SCHM Literatuur Les 1 #havo5
Het lezen van verhalen Waarom? Wie? Wanneer? Waar?
Gebeurtenissen Personages Flashbacks en vooruitwijzingen? Chronologie van het verhaal Verbanden leggen en zelf de chronologie achterhalen Flashbacks en vooruitwijzingen? Personages Hoofdpersoon, diegene die een bepaald doel nastreeft of die iets overkomt. Bijpersonen, die de rol van helper of tegenstander vervullen. Meerdere verhaallijnen?
Tijd Historische tijd Verteltijd Vertelde tijd Flashback (terugblik of ‘vooruitblik’) Vooruitwijzing Terugverwijzing In welke tijd speelt het verhaal zich af? Hoeveel tijd heb je nodig om het te lezen? Hoeveel tijd verstrijkt er in het verhaal? Beschrijving van een gehele gebeurtenis uit het verleden Blik op wat er nog gaat komen of al is geweest (in een paar zinnen)
Ruimte Motieven Vertelinstantie Verhaalmotief Leidmotief Terugkeren van bepaalde situaties, opvattingen, gevoelens als een betekenisvol element. Herhaling van een bepaald woord of voorwerp. Verhaalmotief Leidmotief Vertelinstantie Stap 1: is de verteller merkbaar aanwezig in het verhaal? Stap 2: Is de verteller wel of geen personage in het verhaal?
Verteller is geen personage Auctoriale vertelinstantie Verteller is een personage (meervoudige) ik-verstelinstantie Niet merkbaar aanwezig: personale vertelinstantie Merkbaar aanwezig Verteller
Mindmappen Lees het verhaal ‘Poep’ van Manon Uphoff. Maak in een viertal een mindmap bij dit verhaal. Gebruik de volgende kopjes; Gebeurtenissen; Personages; Tijd; Ruimte; Motieven; Vertelinstantie