Veranderingen n.a.v. Wet Forensische Zorg November 2018
Doelstellingen Kwalitatief goede forensische zorg Wfz 21 juni 2018 Van subsidie naar inkoop: aanbieders rapporteren op prestatie-indicatoren. Evidence based behandelmethoden Passende capaciteit met gedifferentieerd zorg- en beveiligingsniveau. Goede screening, indicatiestelling en diagnostiek. Doelstellingen Patiënt op de juiste plek Kwalitatief goede forensische zorg Evenwicht in beveiliging, behandeling en rechtspositie Verbetering aan-sluiting forensische– en curatieve zorg Afstemming wettelijke kaders forensische zorg en andere vormen van (gedwongen) zorg Tijdige voorbereiding/ overdracht na afloop forensische zorg Vergroten van veiligheid maatschappij door betere kwaliteit van zorg. Geen beperking van bestaande rechtsposities. De patiënt op de juiste plek Zorg passend bij de stoornis van de justitiabele is essentieel voor het welslagen van de behandeling en dus vermindering van de recidive. Daarom is de adequate toeleiding naar juiste forensische zorg één van de pijlers van het nieuwe stelsel. Van belang hierbij is een goede diagnose en onderbouwd zorgadvies, dat inzicht geeft in psychische stoornissen, verslaving en verstandelijk vermogen van de justitiabele. Het gaat hier immers om een doelgroep met dikwijls complexe stoornissen en meervoudige problematiek. Op basis van een goede diagnose en advies kan de rechter vervolgens een passende sanctie opleggen. Na het rechterlijk vonnis dient zo snel mogelijk met de behandeling van de justitiabele gestart te worden. Een goede indicatiestelling over de zorgbehoefte en het vereiste beveiligingsniveau dragen hieraan bij. Tegelijk met de beslissing over de indicatie neemt Onze Minister een beslissing over de plaatsing in een instelling met een zorg- en beveiligings-niveau dat aansluit bij de zorgvraag. Om de informatie-uitwisseling voor de gehele keten te optimaliseren, is het Informatiesysteem forensische zorg (Ifzo) opgericht. Ifzo is sinds 1 januari 2010 deels operationeel en ondersteunt de hele keten van forensische zorg, van indicatiestelling tot en met facturatie. Zo kunnen plaatsende instellingen Ifzo gebruiken om de meest geschikte zorgplek te vinden, hetgeen bijdraagt aan de tijdige plaatsing en start van de behandeling. Voor de behandeling van foren-sische patiënten is specifieke deskundigheid en voldoende zorgaanbod noodzakelijk. Voldoende forensische zorgcapaciteit Om te voorzien in de zorgvraag is de forensische zorgcapaciteit de afgelopen jaren sterk uitgebreid. Daarnaast zijn organisatorische wijzigingen doorgevoerd om het zorgaanbod beter op de zorgvraag aan te sluiten. Deze schaarste is aanleiding geweest voor een forse uitbreiding van het aantal zorgplaatsen tot een totaal van 1020 klinische zorgplaatsen voor gedetineerden. De 500 bestaande zorgplaatsen in het gevangenis-wezen zijn op vijf locaties geconcentreerd, dit zijn de zogenaamde PPC’s. Van de 700 resterende plaatsen is circa de helft ingekocht in de geestelijke gezondheidszorg. De overige 350 plaatsen zijn ook op bovengenoemde vijf locaties in het gevangeniswezen gecreëerd. Alle gedetineerden worden bij binnenkomst in een penitentiaire inrichting gescreend om een inschatting te maken of plaatsing in een PPC of de GGz geïndiceerd is. Hierbij is plaatsing in een GGz-instelling het uitgangspunt. Indien de GGz de gevraagde zorg niet kan leveren, of wanneer plaatsing in de GGz vanuit maatschappelijke veiligheid niet wenselijk is of als de gedetineerde niet wil meewerken aan