Financiële toezichtswetgeving

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Risico- & crisiscommunicatie in de Wet Veiligheidsregio’s
Advertisements

SEPA Wat verwacht de toezichthouder van u? NFS SEPA-voorlichtingsmiddag, 30 mei 2012 Prof. Dr. Olaf C.H.M. Sleijpen Divisiedirecteur, Toezicht pensioenfondsen.
van verdragsbepalingen
Informatiemiddag Wet Markt en Overheid 11 februari 2014.
Vrij verkeer van werknemers
Maatschappelijke aspecten les 2: Downloaden en uploaden: legaal of illegaal? [Bron: Downloaden: legaal of illegaal?, dr. mr. Bart W. Schermer]
Impact van EU-regels op aanbieders betaaldiensten Simon Lelieveldt.
Universiteit Antwerpen Karel de Grote-Hogeschool
Integriteitstoezicht BES door De Nederlandsche Bank (DNB)
Outsourcing 21 augustus 2008 Download op:
Aanbesteding of Subsidie
Rechtshandelingen van de Unie
“HDN en de zorgplicht in de keten”
JURIDISCH KADER ELEKTRONISCH GELD
Hoofdstuk 13 Vrij kapitaalverkeer.
WWFT opvolger: WMOT/WID
De Richtlijn « Diensten » 2006/123/EG en de sociale zekerheid Geneviève Pietquin FOD Sociale Zekerheid.
Hoofdstuk 3 Instellingen van de EG en hun bevoegdheden.
Hoofdstuk 2 Beginselen van de EG. Taken EG: Het instellen van een gemeenschappelijke markt (= interne markt), dat wil zeggen één enkele binnenmarkt. Het.
Hoofdstuk 11 Vrij kapitaalverkeer. (2/14) Het vrije kapitaalverkeer (inclusief het vrije betalingsverkeer) wordt gewaarborgd door artikel 56 van het Verdrag:
Hoofdstuk 13 Directe werking van richtlijnen. (2/13) In hoofdstuk 4 hebben we gezien dat: De in een richtlijn opgenomen normen door de lidstaten moeten.
Hoofdstuk 4 Europese wetgeving.
Taskforce Mobiliteitsmanagement:
Vrijheid van vestiging
ACIS/UvA/Ou Jac Rinkes 19 maart 2010
Introductie OHSAS
Wijziging Wet toezicht kredietwezen 1992 (“Wtk 1992”) in verband met de invoering van bedrijfseconomisch toezicht op instellingen voor elektronisch geld.
Hoofdstuk 10 Vrij dienstenverkeer. (2/17) De vrijheid van diensten wordt gewaarborgd door artikel 49, lid 1, van het Verdrag: In het kader van de volgende.
Pe-opleidingen.nl WFT, wet financieel toezicht. De Wet op het financieel toezicht (Wft) is op 1 januari 2007 in werking getreden. Deze wet regelt het.
Doorwerking van MER in ruimtelijke besluiten in NL
FINNIUS | page 1 Regulering bitcoin in Nederland NVvIR 12 juni 2014.
september 2009 Aanbevelingen van Compliance professionals
Aansprakelijkheid en bewonersinitiatieven
Implema ntation of UN Resolutio n 1373 Financiële sancties FOD Financiën – Thesaurie 21 April april 2015 FOD Financiën - Thesaurie.
Het hoe en waarom van internationale sancties. DCSG Informatiesessie exportcontrole en internationale sancties Antwerpen - 21 april 2015.
Sanctiewetgeving: Impact op de zakelijke verzekeringsmarkt
Onderwijsinspectie – Het juridische verhaal 22 september 2015.
Tax Assurance Corporate Governance. Definitie I Corporate Governance (CG) is Engels voor ondernemingsbestuur. Daarnaast wordt wel de term Good Governance.
De financiële aanspraken bij bedrijfseconomisch ontslag Alexandra Krop jurist werkgeverszaken OPOF, 16 februari 2012.
Titel De nieuwe aanbestedingswet, 13 december 2012.
Nationaal regime Eske van Egerschot 15 april 2008 Eske van Egerschot 15 april 2008.
Consumentenbescherming in Nederland en onder de tropenzon Dr. Viola Heutger EU CARICOM.
AMS O / 1 CDD onder de Wwft Vereniging van Compliance Officers Amsterdam, 22 januari 2008 Kleis Broekhuizen Joost Italianer.
Wet financieel toezicht Vereniging voor Compliance Officers 26 september 2006 Christel Grundmann – van de Krol.
Toezicht van De Nederlandsche Bank op trustkantoren Een kort overzicht.
MISBRUIK VAN RECHT Een nationaal, internationaal en unierechtelijk perspectief Discussiebijdrage Koen Verburg 12 mei 2016 Vereniging voor Belastingwetenschap.
Hergebruik|29 oktober 2015 Hergebruik Workshop. Hergebruik| 29 oktober Hergebruik Archiefwet 1995 Artikel 2b. Hergebruik 1. Onder gebruik in de.
Bazel 2 14 juni 2006 Ministerie van Financiën Prof. dr. D. Schoenmaker Plv. directeur Financiële Markten Implementatie Bazel 2.
Klokkenluidersregeling Actan adviseurs & accountants
Gij zult openbaren: privacy en de open overheid
Recht in Gedwongen Kader
Uw wereld draait door Logius 9 mei 2017
Grenswerkers in Europa Een onderzoek naar fiscale,
Klachtenregeling Actan adviseurs & accountants
Presentatie Korpschef G.H.P.K. Huijser van Reenen
nieuwe pensioenwet De verhouding tussen de pensioenovereenkomst,
Veranderopgave handhaving
Ondernemerschap Jullie zijn gestart aan het laatste studiejaar en met nog een paar maanden te gaan komt een diploma steeds dichterbij. Om dit diploma te.
Mr. I.W. van Osch 360|Advocaten
Privacy in het Caribisch deel van het Nederlandse Koninkrijk
2 november 2017 Johan Tielemans
Digitale toegankelijkheid in Nederland
Programma’s onder de Omgevingswet ruimte voor ontwikkeling, waarborg voor kwaliteit Nicole Hardon 12 juni 2018.
Decentrale regels: Wat is de omgevingsverordening?
Europese Unie De Europese pijler van sociale rechten
De bevordering van gelijkheid voor LGBTI's in de Europese Unie
Wft vakbekwaamheidsbouwwerk
Wft vakbekwaamheidsbouwwerk
Financial Intelligence Unit of Aruba MOT
Transcript van de presentatie:

