Doorgrond mijn hart
‘Van alles waar je over waakt, waak vooral over je hart, het is de bron van je leven’ (Spr. 4: 23) Wat je in je leven doet en laat, wordt beslist in je hart.
‘Want uit het hart komen boze gedachten, moord, overspel, ontucht, diefstal, valse getuigenissen en laster.’ (Matt. 15: 19) Het kwaad is niet alleen buiten ons, maar ook in ons binnenste.
‘Niets is zo onbetrouwbaar als het hart, onverbeterlijk is het, wie zal het kennen? Ik, de HEER, ben het die het hart doorgrondt.’ (Jer. 17: 9-10) Zelfkennis heeft te maken met doorgronding van je hart.
‘Doorgrond mij, God, en ken mijn hart, peil mij, weet wat mij kwelt, zie of ik geen verkeerde weg ga, en leid mij over de weg die eeuwig is.’ (Ps. 139: 23-24) Het is God die ons hart volkomen doorgrondt en kan neigen naar zijn wil.
‘Schep, o God, een zuiver hart in mij, vernieuw mijn geest, maak mij standvastig.’ (Ps. 51: 12) Het veranderen van ons hart vraagt om een scheppingsdaad van God.
‘Ik zal jullie een nieuw hart en een nieuwe geest geven, ik zal je versteende hart uit je lichaam halen en je er een levend hart voor in de plaats geven. Ik zal jullie mijn geest geven en zorgen dat jullie volgens mijn wetten leven en mijn regels in acht nemen.’ (Ezech. 36: 26-27) De messiaanse belofte van vernieuwing.
‘Daarom ook is iemand die één met Christus is, een nieuwe schepping ‘Daarom ook is iemand die één met Christus is, een nieuwe schepping. Het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen. Dit alles is het werk van God.’ (2 Kor. 5. 17-18) In Christus ben je ‘een nieuwe schepping’
‘Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken ‘Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in mij blijft en Ik in hem, zal hij veel vrucht dragen. Maar zonder mij kun je niets doen.’ (Joh. 15: 5) In afhankelijkheid van Christus leven.
‘Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven. Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart.’ (Matt. 11: 28-29) Van Jezus leren om zachtmoedig en nederig van hart te zijn.
‘Want de hogepriester die wij hebben is er een die met onze zwakheden kan meevoelen, juist omdat hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld, met dit verschil dat hij niet vervallen is tot zonde.’ (Heb. 4: 15) We kunnen Jezus met een gerust hart ons binnenste toevertrouwen.
‘Broeders en zusters, dankzij het bloed van Jezus kunnen we zonder schroom binnengaan in het heiligdom, omdat hij voor ons met zijn lichaam een weg naar een nieuw leven gebaand heeft, door het voorhangsel heen.’ (Heb. 10: 19-20) Voorbij het voorhangsel in je hart.