Waterveiligheid
Hoe veilig ben je hier?
Inhoud Wat is het daadwerkelijke overstromingsrisico? Wat zijn de normen voor waterveiligheid? Hoe probeert de overheid de normen te behalen?
Inhoud Wat is het daadwerkelijke overstromingsrisico? Wat zijn de normen voor waterveiligheid? Hoe probeert de overheid de normen te behalen? Eind jaren 1950 Eind 18e eeuw Jaren 2010 1700 1800 1900 2000 nu
Norm waterveiligheid tot eind 18e eeuw
Norm waterveiligheid tot eind 18e eeuw
Norm waterveiligheid tot eind 18e eeuw Waterschap stelt norm Norm verschilt per waterschap Norm vaak in reactie op overstroming Landeigenaar voert dijkversterking uit
Eind 18e eeuw
Eind 18e eeuw Oprichting Rijkswaterstaat Rijkswaterstaat stelt landelijke norm (+0,5m laatste overstroming) Waterschap voert dijkversterking uit Rijkswaterstaat controleert
Norm waterveiligheid eind 18e eeuw tot jaren 1950 Dijkdoorbraak in Land van Maas en Waal (1926)
Norm waterveiligheid eind 18e eeuw tot jaren 1950 Dijkdoorbraak in Land van Maas en Waal (1926)
Norm waterveiligheid eind 18e eeuw tot jaren 1950 Watersnoodramp 1953 (Zuidwest Nederland)
Norm waterveiligheid eind 18e eeuw tot jaren 1950 Watersnoodramp 1953 (Zuidwest Nederland)
Jaren 1950: Deltacommissie
Waterveiligheidsbeleid tussen jaren 1950 en jaren 2010 Beschermingsniveaus per dijkring Uitgedrukt in overschrijdingskans Maatgevende hoogwaterstand
Waterveiligheidsbeleid tussen jaren 1950 en jaren 2010 Vaststellen van de maatgevende hoogwaterstand o.b.v. meetreeksen van alle hoogwaterstanden op zee tussen 1700 en 1953 Dijkhoogte gebaseerd op maatgevende hoogwaterstand Hoe bepaal je nu die maatgevende hoogwaterstand?
Waterveiligheidsbeleid tussen jaren 1950 en jaren 2010 Vaststellen van de maatgevende hoogwaterstand o.b.v. meetreeksen van alle hoogwaterstanden op zee tussen 1700 en 1953 5,2m +NAP 5,0m +NAP 4,8m +NAP 4,6m +NAP 1953: 4,25m Dijkhoogte gebaseerd op maatgevende hoogwaterstand Hoe bepaal je nu die maatgevende hoogwaterstand? 4,4m +NAP 4,2m +NAP 4,0m +NAP 1:500 1:1.000 1:1500 1:2000 1:2500 1:3000 1:3500 1:4000
Waterveiligheidsbeleid tussen jaren 1950 en jaren 2010 Vaststellen van de maatgevende hoogwaterstand o.b.v. meetreeksen van alle hoogwaterstanden op zee tussen 1700 en 1953 5,2m +NAP 5,0m +NAP 4,8m +NAP 4,6m +NAP 1953: 4,25m 1877: 4,20m 4,4m +NAP 4,2m +NAP 4,0m +NAP 1:500 1:1.000 1:1500 1:2000 1:2500 1:3000 1:3500 1:4000
Waterveiligheidsbeleid tussen jaren 1950 en jaren 2010 Vaststellen van de maatgevende hoogwaterstand o.b.v. meetreeksen van alle hoogwaterstanden op zee tussen 1700 en 1953 5,2m +NAP 5,0m +NAP 4,8m +NAP 4,6m +NAP 1953: 4,25m 1877: 4,20m 4,4m +NAP 4,2m +NAP 4,0m +NAP 1:500 1:1.000 1:1500 1:2000 1:2500 1:3000 1:3500 1:4000
Waterveiligheidsbeleid tussen jaren 1950 en jaren 2010 Vaststellen van de maatgevende hoogwaterstand o.b.v. meetreeksen van alle hoogwaterstanden op zee tussen 1700 en 1953 5,2m +NAP 5,0m +NAP 4,8m +NAP 4,6m +NAP 4,4m +NAP 4,2m +NAP 4,0m +NAP 1:500 1:1.000 1:1500 1:2000 1:2500 1:3000 1:3500 1:4000
