Hoofdstuk 1 - Krachten Paragraaf 5 – Druk www.meneervanbladel.nl.

Presentatie over: "Hoofdstuk 1 - Krachten Paragraaf 5 – Druk www.meneervanbladel.nl."— Transcript van de presentatie:

1 Hoofdstuk 1 - Krachten Paragraaf 5 – Druk

2 Paragraaf 5 – Druk Als je ergens op gaat staan dan oefen je druk (P) uit… .. Ga je op 1 been staan dan oefen je meer druk uit dan op 2 benen.. .. Hoe werkt dat?

3 Paragraaf 5 – Druk Hoe bepaal je de hoeveelheid druk?
Als je op 1 been staat oefen je meer druk uit dan op 2 benen Als je zwaarder bent oefen je meer druk uit De druk hangt dus af van de massa (m) en de oppervlakte (A) De formule voor druk (P) is dan ook P = F : A

4 Paragraaf 5 – Druk Voorbeeld
Als je niet wil wegzakken in de sneeuw draag je sneeuwschoenen Oppervlakte normale schoen = 30 cm2 Oppervlakte sneeuwschoen = 65 cm2 Massa van persoon = 80kg (LET OP!) P = F : A Normale schoen 800 : 30 = 26,67 N/cm2 Sneeuwschoen 800 : 65 = 12,31 N/cm2

5 Paragraaf 5 – Druk Eenheden van druk 1 N/m2 = 1 Pascal (Pa) P = F : A
De kracht (F) drukken we altijd uit in Newton (N) De oppervlakte (A) kunnen we echter in verschillende eenheden nemen nemen we in de formule cm2 dan is de eenheid van druk N/cm2 nemen we in de formule m2 dan is de eenheid van druk N/m2 1 N/m2 = 1 Pascal (Pa)

6 Paragraaf 5 – Druk Rekenen in Pascal (Pa)
Als je niet wil wegzakken in de sneeuw draag je sneeuwschoenen Oppervlakte normale schoen = 30 cm2 = 0,0030 m2 Oppervlakte sneeuwschoen = 65 cm2 = 0,0065 m2 Massa van persoon = 80kg (LET OP!) P = F : A Sneeuwschoen 800 : 0,0065 = N/m2 en dus ook Pa =123kPa Normale schoen 800 : 0,0030 = N/m2 en dus ook Pa =266kPa