overplaatsing naar de GGz (en een rechterlijke machtiging een te zwaar instrument is), wordt de gedetineerde in een Penitentiair Psychiatrisch Centrum geplaatst. Naast de zorgcapa-citeit voor gedetineerden is de ambulante capaciteit in de verslavingszorg voor justitiabelen met een co-morbide problematiek sterk uitgebreid. Naast de hiervoor beschreven capaciteitsuitbreidingen is de organisatie en de financiering van de forensische zorg ingrijpend gewijzigd. Op deze manier wordt een meer gedifferentieerd zorgaanbod gecreëerd. Hiertoe is de zorginkoopfunctie bij Justitie ingericht. Sinds 2008 koopt Justitie alle forensische zorg in. In 2008 is bij 64 zorginstellingen forensische zorg ingekocht. In 2009 zijn er 80 contractspartijen en in 2010 zijn er met 88 instellingen contracten gesloten. Het gaat hier om een breed scala aan zorgaanbieders, zoals forensisch psychiatrische klinieken, instellingen voor verstandelijk gehandicapten, verslavingsinstellingen, Regionale Instellingen voor Beschermd Wonen en ambulante zorgaanbieders. De inkoop van forensische zorg is deels vraaggestuurd, de zorgvraag is bepalend. Hierdoor sluit het aanbod beter aan bij de complexe proble-matiek waar justitiabelen mee te kampen hebben en is er bovendien sprake van een evenwichtige spreiding. Met het inrichten van de inkoopfunctie en het daadwerkelijk inkopen van forensische zorg zijn belangrijke praktische stappen bij de stelselwijziging gezet. De komende jaren staan in het teken van het verder optimaliseren van de zorginkoop. Zo wordt, om in de toekomst het zorgaanbod beter op de vraag af te stemmen, momenteel een prognosemodel Forensische Zorg ontwikkeld. Kwalitatief goede forensische zorg Kwalitatieve, hoogwaardige forensische zorg gericht op de veiligheid van de samenleving levert een belangrijke bijdrage aan het terugdringen van het recidiverisico. Door het inkopen van zorg wordt gestuurd op de kwaliteit van de forensische zorg. De afspraken worden vastgelegd in het contract dat wordt overeengekomen met de zorgaanbieder. Alle contractpartijen leggen verantwoording over de verleende zorg af via een set prestatieindi-catoren. Hierbij is aangesloten bij de indicatoren die ontwikkeld zijn voor de kwaliteit van de (reguliere) geestelijke gezondheidszorg en versla-vingszorg. Alle zorgaanbieders die conform de Wet toelating zorginstel-lingen een forensische toelating hebben, rapporteren op deze prestatie-indicatoren. Een ander instrument dat een rol speelt bij het verhogen van de kwaliteit van de forensische zorg in brede zin, is de toepassing van effectieve behandelmethoden. Bij de terbeschikkingstelling (tbs) is daarom door het Wetenschappelijk Documentatie- en Onderzoekscentrum een onderzoeksprogrammering gericht op het meer evidence based maken van de tbs-behandeling, opgesteld. Het gaat hier om een meerjaren onderzoeksprogramma waarbij rond 2015 de eerste resultaten te zien zijn. Verbetering aansluiting forensische en curatieve zorg Voor dit wetsvoorstel is ook de ontwikkeling op het terrein van de psychiatriewetgeving (Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen, hierna: Wet bopz) van groot belang. In mei 2007 heeft de derde evaluatiecommissie Wet bopz haar eindrapport over de Wet bopz aangeboden. De evaluatiecommissie concludeert dat de Wet bopz niet toekomstbestendig is. De commissie schetst daarbij de contouren van een nieuwe regeling, waarin een nieuwe commissie psychiatrische zorg als adviserende instantie (over de noodzaak tot gedwongen zorg) centraal