weegschaal in zijn hand. En ik hoorde te midden van de vier dieren een stem zeggen: ‘Een maat tarwe voor een penning en drie maten gerst voor een penning. En breng de olie en de wijn geen schade toe.’” (Openbaring 6:5-6) Zwart is het tegenovergestelde van wit. De puurheid van het Evangelie van het witte paard raakte gecorrumpeerd gedurende de periode tussen 313 NC en 538 NC Honger en armoede zouden de arbeiders verwoesten als een kilo tarwe het loon van een dag werk zou kosten. De Bijbel werd verbannen en de mensen leden honger naar het Woord van God (tarwe en gerst). Echter, God bood nog steeds verlossing aan door de Heilige Geest (olie) en het bloed van Jezus (wijn).
HET VIERDE ZEGEL “En ik zag, en zie: een grauw paard en die erop zat, zijn naam was de dood, en het rijk van de dood volgde hem. En hun werd macht gegeven over het vierde deel van de aarde om te doden met het zwaard, met honger, met de dood en door de wilde dieren van de aarde.” (Openbaring 6:8) De kleur van dit paard is de kleur van een rottend lijk. Het is een symbool van de geestelijke dood als gevolg van het verbannen van de Bijbel en het verlaten van de beginselen van het evangelie. Dit is dezelfde tijdsperiode als de boodschap aan de kerk in Thyatira, een geestelijk dode kerk. Nieuwe straffen (dood en beesten) worden toegevoegd aan de vorige (zwaard en honger). Misschien is dit een goddelijke poging om de kerk wakker te maken en haar af te wenden van haar afvalligheid (Leviticus 26: 21-41).
HET VIJFDE ZEGEL “En toen het Lam het vijfde zegel geopend had, zag ik onder het altaar de zielen van hen die geslacht waren omwille van het Woord van God, en omwille van het getuigenis dat zij hadden.” (Openbaring 6:9) In de tempel werd het bloed van de slachtoffers vergoten aan de voet van het altaar des brandoffers (Leviticus 4:25). Daar is het waar Johannes - symbolisch - de mensen zag (zielen, zie 1 Kon. 15: 29) die vanwege hun geloof door de Roomse Kerk werden gedood. Die martelaren worden waardig geacht (zie Openbaring 3: 4) en zijn ervan verzekerd dat God hen niet is vergeten. Ze moeten enige tijd wachten totdat elke zaak is overwogen en Christus wederkomt "om een ieder te vergelden naar zijn werk" (Openbaring 22:12) Op dat moment zullen ze worden opgewekt en zich bij "hun mededienaren en hun broeders" voegen.
HET ZESDE ZEGEL “En ik zag toen het Lam het zesde zegel geopend had, en zie, er kwam een grote aardbeving, en de zon werd zwart als een haren zak, en de maan werd als bloed.” (Openbaring 6:12) De tekenen die in dit vers voorzegd werden, zijn in precies de exacte volgorde vervuld zoals ze werden vermeld: 1-11-1755 De aardbeving in Lissabon 19-5-1780 Duisternis vanaf 10 uur ‘s ochtends 19-05-1780 De maan ziet eruit als met bloedvlekken 13-11-1833 Grote meteorenregen We leven binnen de tijdsperiode van het zesde zegel, totdat iedereen de waarheid van het Evangelie kent. Degenen die die waarheid verwerpen, zullen willen vluchten voor de aanwezigheid van het Lam. "En wie zal kunnen staan?" We zullen het antwoord op deze vraag vinden in hoofdstuk 7.
hoofdstuk 18 [Gaat uit in wegen en paden], pag. 136) “De wereld gaat ten onder door gebrek aan het evangelie. Er is een honger naar het Woord van God. Slechts weinigen prediken het woord zonder het te vermengen met menselijke overleveringen. Hoewel de mensen de Bijbel in handen hebben, ontvangen zij niet de zegeningen die God daarin heeft gegeven. De Heer roept zijn dienstknechten op Zijn boodschap naar de mensen te brengen. Het Woord van eeuwig leven moet gebracht worden aan mensen die in hun zonden ten onder gaan.” E.G. White (Christ’s Object Lessons [Lessen uit het leven van alledag], hoofdstuk 18 [Gaat uit in wegen en paden], pag. 136)