Financiële toezichtswetgeving 5 maart 2015 Financiële toezichtswetgeving mr. Musa Elmas CCP, 22 september 2016

Programma Wft Quiz Juridisch compliancekader financiële ondernemingen Wwft SW Actualiteiten Casuïstiek

Juridisch compliancekader

Juridisch compliancekader Wet op het financieel toezicht (Wft) Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) Sanctiewet 1977 Privacyregelgeving Mededingingswetgeving BW? Arbowetgeving?

Vaststellen reikwijdte Van een lijst met wetgeving naar integriteitsthema’s: Organisatie-integriteit Klant-keten-integriteit Medewerkerintegriteit Marktintegriteit Data-integriteit

Wet op het financieel toezicht

Toezichtswetgeving Tijdperk voor de Wft 5 maart 2015 Toezichtswetgeving Tijdperk voor de Wft Toezichtswetgeving voor 2007: Wet toezicht kredietwezen 1992 (Wtk) Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 (Wtv) Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf (Wtn) Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Wte) Wet toezicht op beleggingsinstellingen (Wtb) Wet financiële dienstverleners (Wfd)

Wet op het financieel toezicht 5 maart 2015 Wet op het financieel toezicht Van sectoraal naar functioneel Functioneel toezichtsmodel Prudentieel toezicht en systeemtoezicht Gedragstoezicht

Wet op het financieel toezicht Opbouw (1) 5 maart 2015 Wet op het financieel toezicht Opbouw (1) Algemeen deel Deel Markttoegang financiële ondernemingen Deel Prudentieel toezicht financiële ondernemingen Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Deel Gedragstoezicht financiële markten Deel bijzondere maatregelen betreffende stabiliteit financieel stelsel (voorheen Deel Toezicht infrastructuur financiële markten ) In het algemeen deel vind je met name: Definities Toezichthouders Samenwerking toezichthouders Toezicht en handhaving Deel 6 heette in de Wft van 2007: 6. Deel Toezicht infrastructuur financiële markten [gereserveerd] Op dat moment was dat deel van de wet ook gewoon nog leeg. Sinds 2012 is dit deel gevuld. Hier zijn maatregelen in opgenomen ten aanzien van bijvoorbeeld staatsingrijpen bij financiële ondernemingen. Deel 7 slotbepalingen, de standaard bepalingen ter afsluiting van een wet.

Wet op het financieel toezicht Opbouw (2) 5 maart 2015 Wet op het financieel toezicht Opbouw (2)

Vrijstellingen Vrijstellingen: Vrijstellingen in de wet zelf 5 maart 2015 Vrijstellingen Vrijstellingen: Vrijstellingen in de wet zelf Vrijstellingen in de onderliggende besluiten Vrijstellingsregeling Wft

Wet op het financieel toezicht Opbouw (3) 5 maart 2015 Wet op het financieel toezicht Opbouw (3) Deel Prudentieel toezicht financiële ondernemingen Besluit prudentiële regels Wft (Bpr) Beleidsregels xyz Besluit prudentieel toezicht financiële groepen Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft

Wet op het financieel toezicht Voorbeeld (1) 5 maart 2015 Wet op het financieel toezicht Voorbeeld (1) Regels ten aanzien van IGF: Integere bedrijfsvoering (Wft 3:10 en 3:17) Besluit prudentiële regels Wft (artikel 13) Voorbeeld op overheid.nl

Financiële ondernemingen (1) 5 maart 2015 Financiële ondernemingen (1) Afwikkelonderneming Bank Beheerder van een beleggingsinstelling Beheerder van een icbe Beleggingsinstelling Beleggingsonderneming Betaaldienstverlener Bewaarder

Financiële ondernemingen (2) 5 maart 2015 Financiële ondernemingen (2) Bewaarder van een icbe Clearinginstelling Entiteit voor risico-acceptatie Financiële dienstverlener Financiële instelling Icbe Pensioenbewaarder Premiepensioeninstelling Verzekeraar Wisselinstelling

Een bank in de Wft Een bank komt in de Wft voor als: 5 maart 2015 Een bank in de Wft Een bank komt in de Wft voor als: Financiële onderneming Financiële dienstverlener Bank Beleggingsonderneming (ja/nee)