staat. Met betrekking tot de forensische psychiatrie stelt de commissie dat het feit dat er afzonderlijke wetgevingsfamilies bestaan voor respectie-velijk niet-justitiële en justitiële patiënten, als een gegeven kan worden beschouwd. Op basis hiervan wordt, parallel aan het onderhavige wetsvoorstel, een wetsvoorstel ter vervanging van de Wet bopz (wetsvoorstel verplichte geestelijke gezondheidszorg) voorbereid. Wij achten het van eminent belang om beide wetgevingscomplexen op elkaar af te stemmen. Als na afloop van de strafrechtelijke titel blijkt dat nog steeds zorg noodzakelijk blijkt, is een goede aansluiting met, en overdracht naar de reguliere geestelijke gezondheidszorg essentieel. Dit om te voorkomen dat er een breuk in de hulpverlening ontstaat en iemand ondanks de investering tijdens de juridische titel toch terugvalt in het oude gedragspa-troon. Verschillende maatregelen dragen bij aan de verbetering van de aansluiting tussen de forensische en de curatieve zorg. In de eerste plaats worden de wettelijke kaders voor de forensische zorg, de verplichte en de reguliere geestelijke gezondheidszorg beter op elkaar aangesloten. Deze continuïteit van zorg wordt mede mogelijk gemaakt door diverse verbindingen met het wetsvoorstel verplichte geestelijke gezond-heidszorg. Indien blijkt dat ten aanzien van een verdachte geen foren-sische zorg noodzakelijk is, is het gewenst om op hetzelfde moment te kunnen bezien of in plaats daarvan zorg op grond van de (vervanger van) de Wet bopz noodzakelijk blijkt. Als wel forensische zorg noodzakelijk blijkt, moet bij de beëindiging ervan, eveneens worden bezien of de betrokkene de genoemde aansluitende vorm van zorg nodig heeft. Hiertoe zijn de criteria voor verlening van zorg zoveel mogelijk complementair en is de terminologie op elkaar afgestemd. Hiermee worden de voorwaarden voor een gerichte samenwerking tussen instellingen, hulpverlening, justitie, werkvoorziening en gemeenten zoveel mogelijk geoptimaliseerd. In hoofdstuk zes wordt nader ingegaan op de samenhang tussen onderhavig wetsvoorstel en de opvolger van de Wet bopz, de wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Met dit wetsvoorstel en het wetsvoorstel verplichte geestelijke gezondheidszorg kunnen wettelijke belemmeringen die een goede zorgverlening in de weg staan, worden weggenomen. Voorts maakt de contractrelatie met de zorgaanbieders het mogelijk om te sturen op een verbeterde door- en uitstroom. Zorgaan-bieders dienen, indien na afloop van het strafrechtelijk kader nog steeds zorg noodzakelijk is, zorg te dragen voor een tijdige overdracht. In het nieuwe stelsel vormt de Diagnose Behandel- en Beveiligingscombinatie-systematiek de basis voor de financiering van de geleverde zorg en beveiliging. De DB(B)C systematiek sluit aan op de DBC’s – diagnose behandelcombinaties – uit de reguliere GGz. De DB(B)C-systematiek levert een bijdrage aan een meer gerichte zorginkoop en aan de transparantie en doelmatigheid van het gehele stelsel. Beveiliging, behandeling en rechtspositie De terbeschikkingstelling maakt onderdeel uit van het stelsel van forensische zorg. De drie pijlers waarop de tbs rust (beveiliging, behan-deling en rechtspositie) moeten met elkaar in evenwicht zijn. De bevei-liging van de samenleving is voor ons essentieel. Wij menen dat het nieuwe stelsel bevorderlijk zal zijn voor deze beveiliging, door de verhoging van de kwaliteit van de zorg en door een verbeterde door- en uitstroom. Zoals in de eerste alinea van het algemene deel van