Waterveiligheidsbeleid tussen jaren 1950 en jaren 2010 Vaststellen van de maatgevende hoogwaterstand o.b.v. meetreeksen van alle hoogwaterstanden op zee tussen 1700 en 1953 5,2m +NAP 5,0m +NAP 4,8m +NAP 4,6m +NAP 4,4m +NAP 4,2m +NAP 4,0m +NAP 1:500 1:1.000 1:1500 1:2000 1:2500 1:3000 1:3500 1:4000
Waterveiligheidsbeleid tussen jaren 1950 en jaren 2010 Vaststellen van de maatgevende hoogwaterstand o.b.v. meetreeksen van alle hoogwaterstanden op de grote rivieren tussen 1700 en 1953
Waterveiligheidsbeleid tussen jaren 1950 en jaren 2010 Vaststellen van de maatgevende hoogwaterstand o.b.v. meetreeksen van alle hoogwaterstanden op de grote rivieren tussen 1700 en 1953 18.000 m3/s 17.000 m3/s 16.000 m3/s 1926: 13.000m3/s 15.000 m3/s 14.000 m3/s 13.000 m3/s 12.000 m3/s 11.000 m3/s 10.000 m3/s 1:500 1:1.000 1:1500 1:2000 1:2500 1:3000 1:3500 1:4000
Waterveiligheidsbeleid tussen jaren 1950 en jaren 2010 Vaststellen van de maatgevende hoogwaterstand o.b.v. meetreeksen van alle hoogwaterstanden op de grote rivieren tussen 1700 en 1953 18.000 m3/s 17.000 m3/s 16.000 m3/s 1926: 13.000m3/s 15.000 m3/s 14.000 m3/s 13.000 m3/s 12.000 m3/s 11.000 m3/s 10.000 m3/s 1:500 1:1.000 1:1500 1:2000 1:2500 1:3000 1:3500 1:4000
Waterveiligheidsbeleid tussen jaren 1950 en jaren 2010 Vaststellen van de maatgevende hoogwaterstand o.b.v. meetreeksen van alle hoogwaterstanden op de grote rivieren tussen 1700 en 1953 18.000 m3/s 17.000 m3/s 16.000 m3/s 1926: 13.000m3/s 15.000 m3/s 14.000 m3/s 13.000 m3/s 12.000 m3/s 11.000 m3/s 10.000 m3/s 1:500 1:1.000 1:1500 1:2000 1:2500 1:3000 1:3500 1:4000
Waterveiligheidsbeleid tussen jaren 1950 en jaren 2010 Vaststellen van de maatgevende hoogwaterstand o.b.v. meetreeksen van alle hoogwaterstanden op de grote rivieren tussen 1700 en 1953 18.000 m3/s 17.000 m3/s 16.000 m3/s 1926: 13.000m3/s 15.000 m3/s 14.000 m3/s 13.000 m3/s 12.000 m3/s 11.000 m3/s 10.000 m3/s 1:500 1:1.000 1:1500 1:2000 1:2500 1:3000 1:3500 1:4000
Waterveiligheidsbeleid tussen jaren 1950 en jaren 2010 Aanpassen van de maatgevende hoogwaterstand naar aanleiding van hoogwaters 1993 en 1995 18.000 m3/s 17.000 m3/s 16.000 m3/s 1993 en 1995 15.000 m3/s 14.000 m3/s 13.000 m3/s 12.000 m3/s 11.000 m3/s 10.000 m3/s 1:500 1:1.000 1:1500 1:2000 1:2500 1:3000 1:3500 1:4000
Waterveiligheidsbeleid tussen jaren 1950 en jaren 2010 Aanpassen van de maatgevende hoogwaterstand naar aanleiding van hoogwaters 1993 en 1995 18.000 m3/s 17.000 m3/s 16.000 m3/s 1993 en 1995 15.000 m3/s 14.000 m3/s 13.000 m3/s 12.000 m3/s 11.000 m3/s 10.000 m3/s 1:500 1:1.000 1:1500 1:2000 1:2500 1:3000 1:3500 1:4000
Waterveiligheidsbeleid tussen jaren 1950 en jaren 2010 Overschrijdingskans Maatgevende hoogwaterstand 4 problemen Dijken kunnen ook doorbreken door andere mechanismen. Uit recent onderzoek is gebleken dat piping in het rivierengebied een grote rol speelde bij doorbraken in het verleden. De dijk kan al doorbreken bij lagere waterstanden dan de maatgevende hoogwaterstand! Het gaat niet alleen om de hoogte van de dijk, maar ook om de breedte!
