Hoofdstuk 2 Wetten en regels VCA VOL Hoofdstuk 2 Wetten en regels
Verplichte risicobeheersing Nederland is verplicht de Europese Richtlijnen te volgen onze wetgeving gaat verder Arbowet bescherming veiligheid en gezondheid plichten voor werkgevers én werknemers overheid houdt toezicht op naleving inspectiediensten Arbeidsinspectie ook: milieuwetgeving arbeidstijdenwetgeving
Verplichte risicobeheersing 2.1 Invloed van Europa 2.2 Nationale wetgeving veiligheid en gezondheid 2.3 Plichten van de werkgever 2.4 Plichten van de werknemer 2.5 Deskundige bijstand 2.6 Toezicht op V&G-wetgeving 2.7 Milieuwetgeving 2.8 Asbestbepalingen 2.9 Arbeidstijdenwet 2.10 Uitzendwerk
2.1 Invloed van Europa Nederland is lid van de Europese Unie verplicht de Europese richtlijnen te volgen onze wetten moeten zo nodig worden aangepast bijvoorbeeld: CE-markering CE-markering op machines en PBM m.b.t. veiligheid voldoen CE-producten aan de betreffende Europese richtlijn alleen CE-gemarkeerde arbeidsmiddelen mogen op de markt worden gebracht en worden gebruikt
2.2 Nationale wetgeving over veilig en gezond werken Arbeidsomstandighedenwet is de belangrijkste wet op het gebied van veiligheid en gezondheid bij werken ook wel Arbowet genoemd doel: werknemers bij het werk beschermen verbeteren van de veiligheid waarborgen van gezondheid en welzijn zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden op alle plaatsen waar gewerkt wordt
Arbowet de Arbowet geeft plichten aan werkgevers én werknemers werkgever werkgever van het bedrijf waar je in dienst bent, maar ook degene die jou aanwijzingen geeft, toezicht houdt en middelen verstrekt werknemers werknemers in vaste/tijdelijke dienst, uitzendkrachten, stagiairs, vrijwilligers
Welzijn in de Arbowet inrichting werkplek aanpassen aan werknemer letten op persoonsfactoren leeftijd en geslacht kennis, vakmanschap en voertaal invloed op eigen werkzaamheden geen eentonig werk
Kennis als uitgangspunt voorlichting aan werknemers over: VGW algemeen werkplekgevaren en veiligheidsmaatregelen voorschriften en regels kennistoets! werkgever laat zich bijstaan door deskundigen
2.3 Plichten van de werkgever zorgt dat de werknemer veilig werkt en geen gezondheidsschade oploopt door het werk (als de werkgever dat niet goed doet, kan hij gestraft worden en zal hij de schade aan de werknemer moeten vergoeden) moet alle gevaren in kaart brengen risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) zorgen dat de risico’s worden beheerst (plan van aanpak)
2.3 Plichten van de werkgever de werkgever moet ook: gevaren voorkomen gevaren zo veel mogelijk bij de bron verminderen de werknemer goed voorlichten de veilige werkwijze laten zien en laten toepassen goede PBM’s beschikbaar stellen zorgen dat er hulp is in geval van nood
2.3 Plichten van de werkgever inventariseert de risico’s (schriftelijk) stelt preventiebeleid op beperkt risico’s (rekening houden met techniek) bij ernstige risico’s voorkeur voor materiële maatregelen
2.3 Plichten van de werkgever aanpak beheersing systeembenadering (bijv. KAM-systeem) overleggen met werknemers werk(wijze) zo nodig aanpassen veilige arbeidsmiddelen passende opleidingen anderen (derden) beschermen noodhulp organiseren ongevallen, onderzoeken en melden aan Arbeidsinspectie
2.3 Plichten van de werkgever beheersing betekent vooral dat beleid en procedures worden nageleefd: instrueren begeleiden toezicht houden PBM geven en laten gebruiken geen ongewenst gedrag tolereren