5 maart 2015 Wft Actualiteiten (1) Samenstelling en educatie RvB & RvC (artikel 3:8 Wft) (1-8- 2014) Bonusplafond (hoofdstuk 1.7 Wft) (7-2-2015) Geschiktheid en betrouwbaarheid 2e echelon (artikel 3:8 Wft (1-4-2015) Eed/belofte (artikel 3:17b Wft) (1-4-2015) Tuchtrecht voor banken (artikel 3:17c Wft) (1-4-2015) Geschiktheid 2e echelon Artikel 3:8 wordt gewijzigd als volgt: 1. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: De in dit lid bedoelde geschiktheidseis is van overeenkomstige toepassing op personen werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bank of verzekeraar met zetel in Nederland, die een leidinggevende functie vervullen direct onder het echelon van de beleidsbepalers en verantwoordelijk zijn voor natuurlijke personen wier werkzaamheden het risicoprofiel van de onderneming wezenlijk kunnen beïnvloeden. Betrouwbaarheid 2e echelon Aan artikel 3:9, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: De in dit lid bedoelde betrouwbaarheidseis is van overeenkomstige toepassing op personen werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bank of verzekeraar met zetel in Nederland, die een leidinggevende functie vervullen direct onder het echelon van de beleidsbepalers en verantwoordelijk zijn voor natuurlijke personen wier werkzaamheden het risicoprofiel van de onderneming wezenlijk kunnen beïnvloeden. Artikel 3:17b 1. Een afwikkelonderneming, betaalinstelling, clearinginstelling, elektronischgeldinstelling, entiteit voor risico-acceptatie, premiepensioeninstelling of verzekeraar met zetel in Nederland beschikt over procedures en maatregelen die waarborgen dat natuurlijke personen die in Nederland werkzaam zijn onder haar verantwoordelijkheid en wier werkzaamheden het risicoprofiel van de onderneming wezenlijk kunnen beïnvloeden of die zich rechtstreeks bezighouden met het verlenen van financiële diensten, een eed of belofte afleggen. 2. Een bank met zetel in Nederland beschikt over procedures en maatregelen die waarborgen dat natuurlijke personen die in Nederland onder haar verantwoordelijkheid werkzaam zijn een eed of belofte afleggen indien zij: a. een arbeidsovereenkomst met de bank hebben; of b. werkzaamheden uitvoeren die deel uitmaken van of voortvloeien uit het uitoefenen van het bankbedrijf, dan wel deel uitmaken van de wezenlijke bedrijfsprocessen ter ondersteuning daarvan. 3. Een financiële onderneming als bedoeld in het eerste of tweede lid draagt er zorg voor dat de in dat lid bedoelde eed of belofte wordt nageleefd. 4. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op natuurlijke personen als bedoeld in artikel 3:8 die reeds in het kader van de geschiktheid een eed of belofte afleggen. 5. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de eed of belofte, bedoeld in het eerste of tweede lid. Artikel 3:17c 1. Een bank met zetel in Nederland draagt er zorg voor dat de naleving van de bij of krachtens de artikelen 3:10 en 3:17 gestelde regels en de daaruit voor natuurlijke personen voortvloeiende integriteits- en zorgvuldigheidsnormen binnen de bank is gewaarborgd in een tuchtrechtelijke regeling waaraan de in de artikelen 3:8 en 3:17b, tweede lid, bedoelde natuurlijke personen werkzaam bij of onder verantwoordelijkheid van de bank zijn onderworpen en waarvan de toepassing en uitvoering zijn opgedragen aan een onafhankelijke en deskundige externe instantie. 2. De tuchtrechtelijke regeling, bedoeld in het eerste lid, voldoet voorts aan de volgende eisen: a. de omvang van de groep van natuurlijke personen waarop de regeling van toepassing is, is van voldoende betekenis; en b. de regeling voorziet in adequate waarborgen voor een behoorlijke procesgang. 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de aan een tuchtrechtelijke regeling als bedoeld in het eerste lid te stellen eisen.