deze toelichting is beschreven willen wij de recidive verminderen. Het nieuwe stelsel zal hieraan een bijdrage leveren, is onze stellige verwachting. Een grotere veiligheid zal niet te koste gaan van de behandeling. Integendeel, juist door de kwaliteit te verhogen, zal de veiligheid worden versterkt. De rechtspositie heeft onze volle aandacht. Uitgangspunt is dat deze rechtspositie niet in het gedrang komt. Aangesloten wordt bij de bestaande rechtspositionele regels. De organisatorische aspecten van het nieuwe stelsel van forensische zorg zijn opgenomen in het onderhavige wetsvoorstel, terwijl de bestaande rechtspositionele regels opgenomen blijven in de bestaande wetten. Indien het onderhavige wetsvoorstel wordt aanvaard en inwerking treedt, zal worden gestart met de herijking van de rechtspositionele regels. Uitgangspunt daarbij is om de rechtspo-sitie van forensische patiënten (onder wie ter beschikking gestelden) niet te beperken, teneinde het hiervoor genoemde evenwicht te bewaren. Wfz
Wfz 21 juni 2018 Waar is het geregeld? Wet forensische zorg Besluit forensische zorg Regeling forensische zorg Besluit Weigerende Observandi Wet Forensische Zorg: Aansluitende zorg Stevigere basis gegevensuitwisseling Bevoegdheden Minister t.a.v. aangewezen instellingen Inkooprelatie Indicatiestelling en Plaatsing Weigerende observandi Afgifte zorgmachtiging (2020) Besluit Forensische Zorg: Gegevensverwerking Nadere regels Instellingen Inkoop Indicatie Plaatsing Ministeriële regeling: Eisen beveiliging, beheer en huisvesting Bestuurlijke boete Beleidsinformatie Opdracht Minister Reclasseringstoezicht Model aanvraag Aanwijzing Model Aantekeningen Besluit Weigerende observandi: Werkwijze Geheimhouding Besluitvorming Multidisciplinaire commissie Gegevens in het advies Wfz
Veranderimpact Wfz Organiseren aansluitende zorg Stevigere basis gegevensuitwisseling Inkooprelatie (private tbs-instellingen*) Aanwijzing forensische instellingen Sturingsbevoegdheden Minister (private tbs-instelling) Verplichtingen aanbieders (beperkte wijzigingen m.b.t. beveiliging, huisregels, aantekeningen etc.) Verandering? Weigerende Observandi Indicatiestelling en Plaatsing (mogelijkheid in lagere regelgeving aanpassen van taakverdeling en wijze indicatiestelling) Grotendeels bestaande praktijk o.b.v. onder meer Interimbesluit Forensische Zorg (2011) 01-01-2020 Verbinding naar Wvggz en Wzd (schakelartikel 2.3 Wfz) * De inkooprelatie is alleen een wijziging voor private instellingen in het bijzonder bestemd voor de verpleging van ter beschikking gestelden
Aansluitende zorg na afloop forensische titel Wfz 21 juni 2018 Aansluitende zorg na afloop forensische titel Het betreft hier een inspanningsverplichting. In de praktijk verandert er weinig omdat van aanbieders al wordt verwacht dat zij indien nodig vervolgzorg voorbereiden. Ook in inkoopafspraken is de continuïteit van zorg al een thema. Zes weken voor afloop van de justitiële titel treft de zorgaanbieder voorbereidingen voor aansluitende begeleiding, beschermd wonen, persoonlijke verzorging of zorg, indien de zorgverlener of de behandelaar van oordeel is dat na afloop van de strafrechtelijke titel verdere begeleiding, beschermd wonen, persoonlijke verzorging of zorg krachtens de Wet langdurige zorg nodig is. (Art. 2.5 Wfz) Wfz
