Toelichting bij ''Backward designing'' uit de kennisbank
Backward designing; de principes Bepaal de leerdoelen Bepaal het beheersingsniveau Bepaal de beoordelingsvorm(en), passend bij: kennis, inzicht vakvaardigheden algemene vaardigheden attitudes Bepaal tot slot hoe de andere leerplanaspecten vorm krijgen zodat de gestelde leerdoelen bereikt kunnen worden. Bepaal de leerdoelen Wat moeten leerlingen aan het einde van de les(senreeks) (beter) kennen en/of kunnen? Bepaal de beheersingsniveaus Op welk niveau dienen leerlingen de van hen verlangde kennis, inzicht, werkwijzen, vaardigheden en/of houding te beheersen? Bepaal de beoordelingsvorm(en) Wat kan als bewijs gelden dat deze doelen en beheersingsniveaus ook echt zijn bereikt? En waar ligt de grens tussen voldoende en onvoldoende? Bepaal tot slot hoe de andere leerplanaspecten vorm krijgen zodat de gestelde leerdoelen bereikt kunnen worden
Bepaal de leerdoelen (1) Een goed geformuleerd leerdoel geeft antwoord op vier vragen: Om welke leerlingendoelgroep gaat het? Welk waarneembaar eindgedrag moet worden vertoond? Onder welke omstandigheden? Op welk beheersingsniveau? om welke leerlingendoelgroep gaat het? Welk waarneembaar eindgedrag moet deze doelgroep na afloop van de les(senreeks) vertonen. belangrijkste omstandigheden waaronder de leerlingendoelgroep het verwachte eindgedrag moet vertonen. het vereiste beheersingsniveau, bijvoorbeeld door te expliciteren welke prestaties de leerling moet leveren om zijn eindgedrag als voldoende beoordeeld te zien De beoordeling moet aansluiten bij de gestelde leerdoelen. Als bijvoorbeeld het leerdoel is dat leerlingen zelf bronnen kunnen zoeken en deze kunnen checken op betrouwbaarheid, dan zullen dat zoeken en checken duidelijk herkenbare items in de beoordeling moeten zijn. Aan deze consistentie tussen beoordeling, leerdoelen en basisvisie van een les(senreeks), schort het nog wel eens in de ontwikkel- en onderwijspraktijk. Vooral bij vaardigheden gebeurt het vaak dat deze wel als leerdoel worden gesteld, zonder dat de leerlingen daarop worden beoordeeld, óf dat er beoordeling plaatsvindt zonder dat de desbetreffende vaardigheid is aangeleerd of ingeoefend
Bepaal de leerdoelen (2) Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdgebonden Specifiek: Het leerdoel is in termen van concreet gedrag beschreven. Meetbaar: Dat gedrag is meetbaar, dat wil zeggen, valt te beoordelen aan de hand van vooraf te stellen criteria. Acceptabel: Het gedrag is voor leerlingen en docenten de moeite waard. Realistisch: Het doel is haalbaar, niet te laag of te hoog gegrepen, en sluit aan op de zone van naaste ontwikkeling van de leerlingendoelgroep. Tijdgebonden: Het doel is binnen een bepaalde tijd te bereiken en voorzien van een deadline.
Bepaal het beheersingsniveau Op welk niveau moeten leerlingen datgene wat ze leren, beheersen? Hoe bepaal je dat? Hulpmiddelen: kerndoelen, eindtermen, referentiekaders, taxonomie van Bloom, rubrics, et cetera.
Voorbeeld beheersingsniveau bepalen Voorbeeld voor talen, m.b.v. referentieniveaus. Ga na, welke taalvaardigheden (lezen, luisteren, gesprekken voeren, spreken of schrijven) in jouw les(senreeks)ontwerp aan de orde komen. Selecteer de bijbehorende referentieniveaus. Ga na, welke aspecten van welke niveaus (A1, A2, B1, B2, C1) je in je les(senreeks)ontwerp wilt bereiken. Selecteer die niveaus en aspecten
Voorbeeld beheersingsniveau bepalen Voorbeeld voor vaardigheden, m.b.v. rubrics. Ga na, welke algemene vaardigheden in uw les(senreeks)ontwerp aan de orde komen. Selecteer de rubrics van deze vaardigheden. Ga na, welk in de rubric beschreven gedrag u in uw les(senreeks)ontwerp wilt bereiken. Selecteer die gedragsbeschrijvingen.
Bepaal de beoordelingsvorm HOE schriftelijke toets met gesloten of open vragen (kennis, inzicht, toepassing, analyse, synthese, evaluatie) practicum mondeling presentatie leerverslag werkstuk portfolio logboek
Bepaal de beoordelingsvorm WIE de docent de leerling zelf docent + leerling[en] externe deskundigen vak- of teamcollega's toa’s, onderwijs- of lesassistenten medeleerlingen. De keuze voor wat wordt beoordeeld, hoe wordt beoordeeld en wie er beoordeelt, moet uiteindelijk altijd zijn ingegeven door de basisvisie van waaruit de les(senreeks) is opgezet en wordt gegeven. Als daarin bijvoorbeeld sterk gehecht wordt aan leerlingsturing, dan is gesloten kennistoetsing niet de meest voor de hand liggende beoordelingsvorm. Bij leerlingsturing zal de beoordeling recht moeten doen aan de eisen die leerlingen zichzelf al doende stellen. En bij leerlingsturing is ook een belangrijke rol van de leerling weggelegd bij de beoordeling van zichzelf en de medeleerlingen met wie zij samenwerken.