Prof. Dr. Reinhard Steennot (Ugent) Verstek in consumentenzaken: Impact van de rechtspraak van het Hof van Justitie Prof. Dr. Reinhard Steennot (Ugent)
Wettelijk kader in België Art. 806 Ger. W. In het verstekvonnis willigt de rechter de vorderingen of verweermiddelen van de verschijnende partij in, behalve in zoverre de rechtspleging, die vorderingen of middelen strijdig zijn met de openbare orde Artikel 1397 Ger. W
Artikel 806 Ger.W. Zijn regelen van consumentenrecht van openbare orde in de Belgische rechtsorde ? Veelal niet, aangezien zij hoofdzakelijk strekken tot de bescherming van private belangen van de zwakkere partij (“louter dwingend recht”) (Cass. 26/5/2005 (onrechtmatige bedingen), doch soms discussie (vb. overeenkomsten buiten de onderneming)) Besluit in functie van art. 806 Ger.W.: de rechter moet / mag regelen van consumentenrecht (die de partij die verstek laat gaan beschermen) doorgaans niet ambtshalve toepassen ? Niet correct, gelet op de rechtspraak van het Hof van Justitie
Impact van het Europees Recht Belgische regelen inzake consumentenrecht strekken veelal tot omzetting Europese Richtlijnen Impact van de rechtspraak van het Hof van Justitie : Processuele autonomie, doch beperkt door principes van gelijkwaardigheid en effectiviteit Regelen van consumentenrecht zijn gelijkwaardig aan bepalingen van openbare orde Verplichting om regelen van consumentenbescherming met Europese oorsprong ambtshalve toe te passen In de verhouding tussen ondernemingen en consumenten
Onderneming Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch doel nastreeft, alsmede zijn verenigingen Duurzame wijze Economische activiteit verrichten (goederen en diensten op de markt aanbieden) Bijzonder ruime invulling in het Europees consumentenrecht (BKK Mobil Oil, 3 oktober 2013, C-59/12)
Consument Natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn beroepsactiviteit vallen : Natuurlijke persoon Bestemmingscriterium: handelen voor privé-doeleinden Geen toepassing van het specialisatiecriterium (expertise is niet van belang) (Horațiu Ovidiu Costea, 3 september 2015, C-110/14) Quid: gemengd gebruik ?
Consument Hoedanigheid van consument moet ambtshalve worden opgeworpen door de nationale rechter Froukje Faber (4 juni 2015, C-497/13): de nationale rechter bij wie een geding aanhangig is over een overeenkomst die binnen de werkingssfeer van de Richtlijn Consumentenkoop kan vallen, is verplicht om na te gaan of de koper als consument in de zin van die richtlijn kan worden aangemerkt, ook al heeft de koper zich niet op die hoedanigheid beroepen voor zover hij over de daartoe noodzakelijke gegevens, feitelijk en rechtens, beschikt of daarover op eenvoudig verzoek om verduidelijkingen kan beschikken Impact van deze rechtspraak is geenszins beperkt tot de regelen inzake consumentenkoop Voorbeeld: schadevergoedingsbedingen
Materieel recht Startpunt: Richtlijn Oneerlijke Bedingen algemene toetsingsnorm en indicatieve lijst van oneerlijke bedingen (omgezet in Boek VI en XIV WER) Het prille begin: Océano Grupo (27 juni 2000, C-240/98) => mogelijkheid in hoofde van de nationale rechter om de oneerlijkheid van een bevoegdheidsbeding ambtshalve op te werpen
Materieel recht De verdere uitwerking: Pannon (4 juni 2009, C-243/08) mogelijkheid om de oneerlijkheid ambtshalve op te werpen wordt een verplichting en deze verplichting geldt voor alle types van oneerlijke bedingen deze verplichting geldt ook indien de consument niet verschijnt (dus ook bij verstek) maar er zijn ook een aantal beperkingen op deze verplichtingen Rechter moet over de noodzakelijke gegevens, feitelijk en rechtens, beschikken (Consument kan afstand doen (maar moet uitdrukkelijk gebeuren))
