‘ONDERZOEKT DE SCHRIFTEN’ 23-12-2018
RESUMÉ VAN ONZE LAATSTE STUDIE “Redding door genade”: Allen hebben gezondigd en zijn Gods oordeel waardig. Maar Gods liefde heeft de weg van de zaligheid voor iedereen geopend, ongeacht ras, leeftijd of plaats in de samenleving. Gelovigen zijn niet langer dood in zonde. Ze worden verheven om samen met Christus te zitten. Ze leven een rechtwaardig leven en tonen goede werken. God redt ons om te groeien in heiligheid en te worden opgebouwd als een geestelijke tempel van God.
DE STUDIE VAN VANDAAG: LES 724: DE MYSTERIE VAN DE KERK ONTHULD MEMORY VERSE: …… “Mij, den allerminste van al de heiligen, is deze genade gegeven, om onder de heidenen door het Evangelie te verkondigen den onnaspeurlijken rijkdom van Christus, En allen te verlichten, dat zij mogen verstaan, welke de gemeenschap der verborgenheid zij, die van alle eeuwen verborgen is geweest in God, Welke alle dingen geschapen heeft door Jezus Christus.” (Efeziërs 3:8,9) TEKST: Efeziërs 3:1-21
INLEIDING Paulus stelde de waarheid vast dat redding door Gods genade is. Iedereen kan het ontvangen door geloof in Christus. Paulus verdiende Gods toorn omdat hij Gods vroege kerk vervolgde. Maar Hij ontving genade nadat hij Christus ontmoette op weg naar Damascus. Hij werd een dienaar van God. God openbaarde verborgen waarheden van de kerk aan hem, hoewel er discipelen en apostelen voor hem waren. Gods eeuwige doel wordt altijd bereikt door degene die Hij kiest. VRAAG 1: Wat kunnen we leren van Paulus’ eerstelijnspositie in de kennis van het evangelie? – Efe 3:8,9
ONBAATZUCHTIGHEID EN TENACITEIT VAN DE APOSTEL Efeziërs 3:1,14 Door zichzelf voor te stellen als een “gevangene van Christus” toonde Paulus zijn onvoorwaardelijke loyaliteit aan Christus en aanvaardde hij het leed dat zijn opdracht bracht. Christelijke werkers zouden daarom van Paulus moeten leren en gemopper moeten voorkomen vanwege de offers die de roeping van Christus hun oplegt. VRAAG 2: Uit het voorbeeld van Paulus, wat zou de houding moeten zijn van christelijke dienaren die vervolgd worden? – Fil 1:29; Rom 1:9; 2 Tim 2:9
OPENBARING VAN HET MYSTERIE VAN DE KERK Efeziërs 3:2-6; Genesis 22:18 God had de kinderen van Israël als Zijn volk gekozen boven alle andere volkeren. Hierdoor konden ze niet denken dat God met heidenen zou handelen op hetzelfde niveau als de Joden! Het was een mysterie dat verborgen bleef tot de nieuwtestamentische bedeling. Gods genade wordt niet beperkt door ras! VRAAG 3: Leg in je eigen woorden het mysterie van de kerk uit en hoe dit vandaag van toepassing is.
MINISTERIE VAN EEN GEVOLMACHTIGDE PREDIKER Efeziërs 3:7-13 De apostel zag zichzelf als zeer begunstigd om geselecteerd te worden, de waarheid van het evangelie te delen. Hij was diep vernederd toen hij zich zijn vroegere daden herinnerde. God is bereid om de smerigste zondaars te redden die oprecht berouw hebben. Gods waarheid moet niet gesloten worden gehouden: wij die het hebben ontvangen, moeten het ook aan iedereen bekendmaken. VRAAG 4: Welke verantwoordelijkheid brengt de kennis van het mysterie van Christus aan gelovigen? – Efe 3:8,9; Markus 16:15,16.
INTERCESSIE VOOR IMPACT VAN HET ONTHULLDE MYSTERIE Efeziërs 3:14-21 Paulus verlangde naar de vrucht van Gods genade en kracht van het evangelie in de levens van de gelovigen in Efeze; daarom ging hij in gebed. Zijn gebed richtte zich op geestelijke zegeningen, kracht, groei in geloof en in de kennis van de diepte en breedte van Christus’ liefde. Onze zekerheid van het ontvangen van antwoorden op onze gebeden zou ons moeten verheugen in Gods grote kracht en glorie. VRAAG 5: Wat leren we van het gebed van Apostel Paulus voor de kerk van Efeze? – Efe 3:14,16,19; Gal 4:19.
CONCLUSIE De ervaring van Paulus laat ons zien dat God kiest wie Zijn doel op aarde vervult. Hij kan elk leven veranderen, hoe zondig ook, om Zijn dienaar te worden. Het is allemaal door Zijn genade en kracht. Zonder deze zou alle prediking of onderwijs ineffectief zijn. De bekering en incorporatie van de heidenen in het lichaam van Christus is een voorrecht waar we eeuwig dankbaar voor moeten zijn.