5 maart 2015 Wft Actualiteiten (2) Anti-corruptiebepalingen gekoppeld aan 3:10, 3:17 Wft Integriteitsrisicoanalyse versterkte aandacht (SIRA) Europees bankentoezicht Solvency II en Solvency II Basic Omnibus II IMD 2 Uitzondering provisieverbod (Bgfo 5) PRIPS (Packaged retail investment products) Sovency II Bron: https://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/33273_implementatiewet_richtlijn 33.273 Implementatiewet richtlijn solvabiliteit II Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet op het financieel toezicht (Wft), de Wet bekostiging financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek en enkele andere wetten. Het voorstel implementeert in de Nederlandse wetgeving EU-richtlijn 2009/138/EG  betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II / Solvency II) (PbEU L 335). De richtlijn omvat een herziening en herschikking van bestaande Europese richtlijnen. De vernieuwing richt zich vollledig op het prudentiële toezicht. Het gedragstoezicht wordt door de richtlijn solvabiliteit II ongemoeid gelaten. Met deze richtlijn solvabiliteit II wordt gestreefd naar een betere werking van de interne verzekeringsmarkt en een betere bescherming van verzekeringnemers en begunstigden. De huidige solvabiliteitsvereisten in de Europese richtlijnen bieden veel ruimte voor nationale afwijking en dit bevordert de interne verzekeringsmarkt en consumentenbescherming niet. De richtlijn solvabiliteit II voorziet daarom onder andere op het terrein van de solvabiliteitsvereisten in maximumharmonisatie, zodat op dit vlak een gelijke concurrentie in Europa ontstaat en de bescherming van de verzekeringnemers en begunstigden zoveel mogelijk gelijk getrokken wordt. Ook stelt de richtlijn meer eisen aan transparantie en wordt het groepstoezicht geïntensiveerd. Voor verzekeraars houdt dit een verzwaring in ten opzichte van het huidige regime. Op kleinere verzekeraars die niet binnen de reikwijdte van de richtlijn solvabiliteit II vallen, is een aangepast regime van toepassing dat is afgeleid van voornoemde richtlijn (Solvency II Basic). De allerkleinste verzekeraars zullen buiten het prudentieel toezicht worden geplaatst.  Het voorstel (EK 33.273, A) is op 2 oktober 2012 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.  De Eerste Kamer heeft het voorstel op 11 december 2012 als hamerstuk afgedaan. Wet implentatie omnibus II richtlijn 1. Inleiding Dit wetsvoorstel dient in de eerste plaats ter implementatie van de Omnibus II-richtlijn1. Het wijzigt de Implementatiewet richtlijn solvabiliteit II en de Implementatiewet richtlijn financiële conglomeraten I die beide strekken tot wijzing van de Wet op het financieel toezicht (Wft). De Omnibus II-richtlijn dient grotendeels op 31 maart 2015 te zijn geïmplementeerd in nationale regelgeving. De bepalingen moeten –evenals de bepalingen van de richtlijn solvabiliteit II- worden toegepast vanaf 1 januari 2016. De periode tussen de inwerkingtredingsdatum van 31 maart 2015 en de datum van 1 januari 2016 vanaf welke datum daadwerkelijk toepassing moet plaatsvinden, moet zowel de sector als de toezichthouder in de gelegenheid stellen waar nodig de organisatie aan te passen aan het nieuwe solvabiliteit II-regime. De Omnibus II-richtlijn brengt de richtlijn solvabiliteit II2 en de richtlijn prospectus3 in lijn met het Verdrag van Lissabon, op een vergelijkbare wijze als waarop door de Omnibus I-richtlijn wijzigingen zijn aangebracht in een aantal andere richtlijnen. Daarnaast wordt door de Omnibus II-richtlijn overgangsrecht ingevoegd in de richtlijn solvabiliteit II en wordt op een paar inhoudelijke punten een versoepeling doorgevoerd. Op hoofdlijnen worden de wijzigingen die voortvloeien uit de Omnibus II-richtlijn hierna toegelicht in paragraaf 3. IMD 2 => Insurance Mediation directive On 3 July 2012 the Commission adopted a proposal for a revision of the Insurance Mediation Directive (IMD 2). 5. What exactly will change? Currently, only agents and brokers are covered by the IMD. With the new proposal: (1) The scope of the revised IMD will be extended to all sellers of insurance products, including insurance companies that sell directly to consumers. Other market players who sell insurance products on an ancillary basis (e.g. car rental companies) will be included in a proportionate manner in the scope of the revised IMD. (2) Rules that address more effectively the risk of conflicts of interest, including rules mandating the disclosure of remuneration by intermediaries, will be introduced. (3) Improved requirements would apply to life insurance products with investment elements, covering sales standards, conflicts of interest, and a ban on commission for independent advice. (4) There would be mutual recognition of professional knowledge and ability, as evidenced by registration and proof of professional qualifications acquired in another Member State. (5) Special information requirements would apply where suppliers adopt the practice of bundling products together by informing the customer that it is possible to buy the two products separately. (6) Effective, proportionate, and dissuasive administrative sanctions and measures by competent authorities in respect of breaches would be required by providing guidelines to Member States. 12. When will the new rules come into force? Before the new rules can come into force, the proposal must first be adopted by the European Parliament and the Council. This is likely to happen during 2013. Work on subsequent technical measures to give effect to a number of provisions would start soon thereafter, with an entry into force most likely in 2015. Weinig wijzigingen tov huidige BGFo/Wft. Wel valt op dat de Richtlijn op termijn een einde maakt aan de passieve transparantie met betrekking tot provisie op schadeverzekeringen. Na een periode van vijf jaar (te rekenen na de inwerkingtreding van de nieuwe Richtlijn) moet ook op dat vlak sprake zijn van actieve transparantie. Uitzondering provisieverbod Het wijzigingsbesluit financiële markten 2015 bevat een uitzondering op het provisieverbod voor het adviseren van consumenten met betalingsachterstanden bij een hypothecair krediet. NvT: bij (voorzienbare) betalingsachterstanden is het niet gewenst dat vanwege regelgeving een aanbieder, bemiddelaar of adviseur advieskkosten en distributiekosten in rekening moet brengen wanneer hij een consument adviseert over een mogelijke oplossing voor zijn betalingsachterstanden dan wel de beperking daarvan. De uitzondering geldt uitsluitend bij daadwerkelijke of voorzienbare betalingsachterstanden bij hypotheken. Van voorzienbare betalingsachterstanden is sprake als: een consument geconfronteerd wordt met een langdurige en relatief grote daling van inkomsten; die niet door de consument (c.q. het huishouden) kan worden opgevangen; en die binnen afzienbare termijn tot betalingsachterstanden kan leiden. Van een langdurige en relatief grote daling van inkomsten is bijvoorbeeld sprake in geval van werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, echtscheiding, relatiebreuk of het overlijden van de partner. Van een afzienbare termijn is sprake als het waarschijnlijk is dat er op relatief korte termijn (bijvoorbeeld een half jaar tot een jaar) een betalingsachterstand ontstaat doordat er onvoldoende middelen zijn om de hypotheeklasten te betalen. De uitzondering is bedoeld om acute problemen te voorkomen of te helpen oplossen. Om deze reden is het niet mogelijk een exacte termijn te noemen. De omstandigheden van de individuele casus zijn leidend. NB restschuld-problematiek valt hier niet per definitie onder. PRIPS Verordening die als doel heeft om uniforme beleggingsinformatie verplicht te stellen voor productontwikkelaars. Een PRIP is een beleggingsproduct dat gekoppeld is aan referentiewaarden of aan onderliggende waarden. Voor PRIPS moet een KID opgesteld worden, een Key Information Document. Voorbeelden van PRIPS zijn beleggingsfondsen, levensverzekeringen met beleggingscomponent en zogenaamde gestructureerde deposito’s. Het document moet de titel dragen van ‘Essentieel informatiedocument’ . Het KID moet voorafgaande aan de dienstverlening worden verstrekt op papier, duurzame drager, dan wel website. Bij wijzigingen moet het bij de volgende transactie aangeboden worden. Verwachting is dat PRIPS in werking zal treden tegelijkertijd met MIFID 2. MIFID 2 zal ws in de eerste helft van 2015 in werking treden. Voor sommige producten komt de financiële bijsluiter of de essentiele beleggersinformatie te vervallen en zal worden vervangen door de KID.