Waterveiligheidsbeleid tussen jaren 1950 en jaren 2010 Probleem 1: Overschrijdingskans is niet gelijk aan de daadwerkelijke kans op een doorbraak Dijken kunnen ook doorbreken door andere mechanismen. Uit recent onderzoek is gebleken dat piping in het rivierengebied een grote rol speelde bij doorbraken in het verleden. De dijk kan al doorbreken bij lagere waterstanden dan de maatgevende hoogwaterstand! Het gaat niet alleen om de hoogte van de dijk, maar ook om de breedte!
Waterveiligheidsbeleid tussen jaren 1950 en jaren 2010 Probleem 1: Overschrijdingskans is niet gelijk aan de daadwerkelijke kans op een doorbraak Dijken kunnen ook doorbreken door andere mechanismen. Uit recent onderzoek is gebleken dat piping in het rivierengebied een grote rol speelde bij doorbraken in het verleden. De dijk kan al doorbreken bij lagere waterstanden dan de maatgevende hoogwaterstand! Het gaat niet alleen om de hoogte van de dijk, maar ook om de breedte!
Waterveiligheidsbeleid tussen jaren 1950 en jaren 2010 Probleem 1: Overschrijdingskans is niet gelijk aan de daadwerkelijke kans op een doorbraak Dijken kunnen ook doorbreken door andere mechanismen. Uit recent onderzoek is gebleken dat piping in het rivierengebied een grote rol speelde bij doorbraken in het verleden. De dijk kan al doorbreken bij lagere waterstanden dan de maatgevende hoogwaterstand! Het gaat niet alleen om de hoogte van de dijk, maar ook om de breedte!
Waterveiligheidsbeleid tussen jaren 1950 en jaren 2010 Probleem 2: De gevolgen varieren per doorbraaklocatie: Getroffen gebied Waterdiepte Bevolkingsdichtheid Economische waarde Dijken kunnen ook doorbreken door andere mechanismen. Uit recent onderzoek is gebleken dat piping in het rivierengebied een grote rol speelde bij doorbraken in het verleden. De dijk kan al doorbreken bij lagere waterstanden dan de maatgevende hoogwaterstand! Het gaat niet alleen om de hoogte van de dijk, maar ook om de breedte!
Waterveiligheidsbeleid tussen jaren 1950 en jaren 2010 Probleem 3: De overschrijdingskansbenadering is niet eerlijk! Dijken kunnen ook doorbreken door andere mechanismen. Uit recent onderzoek is gebleken dat piping in het rivierengebied een grote rol speelde bij doorbraken in het verleden. De dijk kan al doorbreken bij lagere waterstanden dan de maatgevende hoogwaterstand! Het gaat niet alleen om de hoogte van de dijk, maar ook om de breedte!
Waterveiligheidsbeleid tussen jaren 1950 en jaren 2010 Probleem 4: Focus op preventie, geen ruimte voor andere maatregelen Dijken kunnen ook doorbreken door andere mechanismen. Uit recent onderzoek is gebleken dat piping in het rivierengebied een grote rol speelde bij doorbraken in het verleden. De dijk kan al doorbreken bij lagere waterstanden dan de maatgevende hoogwaterstand! Het gaat niet alleen om de hoogte van de dijk, maar ook om de breedte!
Veiligheid Nederland in Kaart (2010-2014) Doelen: Werkelijke overstromingsrisico in kaart brengen …..
