Posters voor in het geschiedenislokaal

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Algemene Weetjes Over Tekst verklaren en het CSE.
Advertisements

Examenvoorbereideing
Spotprent Humoristische tekening waarin iemand of een situatie bespot wordt. De tekenaar heeft een boodschap.
Spotprenten in het geschiedenisonderwijs
Daadwerkelijk succesvoller benoemen kan
THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD
Zakelijk lezen Nederlands.
Fictieanalyse-proza.
Is de islam als godsdienst een rem op de integratie van moslims?
Historisch redeneren en denken vakdidactiek 21-3
Omgaan met geschiedenis
Uitleg bij 82-89, historische vaardigheden
Geschiedenis havo 4 - een introductie
Object van studie Het vak geschiedenis gaat over ‘het leven’ Geschiedenis beschrijft ‘hoe het was’ Geschiedenis is geen wetenschap.
Les 2: Het verleden van het Apeldoorns Kanaal. Wat gaan we doen: Terugblik vorige les Filmpje bekijken Foto’s van vroeger bekijken Verder met de presentaties.
Goed voorbereid naar de Pabo!
Goed voorbereid naar de Pabo!
Hoofdstuk 9: Tussenmenselijke relaties
Het maken van een spreekbeurt
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Tijd, ruimte en socialiteit (Fernand Braudel)
Samenvatting Havo 5.
Volksuniversiteit Zwolle
Historische bronnen in de les
Analyse maatschappelijk vraagstuk
Arm vs. Rijk (1910) 'Wij zijn vegetariërs, wij eten nooit vleesch.'
inleiding leesvaardigheid Leesstrategieën & schrijfdoel
Tijd van ontdekkers en hervormers – de vroegmoderne tijd
De eerste mensen § 1.1 & 1.2.
Renaissance en Opstand
Module ‘Ouderbetrokkenheid’ AD opleiding ‘Pedagogisch educatief medewerker’ Week 1 Pascal van Schajik
1 Sociologie en Diversiteit hoorcollege 3 Harrie Manders
Door: Gerard Rozing (CvTE)
Vrijwilligersstage 2. BASISHOUDING EN CONTACT MAKEN.
Rotterdam, 00 januari 2007 Onderzoek I Bijeenkomst 2 kwartaal 2.
Tekstbronnen Wat moet je er mee?. Lees de vraag Welke informatie heb je nodig? Weet je al iets over dit onderwerp? Over welke tijd gaat het? Over welk.
Stephan Klein Utrecht, 7 maart 2013 Het nieuwe eindexamen geschiedenis vanaf 2015 Havo - Vwo.
Hoe maak je een werkstuk? Begin op tijd!!. Kies een leuk onderwerp  Denk aan een hobby, sport, beroep, stad of onderwerp uit een van de lesboeken van.
Leesvaardig Examentraining.
Bijeenkomst 5. Terugblik  Wat hebben we vorige bijeenkomst besproken?  Alles gelukt met het persoonlijk profiel?  Liepen jullie nog tegen dingen aan?
Examentraining vaardigheden. oorzaken en gevolgen * Verschillende soorten oorzaken: - aanleiding is de (meestal incidentele) directe oorzaak, de.
Paragraaf 1 De agrarische revolutie. Kenmerkende aspecten bij deze paragraaf: De levenswijze van jagers-verzamelaars Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen.
Veilig werken via gedragsverandering Danny Wilms
Paragraaf 3.3 Het feodale stelsel
De vraag is je beste vriend
Cursus Leesvaardigheid
Help….een bron!!!! Jaap Patist
5 hulpvragen.
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Redeneren over de verzorgingsstaat
Door: Gerard Rozing (CvTE)
Bronnen en onderzoeksvragen
Een beschouwing schrijven
Les 1: Brainstorm en kennismaken
§ 1.1 Identiteit Identiteit is het beeld dat iemand van zichzelf heeft, dat hij uitdraagt en anderen voorhoudt en dat hij als kenmerkend en blijvend beschouwt.
Hoe schrijf je een recensie?
Ik heb mijn boek uit… Wat nu?.
Poster ontwerpen Opdracht fictie klas 1.
Redeneren met bronnen Albert van der Kaap.
volgende bladzijde terug
Historisch redeneren + taalgericht vakonderwijs (bijeenkomst 3)
Ongeschreven en geschreven bronnen Aflevering 1
Redeneren met bronnen Albert van der Kaap.
Plaats hier bijvoorbeeld het onderwerp of activiteit
Bronnen beoordelen op bruikbaarheid. Stap 1 Wat is de (onderzoeks)vraag? De bron moet passen bij de vraag die je gaat beantwoorden.
Inleiding.
Methodisch handelen Week 6 les 5. Methodisch handelen Week 6 les 5.
Hoe leer je geschiedenis?
voorbeeld volgende bladzijde terug
volgende bladzijde terug
Transcript van de presentatie:

Posters voor in het geschiedenislokaal Robbert-Jan Poortvliet 2018

Woordgebruik Verboden woorden voor historici: “Ze” | “Weet ik niet” | “Vroeger” Woorden waar historici van houden: Bewijs Keerpunt Katalysator Interpretatie Van historisch belang Oorzaken en gevolgen Standplaatsgebondenheid Verandering en continuïteit

Geschiedenis indelen Politiek Cultureel Sociaal Economisch Hoe zijn de verhoudingen tussen bevolkingsgroepen? Politiek Wie heeft de macht? Welke bestuursvorm is er? Waar is de macht op gebaseerd? Economisch Wat zijn de middelen van bestaan? Cultureel Wat maken, denken, geloven en voelen mensen en hoe uiten zij zich?

Oorzaken Diverse soorten: Direct of indirect Incidenteel of structureel Onbewust of intentioneel Belangrijk of minder belangrijk Cultureel (religieus), sociaal, politiek of economisch

Gevolgen Diverse soorten: Bedoeld of onbedoeld Lange termijn of korte termijn Belangrijk of minder belangrijk Cultureel (religieus), sociaal, politiek of economisch

Succesvol antwoorden: Schrijf een volledige Nederlandse zin, met hoofdletters, komma’s en punten. Wordt er gevraagd om een verschil? Omschrijf dan altijd beide kanten. Benoem beeld- of tekstelementen uit de bron als deze gebruikt moet worden.

Standplaatsgebondenheid Iemands denken en handelen wordt bepaald door de tijd en plaats waarin hij leeft. Let op: Iemands persoonlijke omstandigheden (leeftijd, geslacht, religie, etc.) Iemands sociale positie (arm, rijk, machtig of niet, autochtoon of allochtoon, etc.) De tijd waarin iemand leeft (economische crisis, dictatuur, democratie, etc.) Mogelijk andere motieven, normen en waarden in het verleden

R Relevantie bron Representativiteit bron Welke informatie biedt de bron? Welke informatie biedt de bron niet? Representativiteit bron Is de bron kenmerkend voor bijvoorbeeld de hele groep of andere vergelijkbare situaties?

B Betrouwbaarheid bron Wie is de auteur? (zie poster S) In welke tijd leefde deze persoon? Waar is deze bron gemaakt? Over welke informatie beschikte deze persoon? Wat is de bedoeling van deze persoon? Heeft deze persoon een reden om te liegen?

Analyse beeldbron Wat is het onderwerp van de bron? Over welke tijd gaat de bron? Is het een primaire of een secundaire bron? Plaats de bron in de historische context. Wie is de maker van de bron? (zie poster S) Aan welke beeldelementen herken je de standplaatsgebondenheid van de maker? Is de bron representatief? (zie poster R) Is de bron betrouwbaar? (zie poster B)

Analyse spotprent Context Bedenk welke gebeurtenis(sen) belangrijk waren in de tijd dat de spotprent werd gemaakt. Details Leg een denkbeeldig raster over de spotprent. Beschrijf in detail wat je ziet in elk raster. Welke symboliek herken je? Tekst Wat is de titel? Wat zegt het bijschrift? Welke woorden staan centraal? Boodschap Beschrijf wat de boodschap of visie van de tekenaar is. Met welke beeldelementen maakt de tekenaar de boodschap of visie duidelijk?

Wat is geschiedenis? beeld van het verleden Het verleden Schrijft / schept sporen = bronnen worden onderzocht historicus

Beelden van het verleden = Wat is geschiedenis? K L O F Het verleden Beelden van het verleden = GESCHIEDENIS