Atlas- en kaartvaardigheden

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Aflezen van analoge en digitale meetinstrumenten
Advertisements

Les 8 Hoofdstuk 12: Communicatie.
Gebruik het rode boekje
Kaartvaardigheden in de klas
Paragraaf 4 Werken met de atlas.
Terra Tweede Fase vwo © Wolters-Noordhoff bv
Toets Leer: Lees: Maak: Doe: Samenvatting Woordenlijst Leerstofkernen
§ 2 AUSTRALIE IN KAARTEN.
Hoofdstuk 1 De wereld ontdekken met de atlas
Hoe wordt een kaart gemaakt?
Snelheid.
Hoofdstuk 1 Genoeg voor iedereen?
Paragraaf 2 Een gebied in kaart.
De schaal Hoe bereken je die?.
AARDRIJKSKUNDE.
Werkstuk over ‘Leefbaarheid en zorg’ over jouw eigen omgeving.
HULPMIDDELEN IN DE AARDRIJKSKUNDE
Schaalberekeningen Hoofdstuk 1 Australië.
Mundo: Thema 1 ‘Wie ben ik?’
Actief met de Atlas 1e klas.
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 3 Powerpoints staan op med.hro.nl/houmj/Klas_1BCEHI_Inductief/
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 3
ArcGIS Tim Favier Onderwijscentrum VU Deze slide show laat zien hoe je kan werken met data in ArcGIS.
De atlas Hoe gebruik je dat?.
De 3 elementen van een kaart de legende de schaal de pijl die naar het noorden wijst.
Paragraaf 2 Hoofdstuk 1 Australië.
Wijs me de weg ! Luchtfoto, schaal en kaart. Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie.
Wij zijn allemaal wereldburgers
Thuis in mijn provincie Vlaams-Brabant Waar woon ik ?
COPYRIGHT © 2013 BOTLEKTROEP SCOUTING HOOGVLIET Workshop Kaart & Kompas.
1 millimeter dik 6 millimeter regen? 4 millimeter groot 2 millimeter groot.
Kennen en kunnen Wat je moet kennen en kunnen voor de SO Woordenschat H1 t/m H4 1. Woordraadstrategieën: -zoek een synoniem; -zoek een omschrijving of.
De Grote Bosatlas 54e editie
Nodig:1 bekertje Doosje met gewichten Schepje Schep in je beker zand totdat hij helemaal gevuld is. Weeg de gevulde beker in je hand. Pak nu een gewicht.
Rekenen!!! cito.
Cursus 1.2 Werken met een Atlas Klas 1 BK Lesweek 5
Hoe ga je om met de ATLAS Met behulp van deze presentatie leer je hoe je moet werken met de de Grote Bosatlas.
Introductie Ontdek Nederland Een ‘locatie’
Vandaag: Restant les 3 Verhoudingen
Lessenserie: Atlas- en kaartvaardigheden
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
les 3 digitale rekenblokken Verhoudingen in context situaties
Cursus 1.1 Wat zie je in een landschap Klas 2 KGT Lesweek 1
Cursus 1.2 Werken met een Atlas Klas 1 KGT Lesweek 5
Thema 1 Wie ben ik?.
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
SCHAAL in toepassingssituaties
Cursus 1.2 Landschappen in Nederland Klas 2 KGT Lesweek 2
Atlas- en kaartvaardigheden
Cursus 1.1 Wat zie je in een landschap Klas 2 BB Lesweek 1
Metend rekenen 5de leerjaar.
Cursus 1.1 Werken met Kaarten Klas 1 KGT Lesweek 4
Cursus 1.1 Werken met Kaarten Klas 1 BK Lesweek 2
Atlas- en kaartvaardigheden
TECHNISCHE FICHE : De schaal berekenen.
Significante cijfers © Johan Driesse © 2013 – Johan Driesse.
Hoofdstuk 1 De wereld ontdekken met de atlas
Grote Bosatlas (53e druk)
Grote Bosatlas (53e druk)
Blok 1 Mijn eigen omgeving
Hoofdstuk 1 Les 2 Waar is het warm?
6.1 Nieuw-Zeeland in beeld
Les 3 verhoudingen Verhoudingen.
Bewijs: de eigenschap van de bissectrice van een hoek
Hoofdstuk 30 Negatieve getallen. Hoofdstuk 30 Negatieve getallen.
SCHAAL in toepassingssituaties
Meten met de multimeter
Werken met kaarten.
Vaardigheden 2 Wat is de dichtheid van: Goud Water Koper Kwik
Wie..Wat…Hoe? Wie ben ik? Wie zijn jullie? Wat hebben we nodig? Werkboek A en B, k, lesboek, basisboek, kleuren, rekenmachine, geo Wat gaan we doen? Hoe.
Transcript van de presentatie:

Atlas- en kaartvaardigheden Les 2

As expected, McDonald’s cluster at the population centers and hug the highway grid.

