Poëzie in vier stromingen 1880 - heden Introductie
Elke nieuwe kunststroming is een reactie op de vorige kunststroming. De Tachtigers zijn een reactie op Realisme (ca. 1830-1880) Botsingen tussen jonge generatie – oude generatie De Tachtigers ook een reactie op Romantiek (ca. 1750-1830). Late voortzetting van Romantiek (individualisme, natuurliefde)
Jacques Perk (1859-1881) 1880: Iris `Schoonheid, o gij, wier naam geheiligd zij’. De Gids: religie versus kunst Willem Kloos liet werk van Perk uitgeven.
Willem Kloos (1859-1935) Depressies, hallucinaties, zelfmoordpogingen ‘de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie’ Valser was de zogenaamde Julia-affaire. Kloos en Albert Verwey dichtten samen Julia, een verhaal van Sicilië onder het pseudoniem Guido. Dit was een samenraapsel van oppervlakkig goedklinkend gerijm. Het werd uitgegeven en als serieuze poëzie aan recensenten gestuurd, die erin trapten en het bundeltje prezen. Daarop maakten Kloos en Verwey zich bekend en schreven De onbevoegdheid der Hollandsche literaire kritiek, waarin ze de vloer aanveegden met de recensenten die Julia serieus genomen hadden.
Opgericht door: Frederik van Eeden, Frank van der Goes, Willem Kloos, Willem Paap en Albert Verwey. De gids opgericht in 1837
Hoofdprincipes Tachtigers Estheticisme: verheerlijking van de schoonheid; L'art pour l'art: kunst om de kunst; de kunst dient geen ander doel dan kunst te zijn; Individualisme: kunst als de "allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie" ; Eenheid van vorm en inhoud; De waarneembare werkelijkheid als uitgangspunt; De eis van originaliteit en het mijden van geijkte clichés.
Tussen de wereldoorlogen Het Interbellum Tussen de wereldoorlogen
Het Modernisme Binnen het modernisme zijn er allerlei ‘kleine’ stromingen. Overeenkomst: radicaal andere kunst Expressionisme Constructivisme Nieuwe zakelijkheid Surrealisme Dadaisme Futurisme Kubisme
Expressionisme
Vrije verzen: aantasten van klassieke vers (rijm, metrum, regelmatige strofebouw) Onvolledige en ongrammaticale zinnen zonder interpunctie Gekke woordcombinaties: ‘blauw geluk’ Poésie pure = gedichten waar het niet gaat om een concrete inhoud, maar waarin een sfeer/gevoel wordt opgeroepen.
VLAM Schuimende morgen en mijn vuren lach drinkt uit ontzaggelijke schalen van lucht en aarde den opalen dag Uit: H. Marsman, Verzameld werk Deel 1: Poëzie. Amsterdam/Bilthoven, 1938.
Constructivisme Geometrie Tijdschrift: De stijl VOORBIJTREKKENDE TROEP Ran sel Ran sel Ran sel Ran - sel Ran - sel Ran - sel Ran - sel Ran - sel BLik - ken - trommel BLik - ken - trommel BLik - ken - TRommel RANSEL BLikken trommel BLikken trommel BLikken trommel RANSEL Blikken trommel Blikken trommel Blikken trommel RANSEL BLikkentrommel Blikken trommel Ransel Blikken trommel Ransel Blikken trommel RAN Rui schen Rui schen Rui schen Rui schen Ruischen Ruisch... Ruisc... Ruis... Rui... Ru... Ru... R... R... r.. ( Uit de Serie: SOLDATEN 1916 Theo van Doesburg) Geometrie Tijdschrift: De stijl (1917-1928) Leiders: Theo van Doesburg en Piet Mondriaan Beeldende poëzie
De Vijftigers & de (Post)-modernen 1950-2000
Experiment Experiment in twee betekenissen: Experiment = een proefje Experiment = ervaring (‘experience’) Proefje met taal: “proefondervindelijke poëzie”. Met de taal zoeken naar nieuwe uitdrukkingsvormen. Taal wordt zo persoonlijk mogelijk en is vol met beeldspraak. De inhoud van de poëzie bestaat voornamelijk uit beelden. Experimentele poëzie is voor de Vijftigers proefondervindelijke poëzie, wat betekent dat het in de poëzie eigenlijk draait om de ervaring opgedaan tijdens het dichten. Niet het product is het belangrijkst, maar wat men ervaart (ondervindt) bij het maken ervan. Eenvoudig gezegd: wanneer de Vijftiger een gedicht schrijft, doet hij dat niet omdat hij zo mooi, adequaat of helder mogelijk wil formuleren wat hij denkt of voelt. Wat hij denkt of voelt weet hij immers al. Waar hij benieuwd naar is, is wat er in het spontane scheppingsproces dat dichten voor hem is aan nieuws ontstaat.