Veiligheid Nederland in Kaart (2010-2014) Factoren die het overstromingsrisico bepalen
Veiligheid Nederland in Kaart (2010-2014) Berekening van het overstromingsrisico
Dijkring “Gelderse Vallei” Veiligheid Nederland in Kaart (2010-2014) Voorbeeld berekening van het overstromingsrisico Dijkring “Gelderse Vallei” Door het beschermingsniveau beter af te stemmen op de gevolgen van dijkdoorbraken, kan het overstromingsrisico effectiever en efficienter tot het gewenste niveau worden teruggebracht. Dit kan door de normen niet langer per dijkring vast te leggen, maar per dijktraject. Vanuit deze benadering ligt het voor de hand om voor de Grebbedijk een strengere norm te hanteren dan voor de dijken langs de Eem en de Randmeren. Een sterke Grebbedijk verkleint het overstromingsrisico namelijk veel sterker dan een sterke dijk in het noorden.
Veiligheid Nederland in Kaart (2010-2014) Voorbeeld berekening van het overstromingsrisico Dijken
Veiligheid Nederland in Kaart (2010-2014) Voorbeeld berekening van het overstromingsrisico Daadwerkelijke doorbraakkans
Veiligheid Nederland in Kaart (2010-2014) Voorbeeld berekening van het overstromingsrisico Waterdiepte bij doorbraak locatie 1 (Grebbendijk)
Veiligheid Nederland in Kaart (2010-2014) Voorbeeld berekening van het overstromingsrisico Slachtoffers bij doorbraak locatie 1 (Grebbendijk)
Veiligheid Nederland in Kaart (2010-2014) Voorbeeld berekening van het overstromingsrisico Schade bij doorbraak locatie 1 (Grebbendijk)
Veiligheid Nederland in Kaart (2010-2014) Voorbeeld berekening van het overstromingsrisico Dijken
Veiligheid Nederland in Kaart (2010-2014) Voorbeeld berekening van het overstromingsrisico Waterdiepte bij doorbraak locatie 2 (Eemmeerdijk)
Veiligheid Nederland in Kaart (2010-2014) Voorbeeld berekening van het overstromingsrisico Slachtoffers bij doorbraak locatie 2 (Eemmeerdijk)
Veiligheid Nederland in Kaart (2010-2014) Voorbeeld berekening van het overstromingsrisico Schade bij doorbraak locatie 2 (Eemmeerdijk)
Veiligheid Nederland in Kaart (2010-2014) Berekening van het overstromingsrisico
Veiligheid Nederland in Kaart (2010-2014) Voorbeeld berekening van het overstromingsrisico Huidige faalkans Lokaal Individueel Risico = Kans dat je overlijdt als je je op deze locatie bevindt. Dit is onafhankelijk van werkelijke bevolkingsspreiding. Berekend uit de som van alle kansen en gevolgen. Hier in de Cinemex = 1:100.000. Vergelijk met kans om te overlijden door verkeersongeluk: 1:20.000
Veiligheid Nederland in Kaart (2010-2014) Voorbeeld berekening van het overstromingsrisico Huidige faalkans Gevolgen Slachtoffers = 0 Schade = 25 miljoen Euro Slachtoffers = 959 Schade = 9.800 miljoen Euro Lokaal Individueel Risico = Kans dat je overlijdt als je je op deze locatie bevindt. Dit is onafhankelijk van werkelijke bevolkingsspreiding. Berekend uit de som van alle kansen en gevolgen. Hier in de Cinemex = 1:100.000. Vergelijk met kans om te overlijden door verkeersongeluk: 1:20.000
Veiligheid Nederland in Kaart (2010-2014) Voorbeeld berekening van het overstromingsrisico Huidige faalkans Gevolgen Huidig Lokaal Individueel Risico (LIR) Slachtoffers = 0 Schade = 25 miljoen Euro Slachtoffers = 959 Schade = 9.800 miljoen Euro Lokaal Individueel Risico = Kans dat je overlijdt als je je op deze locatie bevindt. Dit is onafhankelijk van werkelijke bevolkingsspreiding. Berekend uit de som van alle kansen en gevolgen. Hier in de Cinemex = 1:100.000. Vergelijk met kans om te overlijden door verkeersongeluk: 1:20.000
LIR ≠ daadwerkelijke kans op slachtoffers Veiligheid Nederland in Kaart (2010-2014) Voorbeeld berekening van het overstromingsrisico Huidige faalkans Gevolgen Huidig Lokaal Individueel Risico (LIR) Slachtoffers = 0 Schade = 25 miljoen Euro Slachtoffers = 959 Schade = 9.800 miljoen Euro Lokaal Individueel Risico = Kans dat je overlijdt als je je op deze locatie bevindt. Dit is onafhankelijk van werkelijke bevolkingsspreiding. Berekend uit de som van alle kansen en gevolgen. Hier in de Cinemex = 1:100.000. Vergelijk met kans om te overlijden door verkeersongeluk: 1:20.000 LIR ≠ daadwerkelijke kans op slachtoffers
Veiligheid Nederland in Kaart (2010-2014) x Lokaal individueel risico (kans op overlijden per jaar) Lokaal Individueel Risico = Kans dat je overlijdt als je je op deze locatie bevindt. Dit is onafhankelijk van werkelijke bevolkingsspreiding.