Kaartleesvaardigheden Lokaliseren: Waar ligt dit gebied? Aan welke gebieden grenst het? Wat zijn de belangrijkste verbindingen met het gebied? Het gaat om de relatieve ligging van het op de kaart afgebeelde gebied. Oriënteren: Wat is de schaal van de kaart? Hoe groot is het gebied? Wat zijn de belangrijkste namen in het gebied? Wat is het onderwerp van de kaart? De leerling leest daarbij de titel van de kaart en stelt vast om wat voor kaarttype het gaat. Karakteriseren (het beschrijven van de kenmerken van het gebied): Wat zijn de kenmerken van dit gebied? Waarvan is er veel en waarvan is er weinig? Hierbij gebruikt de leerling de legenda.

Wat staat er altijd op een goede kaart? Titel: geeft aan waar de kaart overgaat Legenda: geeft de betekenis van de symbolen en kleuren Schaal: laat zien hoeveel het gebied is verkleind Noordpijl: geeft aan waar het noorden is bestaan grote verschillen tussen kaarten. Maar 4 dingen vind je op elke kaart terug. Titel Aan de titel zie je welk gebied er op de kaart staat. Bijvoorbeeld: ‘Nederland’. Bij thematische kaarten vertelt de titel je ook wat de kaart weergeeft. Bijvoorbeeld: ‘Bevolkingsdichtheid in Nederland’. Legenda De legenda is een soort inhoudsopgave van wat er op de kaart te zien is. Hierop kun je opzoeken wat de betekenis is van kleuren en symbolen op een kaart. Schaal Zonder schaal weet je niet hoe groot afstanden en dergelijke in het echt zijn. Vaak geeft een getal de schaal aan. Bijvoorbeeld 1:1.000.000. Dat betekent: 1 centimeter op de kaart is 1.000.000 centimeter in het echt. Om de afstand in kilometers te weten, haal je er 5 nullen af (1.000.000 centimeter = 10.000 meter = 10 kilometer). De schaal wordt ook vaak weergegeven met een schaalstok. Daarop zie je direct hoeveel kilometer iets op de kaart is. Noorden Om een kaart te gebruiken, moet je ook weten wat de richting van de kaart is. Welke kant van de kaart wijst naar het noorden? Nu is de bovenkant van de kaart bijna altijd het noorden en de onderkant het zuiden. Vroeger was dat niet zo, daarom stond op elke kaart een noordpijl. Digitale kaarten in navigatiesystemen draaien alle kanten op. Daarom zie je hier vaak weer een noordpijl. (Even terug naar de overzichtskaart)

Schaal De schaal wordt vaak weergegeven met een schaalstok Bijvoorbeeld 1:1.000.000. Dat betekent: 1 centimeter op de kaart = 1.000.000 centimeter in het echt. Om de afstand in kilometers te weten, haal je er 5 nullen af (1.000.000 centimeter = 10.000 meter = 10 kilometer).

Verschillende soorten kaarten Overzichtskaart: geeft een overzicht van de topografie van een gebied Thematische kaart: behandelt 1 thema/onderwerp

Overzichtskaart

Thematische kaart

5 soorten thematische kaarten Chorochromatische kaart Stippenkaart Choropleet Isolijnenkaart Anamorfosekaart

Chorochromatische kaart Met verschillende kleuren wordt aangegeven hoe het ene gebied verschilt van het andere.

Stippenkaart Met stippen wordt aangegeven waar een bepaald verschijnsel voorkomt. Hoe meer stippen, hoe meer het verschijnsel daar voorkomt.

Choropleet Een choropleet gaat over 1 onderwerp en er wordt 1 kleur gebruikt. Hoe donkerder de kleur, hoe meer het verschijnsel voorkomt.

Isolijnenkaart Isolijnenkaart gaat ook over 1 onderwerp. Isolijnen verbinden punten met dezelfde waarde van een verschijnsel.

Anamorfosekaart Hierop worden gebieden met een hoge waarde van een onderwerp groter afgebeeld.

Instructiekaart

Hoe lees ik een kaart?

Hoe lees ik een kaart?

Hoe lees ik een kaart?