Wft Actualiteiten (3) MiFID 2 MAD & MAR 5 maart 2015 Wft Actualiteiten (3) MiFID 2 MAD & MAR Wijzigingswet financiële markten 2016 Geen wijzigingswet financiële markten 2017 Wetgevingsbrieven Na deze sheet: Casus ‘Bank oprichten’ Casus Geschikt of niet geschikt? Casus ´Ik zweer dat ik …..´

5 maart 2015 Wwft Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft)

Toezichtswetgeving Tijdperk voor de Wwft 5 maart 2015 Toezichtswetgeving Tijdperk voor de Wwft Toezichtswetgeving voor 1 augustus 2008: Wet identificatie bij dienstverlening (Wid), voorheen Wet identificatie financiële dienstverlening (Wif) Wet melding ongebruikelijke transacties (Wet MOT)

5 maart 2015 Wwft Doelen Het voorkomen dat het financiële stelstel wordt misbruikt voor het witwassen van geld of de financiering van terrorisme Het bestrijden van het witwassen Het bestrijden van de financiering van terrorisme

Wwft Reikwijdte (1) Banken, financiële instellingen Levensverzekeraars 5 maart 2015 Wwft Reikwijdte (1) Banken, financiële instellingen Levensverzekeraars Beleggingsinstellingen Beleggingsondernemingen Betaaldienstagenten, betaaldienstverleners Wisselinstellingen, elektronischgeldinstellingen, Financiële dienstverleners voor zover zij bemiddelen in levensverzekeringen

Wwft Reikwijdte (2) Trustkantoren 5 maart 2015 Wwft Reikwijdte (2) Trustkantoren Accountants, belastingadviseurs en bedrijfseconomische adviseurs Advocaten en notarissen Tussenpersonen t.a.v. onroerende zaken en zaken van grote waarde (per 1-1-2015) Makelaars en handelaren in zaken van grote waarde

Wwft Reikwijdte (3) Casino’s Taxateurs Pandhuizen (per 1-1-2015) 5 maart 2015 Wwft Reikwijdte (3) Casino’s Taxateurs Pandhuizen (per 1-1-2015) Schadeverzekeraars vallen niet onder de reikwijdte van Wwft. b. pandhuizen Gebleken is dat transacties door pandhuizen relevant kunnen zijn in verband met het voorkomen van witwassen en terrorismefinanciering. Bij gelegenheid van de voorgenomen introductie van nieuwe regels over pandbeleningen in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek,28 wordt voorgesteld aan artikel 1, eerste lid, onderdeel a, een subonderdeel toe te voegen waarmee pandhuizen expliciet worden aangemerkt als instelling in de zin van de Wwft. Waar pandbeleningen zouden vallen onder het begrip leningen als bedoeld in bijlage I bij de herziene richtlijn banken,29 zouden pandhuizen als financiële instelling in de zin van artikel 1, eerste lid, onderdeel a, subonderdeel 2° Wwft reeds thans kunnen kwalificeren als instelling in de zin van die wet. Om elk misverstand te vermijden is ervoor gekozen pandhuizen expliciet als instelling aan te wijzen.

Waarom doen we dit? Bescherming financieel stelsel (integriteit, vertrouwen, stabiliteit, veiligheid en soliditeit) Reputationeel risico Bescherming van de medewerkers (strafrecht) Naleving van wet- en regelgeving Bestrijding van witwassen Bestrijding financiering van terrorisme

Wwft Opbouw De Wwft bestaat uit twee pijlers: 5 maart 2015 Wwft Opbouw De Wwft bestaat uit twee pijlers: De verplichting een cliëntenonderzoek in te stellen. De meldplicht van ongebruikelijke transacties.

Wwft

Cliëntenonderzoek

Risk based

Ongebruikelijke transacties Transacties zijn ongebruikelijk in de zin van de wet als de transactie voldoet aan één van de indicatoren die in deze wet zijn vermeld. Objectieve indicatoren Subjectieve indicatoren NB. Transacties die in de zin van de wet ongebruikelijk zijn, kunnen in het handelsverkeer zeer gebruikelijk zijn. Toch moeten alle transacties die voldoen aan één van de indicatoren gemeld worden.