Veiligheid Nederland in Kaart (2010-2014) x Lokaal individueel risico (kans op overlijden per jaar) Kans = 1:20.000 Lokaal Individueel Risico = Kans dat je overlijdt als je je op deze locatie bevindt. Dit is onafhankelijk van werkelijke bevolkingsspreiding.
Veiligheid Nederland in Kaart (2010-2014) x Lokaal individueel risico (kans op overlijden per jaar) Kans = 1:100.000 Lokaal Individueel Risico = Kans dat je overlijdt als je je op deze locatie bevindt. Dit is onafhankelijk van werkelijke bevolkingsspreiding.
Waterveiligheidsnorm vanaf 2017 x Lokaal individueel risico (kans op overlijden per jaar) Basisveiligheidsniveau Lokaal Individueel Risico = Kans dat je overlijdt als je je op deze locatie bevindt. Dit is onafhankelijk van werkelijke bevolkingsspreiding.
Veiligheid Nederland in Kaart (2010-2014) Doelen: Werkelijke overstromingsrisico in kaart brengen ……
Veiligheid Nederland in Kaart (2010-2014) Doelen: Werkelijke overstromingsrisico in kaart brengen Ondersteuning ontwikkelen van nieuwe waterveiligheidsbeleid Formuleren nieuw type norm Ondersteuning kiezen van maatregelen
Veiligheid Nederland in Kaart (2010-2014) Voorbeeld ondersteuning kiezen van maatregelen Lokaal Individueel Risico (huidig) Huidige faalkans Lokaal Individueel Risico = Kans dat je overlijdt als je je op deze locatie bevindt. Dit is onafhankelijk van werkelijke bevolkingsspreiding. Door het beschermingsniveau beter af te stemmen op de gevolgen van dijkdoorbraken, kan het overstromingsrisico effectiever en efficienter tot het gewenste niveau worden teruggebracht. Dit kan door de normen niet langer per dijkring vast te leggen, maar per dijktraject. Vanuit deze benadering ligt het voor de hand om voor de Grebbedijk een strengere norm te hanteren dan voor de dijken langs de Eem en de Randmeren. Een sterke Grebbedijk verkleint het overstromingsrisico namelijk veel sterker dan een sterke dijk in het noorden. Berekend uit de som van alle kansen en gevolgen. Hier in de Cinemex = 1:100.000. Vergelijk met kans om te overlijden door verkeersongeluk: 1:20.000
Veiligheid Nederland in Kaart (2010-2014) Voorbeeld ondersteuning kiezen van maatregelen Lokaal Individueel Risico (huidig) Lokaal Individueel Risico Na versterking dijk randmeren Norm 1:100.000 Huidige faalkans Lokaal Individueel Risico = Kans dat je overlijdt als je je op deze locatie bevindt. Dit is onafhankelijk van werkelijke bevolkingsspreiding. Door het beschermingsniveau beter af te stemmen op de gevolgen van dijkdoorbraken, kan het overstromingsrisico effectiever en efficienter tot het gewenste niveau worden teruggebracht. Dit kan door de normen niet langer per dijkring vast te leggen, maar per dijktraject. Vanuit deze benadering ligt het voor de hand om voor de Grebbedijk een strengere norm te hanteren dan voor de dijken langs de Eem en de Randmeren. Een sterke Grebbedijk verkleint het overstromingsrisico namelijk veel sterker dan een sterke dijk in het noorden. Berekend uit de som van alle kansen en gevolgen. Hier in de Cinemex = 1:100.000. Vergelijk met kans om te overlijden door verkeersongeluk: 1:20.000
