Werkstress : risicogroepen in de populatie van de DiOVA-databank

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Kom verder. Saxion. Aantrekkelijk werk voor jongeren in de technische sector. Gezocht: duidelijkheid, structuur en ontwikkeling.
Advertisements

Tevredenheid met behandelaar en behandeling.
De bevlogen leerkracht
SOCIAAL WEERBAAR (v.a. groep 4)
Sudoku puzzels: hoe los je ze op en hoe maak je ze?
Math Candel Universiteit Maastricht. •Achtergrond: –Diagnose probleem –Meetinstrumenten –Conceptueel model •Presentaties van eigen analyses •Voorbeeld.
Kwaliteit van werk en werkgelegenheid in België Analyses op EWCS 2010 Sem Vandekerckhove HIVA-KU Leuven WSE Arbeidsmarktcongres– 7 februari 2013.
Aandachtspunten voor een jeugdtraining
Risico’s en gevaren van techniek
Missie Omgeving Identiteit Waarden & Overtuigingen Vaardigheden
RISICO VCA - Hoofdstuk 2.
Hoofdstuk 3 – Gegevens verzamelen
H6 werken Paragraaf
Hoofdstuk 7 Anderen motiveren
Meten bij marktonderzoek
Hoofdstuk 7 Motiveren van medewerkers
Werkplezier: in balans blijven
GASTLESSEN VOOR STUDENTEN 1 E LEERJAAR PW 3 EN 4 Kwaliteitszorg in de KO.
Over de gevolgen van werkloosheid en jobonzekerheid voor het welzijn
1 Gymnasium op CCS méér dan les alleen ……. 2 Het gymnasium op CCS heet GYMPLUS Extra uitdaging voor als je meer kunt en wilt. Je werkt: zelfstandig in.
Gezondheid, basis voor jouw toekomst!
Ik geloof… Dat onze achtergrond en omstandigheden misschien wel van invloed zijn geweest op wie we zijn,maar dat wìj verantwoorde-lijk zijn voor wie we.
PREVENTIE VAN WERKSTRESS. IEDER BEDRIJF HEEFT ER MEE TE MAKEN 30% van de nieuwe WAO-gevallen wordt veroorzaakt door psychische klachten 40% daarvan is.
C. Molmans SOD-Opleidingen
Eerstejaarsproblemen
Ouder informatieavond 2015 Dit schooljaar succesvol! voor ouders/verzorgers van onze doublanten.
Arbeidsomstandigheden Verschillen tussen mannen en vrouwen.
WANNEER DE AMBTENAAR MANTELZORGER WORDT Wanneer de ambtenaar mantelzorger wordt I&O Research Peter Kanne Congres Sociaal domein 2015 “De Uitdaging” 5 november.
Bijeenkomst 6 Rotterdam, 00 januari 2007 Lesopbouw 7 i.p.v. 9 lessen! Les 1 & 2: Context Les 3 & 4: karakterschets team Les 5, 6 & 7: Organisatorisch.
Flip de Proef Hoofdstuk 4 maar dan anders…. Wat is dat? Hoofdstuk 4 gaat over handig tellen. Dat gaan we proberen 's op een andere manier te doen. Ik.
Werkbaar werk Presentatie 27/09/ Werkbaar werk in Vlaanderen werknemers.
Doelen van deze presentatie:
Psychosociale begeleiding bij niertransplantatie
invloed van psychologische factoren op revalidatie en adaptatie
Evaluatie Cursus.
Wie wordt er gepest? Op zoek naar risicogroepen Guy Notelaers, DIOVA-DIRACT. KUL, OSGW. Hans De Witte, KUL, OSGW.
Tevredenheidsmeting OCMW Presentatie MC Bea 24/08/09.
Werkstress : risicogroepen in de populatie van de DiOVA- databank Guy Notelaers (DiOVA-KU-Leuven, OSGW) Hans De Witte (KU-Leuven, OSGW)
Medewerkersraadpleging integraal onderdeel van benchmark Arnold Ziegelaar Research voor Beleid.
Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004 CIJFERS OVER KWALITEIT VAN DE ARBEID IN DE VLAAMSE KMO NATIONALE STUURGROEP.
Opbrengstindicatoren in het toezicht mbo
Uitkomsten van de enquête van ouders Februari 2016.
VAN SCHOOL NAAR WERK(LOOS)? SADANOPDRACHT Isa Fars 1BATP Klas: B3.
Vakinhoudelijk leiderschap, in een tijd van verandering
Tevredenheidsonderzoek 2017
Assertief zijn Hoofdstuk 25 VP15 Begeleidingskunde Carin Hogenbirk
Hoofdstuk 5 De arbeidsmarkt.
Hoe Talent herkennen? TALENT TALENT TALENT Waar je echt niet goed in bent? Je stelt activiteiten uit…. Over een grote hobbel…. Dialogen in.
Havo-4 Les 1 Wie ben ik? Keuzebegeleiding.
Tactus Verslavingszorg
Jongeren en seks Plaatje.
Problemen van mantelzorgers die zorgen voor een oudere naaste
Entreeschool: samen naar een goede basis
Wie wordt er gepest? Op zoek naar risicogroepen
Duurzame inzetbaarheid
Kwaliteitskader 2017 Stichting de Parel.
Werken aan werkvermogen
Vmbo 2 economie Waarom werken?
Zeeslag Bron: csunplugged.org / csunplugged.nl.
Duurzame inzetbaarheid
METHODESCHOLEN IN HET VLAAMSE BASISONDERWIJS Sessie 4
Assertief zijn Hoofdstuk 25 VZ Begeleidingskunde Carin Hogenbirk
Hoofdstuk 1 Wie ben je? Wat kun je? Wat wil je?
Toetsen van verschillen tussen twee of meer groepen
Werkstress : risicogroepen in de populatie van de DiOVA-databank
Gedragsproblemen en stoornissen
GRIP OP GROEI Resultaten 0-meting
Hoeveel weet jij van onderzoekers?
Een klaslokaalexperiment
Aan de slag met werkdruk: nieuwe plannen uit de sector
Transcript van de presentatie:

Werkstress : risicogroepen in de populatie van de DiOVA-databank Guy Notelaers (DiOVA-KU-Leuven, OSGW) Hans De Witte (KU-Leuven, OSGW)

Opzet Wat is de DiOVA –databank Welke indicatoren van werkstress presenteren we Hoe bepalen we de blootstelling aan psychosociale risico’s waarom : methode hoe hoog liggen de risico’s in de DiOVA-databank Welk zijn de risicogroepen die we op basis van deze databank kunnen presenteren

DiOVA databank VBBA aantal observaties : 42062 aantal organisaties : +/- 400 (inclusief sectoronderzoeken) tijdspanne : 1999-2004 Kenmerken van de databank : 29% arbeiders, 22% bedienden, 1% hulpverpl, sanit. hulp, opvoeders,…4% verpleegkundigen, 2% soc assist. psycholog.paramedici, 6% lager kader, 5% hoger kader, 13% ambtenaren (gn leiding), 3,5% ambtenaren (leiding), 10% personeel HOBU. 14,5% voeding en textiel, 23,5% industrie, 24,5 dienstverlening, 15,5% overheid, 8,5% gezondheidsector, 13,2% HOBU 87,5 vast contract, 11% tijdelijk contract, 1,5% ander soort. 78,5% dagdienst, 16,5 ploegendienst, 3,6% onregelmatige uren, 1% nachtdienst 50,4% mannen, 49,6% vrouwen // 80% Nederlandstalig (omgerekend 60%) een diovarespondent is gemiddeld 39jaar (std = 33), werkt gemiddeld al 10 jaar in dezelfde organisatie (std = 10) en bekleed gemiddeld al 7 jaar dezelfde functie (std = 7) 0,5 geen diploma, 5% max lagere school, 16% LSO, 1% leercontract, 30% HSO, 22% HOKT, 25% Universitair of hoger

Indicotoren De VBBA (van Veldhoven & Meijman, 1994) telt in zijn volledigheid 27 factoren of schalen. Wij weerhouden 11 factoren in deze presentatie aan de kant van de mogelijke oorzaken van werksterss : werktempo, emotionele belasting, monotoom werk, vaardigheidsbenutting, sociale steun, inspraak, autonomie, rolconflicten en rolambiguïteit aan de kant van indicatoren van onwelbevinden en werkstress : plezier in het werk en herstelbehoefte.

Hoe kwamen we tot deze sublijst? Door onderzoekservaring en doctoraatsproject met betrekking tot pesten op het werk werden het aantal dimensies gereduceerd Door eerst met structurele vergelijkingsmodellen het aantal vragen dat nodig is om de factoren te indentificeren te herleiden : van 105 vragen tot 36 vragen. Daarna testen met overige observaties (test-steekproeven) Daarvan werd nagegaan of ze zich leenden tot een schatting van de blootstelling aan de hand van latente cluster analyse. Stabiliteitsananlyse aan de hand van 7 steekproeven zonder teruglegging. Zo komen we technische redenen om klassificaties mogelijk te maken tot 44 vragen.