Inpassing in artikel 806 Ger.W. Regelen inzake oneerlijke bedingen zijn gelijkwaardig aan bepalingen van openbare orde (Asturcom, 6 oktober 2009, C-40/08) Besluit: zelfs wanneer de regelen inzake oneerlijke bedingen in de interne rechtsorde niet van openbare orde zijn, moeten zij beschouwd worden als gelijkwaardig aan regelen van openbare orde, hetgeen impliceert dat zij ook bij toepassing van artikel 806 Ger. W. ambtshalve moeten worden opgeworpen
Rechten van verdediging Rechten van verdediging van de onderneming moeten gerespecteerd worden (Banif Plus Bank, 21 februari 2013, C-472/11) Besluit: Rechter moet oneerlijk karakter van het beding ambtshalve opwerpen, maar nietigverklaring is enkel mogelijk nadat de onderneming haar rechten heeft kunnen laten gelden
Materieel recht Intussen uitgebreid naar andere regelen van consumentenbescherming: Consumentenkrediet Rampion (4 oktober 2007, C-429/05) De Richtlijn Consumentenkrediet moet aldus worden uitgelegd dat zij de nationale rechter in staat stelt om de bepalingen ter omzetting in nationaal recht van artikel 11, lid 2, ervan ambtshalve toe te passen. Centraal staat de doeltreffende bescherming van de consument
Materieel Recht Buiten verkoopruimte gesloten overeenkomsten Martin Martin (17 december 2009, C-227/08) Artikel 4 van richtlijn 85/577/EEG van de Raad van 20 december 1985 betreffende de bescherming van de consument bij buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten verzet zich er niet tegen dat een nationale rechterlijke instantie een onder deze richtlijn vallende overeenkomst ambtshalve nietig verklaart op grond dat de consument niet over zijn opzeggingsrecht is voorgelicht, ook al heeft de consument deze nietigheid nooit aangevoerd voor de bevoegde nationale rechters. De informatieverplichting omtrent het herroepingsrecht raakt het openbaar belang dat kan rechtvaardigen dat de nationale rechter actief ingrijpt (…) om het gebrek aan evenwicht tussen de consument en de handelaar in het kader van buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten te compenseren.
Materieel recht Consumentenkoop Soledad Duarte Hueros (2 oktober 2013, C-32/12) De Richtlijn Consumentenkoop verzet zich tegen een regeling waarbij de nationale rechter bij wie het geding aanhangig is, wanneer een consument die recht heeft op een redelijke prijsvermindering enkel ontbinding van de overeenkomst vordert, maar de overeenkomst niet kan worden ontbonden omdat de non-conformiteit van de zaak gering is, niet ambtshalve een dergelijke vermindering kan toewijzen, hoewel de consument zijn oorspronkelijke vordering niet nader mag specificeren en evenmin een nieuwe procedure aanhangig mag maken, Froukje Faber (4 juni 2015, C-497/13) Het anterioriteitsvermoeden uit de Richtlijn Consumentenkoop is een norm die gelijkwaardig is aan een nationale regel die in de interne rechtsorde als regel van openbare orde geldt. De nationale rechter is verplicht om iedere bepaling waarbij dat vermoeden in nationaal recht is omgezet, ambtshalve toe te passen.
Materieel recht Quid : Regelen van consumentenrecht zonder Europese oorsprong? Vb. bedingen inzake stilzwijgende verlenging van dienstenovereenkomsten van bepaalde duur Regelen die additionele bescherming bieden, bovenop een door de Richtlijn gerealiseerde minimale bescherming? Zwarte lijst onrechtmatige bedingen Indien de verwerende partij geen consument is (vb. KMO) ? Schadebedingen (art. 1231 BW)
Besluit Regelen van consumentenbescherming zijn meestal geen regelen van openbare orde Maar: moeten beschouwd worden als regelen die gelijkwaardig zijn aan bepalingen van nationale orde (mits Europese oorsprong) Dientengevolge : houdt artikel 806 Ger. W. de verplichting in deze bepalingen ambtshalve toe te passen (zodra de rechter daartoe over de noodzakelijke gegevens beschikt, feitelijk en rechtens) doch: de rechten van verdediging dienen daarbij te worden gerespecteerd