Follow-up MOT-meldingen Bron: Algemene Rekenkamer, Bestrijden witwassen: stand van zaken, 2013.

Wwft Juridische context (1) 5 maart 2015 Wwft Juridische context (1) FATF-richtlijnen Derde /Vierde anti-witwasrichtlijn Wwft Besluit aanwijzing toezichthouders Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme Uitvoeringsbesluit Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme

Wwft Juridische context (2) 5 maart 2015 Wwft Juridische context (2) Uitvoeringsregeling Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme Algemene leidraad Wwft en Sw Specifieke leidraden Wwft en Sw van DNB, AFM, BFT, Nederlandse orde van advocaten Richtlijnen voor makelaars en handelaren van de Belastingdienst Holland midden / FIU-NL Beleidsregel Integriteitbeleid ten aanzien van zakelijke vastgoedactiviteiten

Wwft Juridische context (3) 5 maart 2015 Wwft Juridische context (3) Strafbaarstelling van witwassen in het Wetboek van Strafrecht CDD verplichtingen op grond van Wft, Bpr & Bgfo Specifieke regelgeving van toepassing op bijvoorbeeld de trustsector Sanctieregelgeving

Samenhang klantintegriteitsrisico’s Wwft Wft CDD Fraude Witwassen T.F. Reputatie Overtreding Sanctie Sanctiewet

5 maart 2015 Wwft Toekomst (1) Op 5 -2-2013 heeft de EC haar voorstel voor een 4e WWR gepubliceerd. Op 20 -5-2015 heeft het EP de 4e WWR aangenomen. Implementatiedeadline is 26-6-2017. Belastingmisdrijven expliciet als gronddelict voor witwassen vermelden. UBO-registers. De verruiming van de PEP-kwalificatie tot binnenlandse PEP’s en PEP’s bij internationale organisaties. Toevoeging ten aanzien van de PEP’s: h) bestuurders, plaatsvervangend bestuurders en leden van de raad van Bestuur of bekleders van een gelijkwaardige functie bij een internationale organisatie. Familieleden is nader omschreven: echtgenoot, kinderen van PEP’s, schoondochters en schoonzonen van PEP’s, de ouders van PEP’s RICHTLIJN (EU) 2015/849 http://www.europarl.europa.eu/news/nl/news-room/content/20150513IPR55319/html/Strengere-aanpak-witwassen De werkelijke eigenaren van bedrijven moeten worden vermeld in centrale registers in EU-landen die toegankelijk dienen te zijn voor autoriteiten en mensen met een legitieme interesse, zo stelt de richtlijn die woensdag in het Europees Parlement is aangenomen. De nieuwe anti-witwas-richtlijn beoogt onder meer belastingontduiking en financiering van terrorisme tegen te gaan. Ook zijn nieuwe regels aangenomen die het makkelijker moeten maken om overboekingen te traceren. Wie is de eigenaar? De vierde anti-witwas-richtlijn verplicht lidstaten - op aandringen van de EP-onderhandelaars - voor het eerst de werkelijke eigenaren van bedrijven en andere rechtspersonen te registreren. Ook moeten onder meer banken, accountants, advocaten, makelaars en casino's er nauwlettender op toezien dat hun cliënten geen verdachte transacties verrichten. De centrale registers worden vrij toegankelijk voor autoriteiten en hun financiële onderzoeksafdelingen, maar ook voor bijvoorbeeld banken die wettelijk verplichte controles dienen uit te voeren. Ook gewone burgers krijgen toegang, al kan dat wel betekenen dat ze zich online moeten registreren en een vergoeding moeten betalen. Om toegang te krijgen moet een persoon of organisatie - denk aan een onderzoeksjournalist of een NGO - aantonen dat sprake is van een 'legitieme interesse' om mogelijke witwaspraktijken, financiering van terrorisme of delicten als corruptie en (belasting-)fraude bloot te leggen. Deze personen krijgen toegang tot informatie over onder meer de naam van uiteindelijke eigenaar van een bedrijf, geboortedatum, nationaliteit en het land waar hij/zij ingezetene is. Speciale maatregelen voor personen die politiek actief zijn De tekst verduidelijkt de regels voor personen die vatbaar kunnen zijn voor corruptie als gevolg van hun politieke positie. Te denken valt aan premiers, kabinetsleden, rechters, parlementariërs en hun familieleden. Waar sprake is van potentieel risicovolle banden tussen politiek en bedrijfsleven moeten aanvullende maatregelen worden getroffen. Zo moeten personen de oorsprong van hun vermogen aan kunnen tonen. Traceerbaarheid van betalingen Het EP heeft ook de overboekingsverordening die de traceerbaarheid van betalers en ontvangers en van hun bezit moet verbeteren aangenomen. Volgende stappen Lidstaten hebben twee jaar de tijd om de richtlijn om te zetten nationale wetgeving. De overboekingsverordening treedt twintig dagen na publicatie in het Europese publicatieblad in werking.

