Hoofdstuk 6 – les 4 Druk
Terugblik Momentenwet M = F x l
Doel van de les Aan het einde van de les kun je de druk uitrekenen en kun je vertellen hoe je druk kunt vergroten of verkleinen.
Met je hakken in het zand Wat doet meer pijn? - Iemand die met een naaldhak op je voet gaat staan - Iemand die met een normale schoen op je voet gaat staan Dit komt door de druk…
P (kleine letter!) = druk in Pa Druk bepalen Druk kun je uitrekenen als je de oppervlakte hebt, en de kracht die op de oppervlakte werkt Dit doe je met de formule p = F : A 1 Pa = 1 N/m2 Oppervlakte, dus m2 P (kleine letter!) = druk in Pa F = Kracht in N A = oppervlakte in m2
Druk kleiner of groter maken Dikke tractorbanden Sneeuwschoenen Puntje van een spijker Wat nog meer? Waarom is dat handig?
Beginprobleem
De rest van de les Maken opgaven paragraaf 4 Nakijken opdrachten paragraaf 4 Stellen vragen over de opgaven die je niet begrijpt.
Einde les Aan het einde van de les kun je de druk uitrekenen en kun je vertellen hoe je druk kunt vergroten of verkleinen. Heb je het doel gehaald?