Spontaniteit Associatief: iets doet om de een of andere reden denken aan iets anders. De spontaniteit was zo belangrijk omdat in de oorlog gruwelijk duidelijk was geworden wat er gebeurt als je vastliggende constructies oplegt aan de werkelijkheid. Poëzie vaak ironisch, baldadig, vol woordspelingen en klankspelletjes.
OOTE Oote oote oote Boe Oote oote Oote oote oote boe Oe oe Oe oe oote oote oote A A a a Oote a a a Oote oe oe Oe oe oe Oe oe oe oe oe Oe oe oe oe oe Oe oe oe oe oe oe oe Oe oe oe etc. Oote oote oote Eh eh euh Euh euh etc. Oote oote oote boe etc. etc. etc. Hoe boe boe boe Hoe boe boe boe B boe Boe oe oe Oe oe (etc.) Oe oe oe oe etc. Eh eh euh euh euh Oo-eh oo-eh o-eh eh eh eh Ah ach ah ach ach ah a a Oh ohh ohh hh hhh (etc.) Hhd d d Hdd D d d d da D dda d dda da D da d da d da d da d da da da Da da demband Demband demband dembrand dembrandt Dembrandt Dembrandt Dembrandt Doe d doe d doe dda doe Da do do do da do do do Do do da do deu d Do do do deu deu doe deu deu Deu deu deu da dd deu Deu deu deu deu Kneu kneu kneu kneu ote kneu eur Kneu kneu ote kneu eur Kneu ote ote ote ote ote Ote ote ote Ote ote Boe Oote oote oote boe Oote oote boe oote oote boe Jan Hanlo (1912-1969) In: ‘Roeping’, 28e jaargang, no. 3, jan-feb 1952. De Mus - Jan Hanlo Tjielp tjielp - tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp - tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp Tjielp etc. (Uit 1949; opgenomen in Verzamelde Gedichten, Amsterdam 1958)
Lucebert (1924-1994) Terugkeer naar de kinderlijke zuiverheid de dichter hij eet de tijd op de beleefde tijd de toekomende tijd hij oordeelt niet maar deelt mede van dat waarvan hij deelgenoot is Terugkeer naar de kinderlijke zuiverheid Lucebert = pseudoniem van Lubertus Swaanswijk OProep tot verzet tegen instellingen als kerk en staat. Terugkeer naar de kinderlijke zuiverheid
Kenmerken Loslaten van interpunctie Loslaten van grammatica Geen vaste versvorm (zoals sonnet) Zij propageren experimentele poëzie Spontaniteit Een paar typische Vijftigers-kenmerken komen hier naar voren: het loslaten van interpunctie en grammatica, en van een vaste versvorm (zoals het sonnet bijvoorbeeld). In dit opzicht grijpen de Vijftigers terug op de historische avant-garde; ook zij propageren experimentele poëzie.
De (post)modernen vanaf ca. 1960
Barbarber K. Schippers
Speelse van het dadaïsme: ‘kunst met een grote K’ Readymades
In het taaluniversum is alles al een keer gezegd en de kunstenaar moet niet proberen iets nieuws te zeggen. Het gevolg hiervan is het bewust gebruikmaken van citaten en ontleningen van andere schrijvers en (beeldend) kunstenaars. Nieuw kijk op de werkelijkheid