5 maart 2015 Wwft Toekomst (2) Verzameling en rapportage van statistische gegevens die relevant zijn voor de beoordeling van de doeltreffendheid van de anti-witwasregelingen. Invoeren van een verplichting voor lidstaten om een risicobeoordeling op nationaal niveau uit te voeren. Verzameling en rapportage van gegevens die relevant zijn voor de beoordeling van de doeltreffendheid van de anti- witwasregelingen. Het verlagen van de drempels voor cliëntenonderzoek voor handelaren in goederen met een hoge waarde van 15.000 euro tot 10.000 euro voor contante transacties. Om de kwaliteit en de consistentie vande op Unieniveauverzamelde statistische gegevens verder te verbeteren, moet de Commissiede situatie in de U Nie met betrekking tot de strijd tegen witwassen en terrorismefinanciering monitoren en regelmatig overzichten publiceren.

Wwft Toekomst (3) Wijzigingswet financiële markten 2016: Kansspelen op afstand zal onder de Wwft komen te vallen Kansspelautoriteit wordt Wwft toezichthouder

Wwft Casus Een medewerker heeft een ongebruikelijke transactie gesignaleerd. De leidinggevende verbiedt een melding aan het FIU-NL omdat hij bang is om de klant kwijt te raken en wil vanzelfsprekend niet aansprakelijk gesteld worden. Je werkt als compliance officer bij deze makelaar en geeft aan dat op grond van de Wwft het verboden is om de klant te informeren over de melding en dat het kantoor hoe dan ook gevrijwaard is. De leidinggevende vindt dat mooie juridische praat en wil graag zien waar dat in die Wwft staat.

5 maart 2015 Sanctieregelgeving

5 maart 2015 Sanctiemaatregelen Politieke instrumenten in het buitenlands- en veiligheidsbeleid van de VN en de EU. Dwingende, niet-militaire, instrumenten die worden ingezet als reactie op schendingen van het internationale recht of van mensenrechten door regimes die rechtsstatelijke en democratische beginselen niet eerbiedigen, in een poging een kentering teweeg te brengen. Bestrijding van terrorisme.

Sanctieregelgeving Juridische context 5 maart 2015 Sanctieregelgeving Juridische context VN resoluties (Veiligheidsraad van de VN) EU verordeningen Sanctiewet 1977 Regeling toezicht Sanctiewet 1977 Besluit melding transacties financiering terrorisme Aanwijzing rechtspersonen Sanctiewet 1977 Sanctieregelingen per land zoals bijvoorbeeld ‘Sanctieregeling Birma 2013, zie: overheid.nl voor een actueel overzicht (OFAC) De sancties zijn opgenomen in VN Resoluties. De Europese Unie (EU) legt in principe de VN Resoluties zo snel mogelijk ten uitvoer door middel van EU verordeningen, maar kan ook zelfstandig sancties opleggen (eveneens door middel van EU verordeningen). Daarnaast kunnen individuele landen ook sancties instellen.

Sanctieregelgeving Type sancties 5 maart 2015 Sanctieregelgeving Type sancties Een gebod tot het bevriezen van tegoeden (vb e-CTFSL) Een verbod om rechtstreeks dan wel middellijk middelen ter beschikking te stellen aan deze personen of organisaties Een verbod of restricties op het verlenen van financiële diensten

Sanctieregelgeving Actualiteiten 5 maart 2015 Sanctieregelgeving Actualiteiten Mogelijkheid tot opleggen van een aanwijzing (1-1-2015) Veel ontwikkelingen in sanctieregelingen per land Geen aanstaande wijzigingen in de Sanctiewet 1977 b. Sanctiewet 1977 De Sanctiewet 1977 wordt gewijzigd zodat de Minister van Financiën, naast de bestaande mogelijkheden om een dwangsom of boete op te leggen, ook de mogelijkheid krijgt een aanwijzing op te leggen indien een instelling haar verplichtingen ten aanzien van de bedrijfsvoering niet nakomt.