Stevigere basis gegevensuitwisseling (1) Wfz 21 juni 2018 Stevigere basis gegevensuitwisseling (1) Veel van de gegevensuitwisseling zoals beschreven in de Wfz en onderliggende regelgeving vindt in de praktijk al plaats op basis van huidige wet- en regelgeving. Op verschillende onderdelen is een wettelijke grondslag gecreëerd voor het uitwisselen van gegevens. Afschriften persoonsdossier T.b.v. een goede zorgverlening ontvangt de zorgaanbieder van Onze Minister afschriften van rapporten uit het persoonsdossier. Behandeltrouw T.b.v. het toezicht op de naleving van de voorwaarden verstrekt de zorgaanbieder gegevens omtrent de behandeltrouw aan de reclassering of het OM. Nieuw is dat dit een verplichting is geworden. Advies over de kans op herhaling De zorgaanbieder geeft op verzoek van OM of uit eigen beweging, indien dit noodzakelijk is in verband met het voorkomen van recidive, een advies over de kans op herhaling aan het OM. Dit kan via de reclassering verlopen. Wfz
Stevigere basis gegevensuitwisseling (2) Wfz 21 juni 2018 Stevigere basis gegevensuitwisseling (2) Daarnaast is in de Wfz en onderliggende regelgeving uitgewerkt dat de Reclassering en de zorgaanbieder gegevens kunnen verstrekken: Aan een ‘ander’ t.b.v. onder meer wetenschappelijk onderzoek Aan Onze Minister t.b.v. het waarborgen van de stelselverantwoordelijkheid en het voeren van een zorgvuldig en samenhangend beleid (wordt nog nader uitgewerkt) Tot slot zijn enkele maatregelen van technische en organisatorische aard opgenomen voor alle partijen om gegevens te beschermen. Hierbij is aangesloten bij de bestaande wet- en regelgeving en praktijk. (Art. 2.6 Wfz, uitwerking in Bfz art 2.3 t/m 2.7) Wfz
Wfz 21 juni 2018 Alleen private tbs-instellingen Inkoop en aanwijzing Voor de private tbs-instelling* wordt de subsidierelatie beëindigd en zal per 01-01-2019 sprake zijn van een inkooprelatie. (artikel 4.1 WFZ) Voor de overige gecontracteerde zorgaanbieders blijft de inkooprelatie ongewijzigd per 01-01-2109. * Instelling in het bijzonder bestemd als private instelling voor de verpleging van ter beschikking gestelden Alle aanbieders forensische zorg Vanaf 1 januari 2019 mogen alleen instellingen die over een aanwijzing van Onze Minister beschikken forensische zorg verlenen. Dat geldt zowel voor rijksinstellingen als private instellingen voor forensische zorg. (artikel 3.1, 3.2 en 3.3 WFZ) Alle huidige gecontracteerde aanbieders van forensische zorg ontvangen automatisch van DJI een aanwijzing. Wfz
Sturingsbevoegdheden Minister (private tbs-instelling) Wfz 21 juni 2018 Sturingsbevoegdheden Minister (private tbs-instelling) Nieuwe sturingsbevoegdheden Minister t.o.v. private tbs-instelling: het geven van een aanwijzing aan de Raad van bestuur indien de wet- of regelgeving met betrekking tot ter beschikking gestelden onvoldoende wordt nageleefd (art.3.3 lid 5); indien de aanwijzing onvoldoende wordt nageleefd (art 3.3 lid 6) het beheer van de private instelling overnemen en/of een bewindvoerder aanstellen, het hoofd van de private instelling schorsen dan wel voordragen voor ontslag. Hoofd private tbs-instelling wordt benoemd door Raad van Toezicht, Hoofd wijst vervanger(s) aan. Schriftelijk bericht hierover aan Minister (art. 3.3 lid 3 en 4) Eén van de leden van de Raad van Toezicht van de private tbs-instelling wordt door Onze Minister benoemd als lid met als bijzondere taak het houden van toezicht op de naleving van de wet- en regelgeving (art 3.3 lid 7) Raad van Toezicht van private tbs-instelling benoemt één van haar leden tot voorzitter na overleg met de Minister (art 3.3 lid 8) Er is toestemming van de Minister nodig voor het sluiten van overeenkomsten m.b.t. registergoederen en ook voor het wijzigen van statuten, juridische fusie of splitsing van private tbs-instelling (art 3.3 lid 9 en 10) Wfz
