Monniken en ridders 5.4 De opkomst van de Islam Hoofdstuk 5 Monniken en ridders 5.4 De opkomst van de Islam
In deze presentatie leer je over Islam Moslims Kenmerkend aspect het ontstaan en de verspreiding van de islam
Begrippen Allah: Arabisch voor God Arabische wereld: het hele gebied met Arabische cultuur Islamitische jaartelling: jaartelling die begint bij 622 n.C. Kalief: opvolger van de profeet Mohammed, politiek en geestelijk leider in de islamitische wereld Kalifaat: islamitisch wereldrijk Moskee: islamitisch gebedshuis Moslim: aanhanger van de islam Profeet: boodschapper van God
Samenvatting De islam ontstond in 622 in Arabië. Om hun geloof te verspreiden, veroverden de moslims in korte tijd een groot gebied. Arabisch rijk De islam is een monotheïstische godsdienst. Islam onderwerping Moslims mensen die zich onderwerpen Mohammed kreeg in 610 de opdracht om profeet van Allah (god) te worden. Mohammed leerde de mensen dat ze moesten gehoorzamen aan Allah. Ontstaan van de islam (onderwerping) Mohammeds teksten werden na zijn dood opgeschreven in het heilige boek de Koran.
Samenvatting In 622 verliet Mohammed Mekka en ging in Medina wonen. Daar stichtte hij de eerste islamitische samenleving. Vanaf dat jaartal begint de islamitische jaartelling. De islam kreeg steeds meer volgelingen. Zij werden moslims genoemd. De kerken die hierbij hoorden, noemen we moskee. In moskeeën komen moslims samen om te bidden, zoals christenen dat doen in kerken. Mohammed gaf zijn volgelingen de opdracht om de islam te verspreiden. Desnoods met geweld. (Heilige oorlog) Toch waren ze de Arabieren meestal redelijk tolerant tegenover joden en christenen. Geloofden tenslotte ook in god. wel hadden joden en christenen minder rechten. Tegenover polytheïstische godsdiensten (geloof in meerdere goden) waren zij niet tolerant.
Samenvatting Er ontstond een machtig Arabisch wereldrijk waarbij de islam een belangrijke rol speelde. Kalifaat islamitisch wereldrijk In het kalifaat bleef de landbouwstedelijke samenleving van de Byzantijnen bestaan. Handelsroutes over land en zee verbonden de steden van het rijk met elkaar.
Samenvatting Soort samenleving: landbouwstedelijk met hoogontwikkelde cultuur Hoogontwikkelde cultuur: bouwkunst op hoog niveau (Byzantijnse koepelbouw) Moskeeen kregen minaretten. Islamitische geestelijken verboden het afbeelden van mensen en dieren. Teksten van Plato en Aristoteles werden vertaald van Grieks naar Arabisch Huis der Wijsheid, universiteit in Bagdad. Ook Spanje en Portugal werden grotendeels veroverd. In veroverde gebieden waren de moslims meestal verdraagzaam tegenover andere godsdiensten, ook tegenover de christenen. In Zuid – Frankrijk werden de moslims verslagen en zo stopte de opmars van de islam in Europa.