De zakelijke brief – schrijven 3.3 Les 5 De zakelijke brief – schrijven 3.3

Wat komt waar? In de inleiding staat de reden van het schrijven van de brief. Hierin komt dus ook het onderwerp (bijvoorbeeld: een personeelsuitje) In de kern geef je in minimaal twee alinea’s uitleg over de brief (bijvoorbeeld: wat voor personeelsuitje) In het slot vermeld je wat je van de lezer verwacht (bijvoorbeeld: een offerte)

Belangrijke zaken In een zakelijke brief gebruik je formele taal Zorg dat de aanhef en afsluiting correct zijn Verschil tussen het begin van een brief en bijvoorbeeld een artikel. Wat is het verschil? Wanneer begin je een nieuwe alinea en hoe doe je dit? Schrijfopdracht voor een cijfer komt eraan (twee weken voor de toetsweek)

De schrijfopdracht – waar ga ik op letten? Samenhang  correcte indeling in alinea’s (één deelonderwerp per alinea) Afstemming op doel  wat is het doel en komt dit goed naar voren? Afstemming op publiek  is de tekst goed aangepast aan het publiek? Woordkeuze en woordenschat  varieer je qua woordkeuze en toon je aan een uitgebreide woordenschat te hebben? Leesbaarheid  hoe ziet het geheel eruit? (alinea’s en netheid – geen kladversie) Spelling en interpunctie (leestekens)  worden er niet tot nauwelijks fouten gemaakt? Compleet verhaal  staat alle benodigde informatie in de opdracht?

Hoe begin je? Lees de opdracht goed door en maak een schrijfplan. Wat komt waar? Hoeveel alinea’s heb ik nodig? Welke toon ga ik gebruiken in mijn brief? (Doel!) Wat moet ik met de informatie uit de opdracht? Over sommige informatie moet namelijk doorgedacht worden. Wat kan dit betekenen? Gebruik je fantasie. Informatie hoeft niet te kloppen. Sommige opdrachten zijn immers verzonnen

De schrijfopdracht (superschool bedum of ingezonden brief over boef) Vorm tweetallen (bij een oneven aantal leerlingen is er plek voor een drietal) Je werkt beiden de schrijfopdracht uit (bij voorkeur in Word) en je zorgt dat je je eigen schrijfopdracht bewaart. Deze heb je later namelijk nodig! Jullie gaan aan het einde van de les elkaars brieven bekijken en beoordelen. Hou de criteria in gedachten. Dit zijn de zaken waar ik op ga letten als ik jullie schrijfopdrachten ga nakijken (samenhang, doel, publiek, leesbaarheid, woordkeuze/woordgebruik, spelling en interpunctie en compleet verhaal). Stel mij vooral vragen als je problemen hebt bij het maken van de schrijfopdracht. Jullie krijgen drie kwartier de tijd om de schrijfopdracht te maken. Hierna kijken duo’s elkaars opdracht na.