Verplichtingen aanbieders Wfz 21 juni 2018 Verplichtingen aanbieders Alleen private tbs-instelling Private tbs-instelling stelt huisregels vast o.b.v. model (art 3.4 lid 1 Wfz) Vereisten beveiliging en bouwkundige staat gebouw Beveiligingseisen: Nza richtlijnen (niveau 1 t/m 4). (Art 3.3 lid 1 Bfz, Rfz) private tbs-instelling: niveau 4 en aanvullende eisen die bij Onze Minister vertrouwelijk zijn in te zien Integraal beveiligingsplan (Art 3.3 lid 2 Bfz) Eisen bouwkundige staat (Art 3.3 lid 3 Bfz, Rfz) Periodieke controle beveiliging en bouwkundige staat (Art 3.3 lid 4 Bfz) Alle forensische zorg Wfz
Indicatiestelling en plaatsing Wfz 21 juni 2018 Indicatiestelling en plaatsing Reguliere indicatiestelling en plaatsing Verlenen van forensische zorg gebeurt op basis van een indicatiestelling. De indicatiestelling en de strafrechtelijke titel vormen de basis voor het plaatsingsbesluit. Vooralsnog blijft de rolverdeling bij indicatiestelling en plaatsing ongewijzigd. Beslissing rechter over forensische zorg, vóór indicatiestelling Als pas op zitting blijkt dat forensische zorg nodig is en er is nog geen indicatiestelling beschikbaar, kan de rechter beslissen dat forensische zorg wordt verleend. Er wordt dan zo snel mogelijk alsnog een indicatiestelling opgemaakt ten behoeve van het plaatsingsbesluit. Spoedplaatsing zonder indicatiestelling en strafrechtelijke titel In spoedeisende gevallen kan de Officier van Justitie ambulante forensische zorg gelasten vóórdat een indicatiestelling en een strafrechtelijke titel beschikbaar is. Dit kan alleen: als forensische zorg nodig is t.b.v. waarborgen van de veiligheid; en als hij ervan uit mag gaan dat de rechter een strafrechtelijke titel voor de verlening van forensische zorg zal gaan opleggen (Art. 5.1, 5.2 en 6.1 Wfz, uitwerking in Bfz.) Wfz
Weigerende Observandi Wfz 21 juni 2018 Weigerende Observandi Wet forensische zorg wijzigt artikel 37a Wetboek van Strafrecht. Als een verdachte van een ernstig misdrijf weigert mee te werken aan pro Justitia-onderzoek, kunnen bestaande persoonsgegevens (waaronder gegevens over de gezondheid) die al zijn vastgelegd worden gebruikt ten behoeve van het vaststellen van een psychische stoornis waarvoor de verdachte of dader behandeld moet worden om het recidivegevaar te voorkomen, dan wel te verminderen. (art 7.1 F Wfz) In een aparte algemene maatregel van bestuur (Besluit weigerende observandi) worden hierover nadere regels gesteld. als een verdachte van een ernstig misdrijf weigert mee te werken aan pro Justitia-onderzoek, kunnen bestaande persoonsgegevens (waaronder gegevens over de gezondheid) die al zijn vastgelegd worden gebruikt ten behoeve van het vaststellen van een psychische stoornis waarvoor de verdachte of dader behandeld moet worden om het recidivegevaar te voorkomen, dan wel te verminderen.” Wfz
Samenhang met andere wetten gedwongen zorg (Wvggz / Wzd) Wfz 21 juni 2018 Samenhang met andere wetten gedwongen zorg (Wvggz / Wzd) Artikel 2.3 Wfz treedt op 1 januari 2020 in werking. Artikel 2.3 Wfz beoogt een betere aansluiting tussen forensische en reguliere zorg. De strafrechter kan ambtshalve of op verzoek van de officier van Justitie een zorgmachtiging volgens de Wvggz of een rechterlijke machtiging (max 6 mnd) volgens de Wzd afgeven. Een eerdere beëindiging van de zorg dan de termijn die in de machtiging is opgenomen, kan alleen met toestemming van Onze Minister. Wfz