Risk Inventory Psychosocial Hazards 'Krijgt u tegenstrijdige opdrachten?' 'Moet u uw werk op een andere manier doen dan u zelf zou willen?‘ 'Heeft u conflicten met uw collega s over de inhoud van uw taken?' 'Heeft u conflicten met uw directe leiding over de inhoud van uw taken?‘ 'Weet u precies wat anderen op uw werk van u verwachten?' 'Weet u precies waarvoor u wel, en waarvoor u niet verantwoordelijk bent?' 'Weet u precies hoe uw directe leiding over uw prestaties denkt?' 'Ligt duidelijk voor u vast, wat precies uw taak is?' 'Weet u precies wat u van de andere mensen van uw afdeling mag verwachten?' 'Heeft u veel te zeggen over wat gebeurt op uw werkplek?' 'Kunt u meebeslissen over dingen die met uw werk te maken hebben?' 'Kunt u met uw directe leiding voldoende overleggen over uw werk?' 'Ik doe mijn werk omdat het moet, daar is alles wel gezegd.' 'Meestal vind ik het wel prettig om aan de werkdag te beginnen.' 'Ik vind mijn werk nog steeds boeiend, elke dag weer.' 'Ik heb plezier in het werk.' 'Ik moet telkens weerstand bij mezelf overwinnen om mijn werk te doen.' 'Ik vind het moeilijk om me te ontspannen op het einde van de werkdag.' 'Mijn baan maakt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel.' 'Het kost mij moeite om me te concentreren in mijn vrije uren na het werk.' 'Het kost mij over het algemeen meer dan een uur voordat ik helemaal hersteld ben na mijn werk.' 'Het komt voor dat ik tijdens het laatste deel van de werkdag door vermoeidheid mijn werk niet meer zo goed kan doen.' 'Moet u extra hard werken om iets af te krijgen?' 'Werkt u onder tijdsdruk?' 'Moet u zich haasten?' 'Is uw werk emotioneel zwaar?' 'Wordt u in uw werk met dingen geconfronteerd die u persoonlijk raken?' 'Komt u door uw werk in aangrijpende situaties terecht?' 'Is uw werk gevariëerd?' 'Vraagt uw werk een eigen inbreng?' 'Doet uw werk voldoende beroep op al uw vaardigheden of capaciteiten?' 'Leert u nieuwe dingen op het werk?' 'Geeft uw werk u het gevoel er iets mee te kunnenbereiken?' 'Heeft u vrijheid bij het uitvoeren van uw werkzaamheden?' 'Heeft u invloed op het werktempo?' 'Kunt u uw werk even onderbreken als u dat nodig vindt?' 'Kun u zelf de volgorde van uw werkzaamheden bepalen?' 'Kunt u, als dat nodig is, uw collegas om hulp vragen?' 'Voelt u zich in uw werk gewaardeerd door uw collegas?' 'Kun u, als dat nodig is, uw directe leiding om hulp vragen?' 'Voelt u zich in uw werk gewaardeerd door uw directe leiding 'Krijgt u tegenstrijdige opdrachten?' 'Moet u uw werk op een andere manier doen dan u zelf zou willen?‘ 'Heeft u conflicten met uw collega s over de inhoud van uw taken?' 'Heeft u conflicten met uw directe leiding over de inhoud van uw taken?‘ 'Weet u precies wat anderen op uw werk van u verwachten?'

Hoe bepalen we blootstelling aan psychosociale risico’s aan de hand van latente klassen analyse gaan we na hoeveel homogene groepen er in de populatie nodig zijn om alle mogelijke antwoorpatronen te beschrijven 43 of 44 = 64 of 265 antwoordpatronen konden herleid worden tot 4 klassen naargelang de blootstelling aan werktempo, emo. belast, rolconflict,… 26 =128 antwoordpatronen konden herleid worden tot 4 klassen naargelang de blootstelling aan gebrek aan plezier in het werk of herstelbehoefte

Waarom met latente klassen analyse de omvang van blootstelling schatten? omdat in de arbeidspsychologie met tradionele statistiek we psychosociale aspecten strikt gezien alleen maar in delen in hoger (of meer) en lager (of minder) dan het gemiddelde of de mediaan omdat we maar weinig normaal verdeelde psychosociale aspecten kennen in de arbeidspsychologie

Waarom met latente klassen analyse de omvang van blootstelling schatten? proportie dat ‘ja’ antwoordt omdat vele arbeidspsychologische aspecten ‘ordinaal’ gemeten worden omdat we niet zomaar kunnen veronderstellen dat iedere vraag evengoed bijdraagt tot de meting van een psychosociaal aspect omdat we daarmee percentages van blootstelling kunnen presenteren die het risico kunnen kwantificeren en daarmee een ankerpunt vormen voor de evaluatie van eventuele beleidsmaatregelen (hoeveel verandert het percentage). En dat kan niet met categoriën zoals ‘meer’ of ‘minder’ dan… hoge bloostelling (piekeren) = 20,5% gemiddelde blootstelling 24,5% geen blootstelling = 55%