Sanctieregelgeving Casus 5 maart 2015 Sanctieregelgeving Casus De directie van een beleggingsinstelling ziet de ratio niet zo van het voldoen aan sanctieregelgeving als beleggingsinstelling zijnde. Zij vragen aan jou als compliance officer van de onderneming wat het toezichthoudersrisico is van het niet voldoen aan deze regels. Ze willen graag weten welke toezichtsmaatregelen AFM op grond van welk artikel uit de Sanctiewet kan opleggen. Artikel 10ba Indien een instelling als bedoeld in artikel 10, tweede lid, onder a tot en met j, niet voldoet aan haar verplichtingen ingevolge artikel 10b, kan Onze Minister van Financiën door middel van het geven van een aanwijzing die instelling verplichten binnen een door hem gestelde redelijke termijn ten aanzien van in de aanwijzingsbeschikking aan te geven punten een bepaalde gedragslijn te volgen. Artikel 10c Onze Minister van Financiën kan een last onder dwangsom opleggen ter zake van overtreding van regels, gesteld krachtens artikel 10b. Artikel 10d Onze Minister van Financiën kan een bestuurlijke boete opleggen ter zake van overtreding van regels, gesteld Ten aanzien van de ondernemingen en instellingen, bedoeld in artikel 10, tweede lid, onder a, b, c, d, f, g, h, i en j, is artikel 1:85 van de Wet op het financieel toezicht van overeenkomstige toepassing. Ten aanzien van de instellingen, bedoeld in artikel 10, tweede lid, onder e, zijn artikel 183 en 184 van de Pensioenwet en artikel 178 en 179 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, en de categorie-indeling op grond van de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 179 van de Pensioenwet, en de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 174 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling van overeenkomstige toepassing. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de uitoefening van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid. Artikel 10e Het bedrag van de bestuurlijke boete wordt bepaald bij algemene maatregel van bestuur, met dien verstande dat de bestuurlijke boete voor een afzonderlijke overtreding ten hoogste € 4 000 000 bedraagt. Indien tijdens het plegen van de overtreding nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert het opleggen van een bestuurlijke boete aan de overtreder ter zake van eenzelfde overtreding, wordt het bedrag van de bestuurlijke boete, bedoeld in de eerste volzin, voor een afzonderlijke overtreding verdubbeld. De algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, bepaalt bij elke daarin omschreven overtreding het bedrag van de deswege op te leggen bestuurlijke boete. De overtredingen worden gerangschikt in categorieën naar zwaarte van de overtreding met de daarbij behorende basisbedragen, minimumbedragen en maximumbedragen. Daarbij wordt de volgende indeling gebruikt: Categorie Basisbedrag Minimumbedrag Maximumbedrag 1 € 10 000,– € 0,– € 10 000,– 2 € 500 000,– € 0,– € 1 000 000,– 3 € 2 000 000,– € 0,– € 4 000 000,– In afwijking van het eerste en tweede lid kan de toezichthouder de hoogte van de bestuurlijke boete vaststellen op ten hoogste twee keer het bedrag van het voordeel dat de overtreder door de overtreding heeft verkregen indien diens voordeel groter is dan € 2 000 000. Artikel 10f De bevoegdheden die Onze Minister van Financiën op grond van deze afdeling heeft, kunnen bij algemene maatregel van bestuur worden overgedragen aan een of meer rechtspersonen die ingevolge artikel 10, tweede lid, zijn aangewezen. Alsdan gelden de verplichtingen op grond van deze afdeling jegens Onze Minister van Financiën als verplichtingen jegens de desbetreffende rechtspersoon. Aan de overdracht, bedoeld in het eerste lid, kunnen beperkingen worden gesteld en voorschriften worden verbonden.

Dank voor jullie aandacht. 5 maart 2015 Dank voor jullie aandacht. VRAGEN? Contact: elmas@compliance-instituut.nl Artikel 10ba Indien een instelling als bedoeld in artikel 10, tweede lid, onder a tot en met j, niet voldoet aan haar verplichtingen ingevolge artikel 10b, kan Onze Minister van Financiën door middel van het geven van een aanwijzing die instelling verplichten binnen een door hem gestelde redelijke termijn ten aanzien van in de aanwijzingsbeschikking aan te geven punten een bepaalde gedragslijn te volgen. Artikel 10c Onze Minister van Financiën kan een last onder dwangsom opleggen ter zake van overtreding van regels, gesteld krachtens artikel 10b. Artikel 10d Onze Minister van Financiën kan een bestuurlijke boete opleggen ter zake van overtreding van regels, gesteld Ten aanzien van de ondernemingen en instellingen, bedoeld in artikel 10, tweede lid, onder a, b, c, d, f, g, h, i en j, is artikel 1:85 van de Wet op het financieel toezicht van overeenkomstige toepassing. Ten aanzien van de instellingen, bedoeld in artikel 10, tweede lid, onder e, zijn artikel 183 en 184 van de Pensioenwet en artikel 178 en 179 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, en de categorie-indeling op grond van de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 179 van de Pensioenwet, en de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 174 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling van overeenkomstige toepassing. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de uitoefening van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid. Artikel 10e Het bedrag van de bestuurlijke boete wordt bepaald bij algemene maatregel van bestuur, met dien verstande dat de bestuurlijke boete voor een afzonderlijke overtreding ten hoogste € 4 000 000 bedraagt. Indien tijdens het plegen van de overtreding nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert het opleggen van een bestuurlijke boete aan de overtreder ter zake van eenzelfde overtreding, wordt het bedrag van de bestuurlijke boete, bedoeld in de eerste volzin, voor een afzonderlijke overtreding verdubbeld. De algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, bepaalt bij elke daarin omschreven overtreding het bedrag van de deswege op te leggen bestuurlijke boete. De overtredingen worden gerangschikt in categorieën naar zwaarte van de overtreding met de daarbij behorende basisbedragen, minimumbedragen en maximumbedragen. Daarbij wordt de volgende indeling gebruikt: Categorie Basisbedrag Minimumbedrag Maximumbedrag 1 € 10 000,– € 0,– € 10 000,– 2 € 500 000,– € 0,– € 1 000 000,– 3 € 2 000 000,– € 0,– € 4 000 000,– In afwijking van het eerste en tweede lid kan de toezichthouder de hoogte van de bestuurlijke boete vaststellen op ten hoogste twee keer het bedrag van het voordeel dat de overtreder door de overtreding heeft verkregen indien diens voordeel groter is dan € 2 000 000. Artikel 10f De bevoegdheden die Onze Minister van Financiën op grond van deze afdeling heeft, kunnen bij algemene maatregel van bestuur worden overgedragen aan een of meer rechtspersonen die ingevolge artikel 10, tweede lid, zijn aangewezen. Alsdan gelden de verplichtingen op grond van deze afdeling jegens Onze Minister van Financiën als verplichtingen jegens de desbetreffende rechtspersoon. Aan de overdracht, bedoeld in het eerste lid, kunnen beperkingen worden gesteld en voorschriften worden verbonden.

Nederlands Compliance Instituut © 2016 Nederlands Compliance Instituut