Veiligheid Nederland in Kaart (2010-2014) Voorbeeld ondersteuning kiezen van maatregelen Lokaal Individueel Risico (huidig) Lokaal Individueel Risico Na versterking dijk randmeren Norm 1:100.000 Lokaal Individueel Risico Na versterking Grebbedijk Norm 1:100.000 Huidige faalkans Lokaal Individueel Risico = Kans dat je overlijdt als je je op deze locatie bevindt. Dit is onafhankelijk van werkelijke bevolkingsspreiding. Door het beschermingsniveau beter af te stemmen op de gevolgen van dijkdoorbraken, kan het overstromingsrisico effectiever en efficienter tot het gewenste niveau worden teruggebracht. Dit kan door de normen niet langer per dijkring vast te leggen, maar per dijktraject. Vanuit deze benadering ligt het voor de hand om voor de Grebbedijk een strengere norm te hanteren dan voor de dijken langs de Eem en de Randmeren. Een sterke Grebbedijk verkleint het overstromingsrisico namelijk veel sterker dan een sterke dijk in het noorden. Berekend uit de som van alle kansen en gevolgen. Hier in de Cinemex = 1:100.000. Vergelijk met kans om te overlijden door verkeersongeluk: 1:20.000
Waterveiligheidsbeleid vanaf 2017 Norm per dijktraject
Toetsronde 2013 (oude norm) Elke 5 jaar worden de hoofddijken gekeurd. Recentelijk volgens de nieuwe norm: 2/3 afgekeurd Doel is dat in 2050 alle keringen aan de norm voldoen. Hoe gaat de overheid er nu voor zorgen dat de nieuwe norm behaald wordt?
Toetsronde 2013 (oude norm) Elke 5 jaar worden de hoofddijken gekeurd. Recentelijk volgens de nieuwe norm: 2/3 afgekeurd Doel is dat in 2050 alle keringen aan de norm voldoen. Hoe gaat de overheid er nu voor zorgen dat de nieuwe norm behaald wordt?
? Toetsronde 2018 (nieuwe norm) Norm per dijktraject Elke 5 jaar worden de hoofddijken gekeurd. Recentelijk volgens de nieuwe norm: 2/3 afgekeurd Doel is dat in 2050 alle keringen aan de norm voldoen. Hoe gaat de overheid er nu voor zorgen dat de nieuwe norm behaald wordt?
Waterveiligheidsbeleid vanaf 2017 Meerlaagsveiligheidsdenken Of je kunt de gevolgen verkleinen door in te zetten op calamiteitenzorg. Daarmee haal je het aantal slachtoffers omlaag. Maar niet de schade! Laag 1: preventie Dijkversterking Rivierverruiming
Waterveiligheidsbeleid vanaf 2017 Meerlaagsveiligheidsdenken Laag 2: ruimtelijke inrichting Of je kunt de gevolgen verkleinen door in te zetten op calamiteitenzorg. Daarmee haal je het aantal slachtoffers omlaag. Maar niet de schade! Laag 1: preventie Dijkversterking Rivierverruiming
Waterveiligheidsbeleid vanaf 2017 Meerlaagsveiligheidsdenken Laag 3: calamiteitenzorg Preventief evacueren Rampenbestrijding Laag 2: ruimtelijke inrichting Of je kunt de gevolgen verkleinen door in te zetten op calamiteitenzorg. Daarmee haal je het aantal slachtoffers omlaag. Maar niet de schade! Laag 1: preventie Dijkversterking Rivierverruiming
Waterveiligheidsbeleid vanaf 2017 Meerlaagsveiligheidsdenken Laag 3: calamiteitenzorg Preventief evacueren Rampenbestrijding Stimuleren zelfredzaamheid bevolking Laag 2: ruimtelijke inrichting Of je kunt de gevolgen verkleinen door in te zetten op calamiteitenzorg. Daarmee haal je het aantal slachtoffers omlaag. Maar niet de schade! Laag 1: preventie Dijkversterking Rivierverruiming
Wat kost dat. Kosten overstappen op nieuwe norm (tot 2050): Wat kost dat? Kosten overstappen op nieuwe norm (tot 2050): 6-8 miljard Euro Kosten opvangen effecten klimaatverandering (tot 2050): 3-6 miljard Euro
Het belang van onderwijs Overstromingsrisicobewustzijn creeren!