Samenvattende profieltabel latente clusteranalyse van de oorzaken gemiddelde conditio-nele probabi-liteiten over alle polytome vragen geen blootstel-ling lage blootstel-ling hoge blootstel-ling heel hoge blootstel-ling ‘altijd’ 0,02 0,009 0,071 0,526 ‘dikwijls’ 0,057 0,146 0,571 0,287 ‘soms’ 0,237 0,671 0,304 0,116 ‘nooit’ 0,685 0,173 0,053 0,069

Blootstelling aan psychosociale risico’s in rij-percentages vr/d populatie geen bloot-stelling lage bloot-stelling hoge bloot-stelling heel hoge bloot-stelling werktempo 7,05 51,7 32,8 8,48 emotionele belasting 32 54,3 10,5 3,17 monotoom werk 17,6 45 31,2 6,25 gebrek aan vaardigheidsbenutting 10,4 38,5 40,4 10,6 gebrek aan sociale steun 15,6 43,1 34,6 6,72 gebrek aan inspraak 11,2 32,3 43,9 12,6 gebrek aan autonomie 18,5 38,7 31,6 rolconflict 35 24,5 33,9 6,59 rolonduidelijkheid 30,3 51,2 15,7 2,76 gebrek aan plezier in het werk 72,3 9,19 12,9 5,66 herstelbehoefte 44,3 18,8 17,8 19,1

Risicogroepen? Naar achtergrondvariabelen kijken welke deelpopulaties meer of minder vertegenwoordigd zijn in de heel hoge blootstellingsclusters. Bijvoorbeeld hoeveel meer of hoeveel minder arbeiders zijn blootsgesteld aan een heel hoog werktempo dan gemiddeld genomen. Door het % heel hoge blootstelling aan werktempo bij arbeiders te delen door het % heel hoog blootgestelden ongeacht hun functie dat is gelijk aan  oddsratio 1,14 keer zoveel arbeiders bij heel hoog blootgestelden aan werktempo dan we in België algemeen tellen oddsratio groter dan 1 : meer dan gemiddeld (8,4%) kleiner dan 1 : minder “ “ “ is gelijk aan 1 = evenveel “ “ “

oddsratio’s naar sector voor heel hoge blootstelling aan psychosociale risico’s

oddsratio’s naar statuut voor heel hoge blootstelling

oddsratio’s naar leeftijdsgroep voor heel hoge blootstelling aan psychosociale risico’s

oddsratio’s voor heel hoge blootstellingscondities

Samenvattend Latente klassen analyse is een waardevolle statistische techniek om de omvang en de sterkte van de psychosociale risico’s te schatten Deze methode laat toe om te stellen dat in de DiOVA databank 8,4% een heel hoog werktempo heeft, 6,7% een heel hoog gebrek aan sociale steun kent, dat bijna 13% een heel hoog gebrek aan inspraak kent en dat ‘maar’ 5,6% een absoluut gebrek aan plezier in het werk heeft en dat bijna 1 op 5 werknemers een hele hoge nood aan herstel heeft.

Bij sommige groepen zijn deze cijfers nog hoger Voeding & textiel en de overheid zijn probleemsectoren Arbeiders en niet leidinggevende ambtenaren zijn soms tot sterk oververtegenwoordigd in de heel hoge blootstellingclusters De leeftijdsanalyse toont de problemen op het vlak van de kwaliteit van de arbeid beginnen vanaf 45 jaar en dat werknemers tussen de 50 en de 54 het meeste problemen kennen

dat naar contracttype de werknemers met een ander soort contact de meest precaire groep vormen dat na de werknemers die in ploegverband werken de mensen in de nachtdienst de hoogste scores optekenen dat Franstalige respondenten op 8 van de 11 psychosociale risico’s oververtegenwoordigd zijn in de hoge bloostellingsclusters en tenslotte dat vrouwen, meer monotoom en minder uitdagend werk waarin meer gebrek aan inspraak en autonomie gerapporteerd worden. En dat ze 15% meer dan mannen blootgesteld zijn aan een hele hoge nood aan herstel.

Tekortkomingen en uitdagingen geen representatieve steekproef alleen directe effecten die gemidelderd kunnen worden door interactieffecten die een sterke uitdaging vormen (zie studiedag midden december) om zo accuraat mogelijk risicogroepen op het vlak van de kwaliteit van de arbeid te beschrijven.