2.3 Plichten van de werkgever effectiviteit verbeteren door te reageren op incidenten en te leren van ongevallen en incidenten
Veiligheidssignalering werknemers moeten zich veilig kunnen gedragen zich veilig willen gedragen bewust blijven van de risico’s signaleringen mogelijke gevaren opgelegde maatregelen verplicht dragen van PBM EHBO- en brandbestrijdingsmiddelen evacuatiewegen
Veiligheidssignalering (2) verbod gebod waarschuwing veiligheidsvoorziening brandbestrijding
Markeringen geven aan dat er een gevaar is gevaarlijk gebied aanduiden en/of afschermen bijvoorbeeld bij hijswerkzaamheden markeringen komen voor in diverse vormen: geplakt of geschilderd als linten: wit - rood, of geel - zwart rood - witte hekken worden ook gebruikt
Markeringen (2) geel-zwarte markeringen bij trappen smalle/lage doorgangen gevaar voor stoten (bijv. hijsblok) gebieden met gevaarlijke stoffen bij trappen een streep in een afwijkende kleur geven bovenste en/of de onderste trede aan gele of witte streep struikelgevaar weinig onderscheid tussen vloer en traptrede
Markeringen (3) gele of witte strepen worden ook gebruikt om aan te geven welke doorgangen je moet vrijhouden en binnen welk gebied niet opgeslagen/gestapeld kan worden voor het aangeven van een explosiegevaarlijke zone, wordt het waarschuwingsbord met de letters EX gebruikt
Arbeidsplaatsen en projectlocaties werkgever én werknemer moeten ongevallen voorkomen meest voorkomende ongeval is onderuitgaan bij het lopen door: uitglijden, struikelen en verstappen niet-egale (niet vlakke) of losse ondergrond onverwachte hoogteverschillen te hoge afstap losliggende tegels gladde vloeren niet geschikt schoeisel rennen in plaats van normaal lopen
Voorkom onveilige situaties bronbestrijding zorg besteden aan ontwerp en werkvoorbereiding scheiden van mens en gevaar met behulp van een fysieke afscheiding gescheiden rij- en voetpaden passende verlichting
Voorkom onveilige situaties plichten werknemer zelf doen: good housekeeping: ordelijke en nette werkplek snel verhelpen van onveilige situaties goed opletten tijdens het lopen geen dingen dragen die het gezichtsveld hinderen de aangegeven, voorziene wegen en paden volgen gepast schoeisel dragen
Plichten van de werknemer houding en kennis zorgen voor eigen veiligheid en gezondheid en voor die van anderen samenwerken met werkgever en preventiedienst een positieve bijdrage leveren aan het preventiebeleid geen ongewenst gedrag op het werk melden van ongevallen, gevaren of bijna ongevallen opleiding, voorlichting en instructies volgen
Plichten van de werknemer (2) veilige werkwijze toepassen op de goede manier gebruiken: machines, toestellen, gereedschappen, gevaarlijke stoffen, vervoermiddelen en andere middelen aangebrachte beveiligingen niet veranderen of weghalen op de juiste wijze toepassen persoonlijke beschermingsmiddelen op de goede manier gebruiken zorgvuldig onderhouden
rechten van de werknemer een veilige en gezonde werkomgeving informatie over de veiligheid en het werk opleidingen onderbreking van werk bij ernstig gevaar voor mensen
2.5 Deskundige bijstand werkgever moet: een interne preventiedienst oprichten een of meer deskundigen aanstellen veiligheidskundige bedrijfsarts als het bedrijf zelf niet over de nodige deskundigheid beschikt: externe bijstand inschakelen
Bedrijfsgezondheidszorg de bedrijfsarts is belangrijk gezondheidsbeoordeling gezondheidsbescherming werkgever is verantwoordelijk werknemers in de gelegenheid stellen om periodiek, onderzoek te ondergaan om gezondheidsrisico’s te signaleren gezondheidsrisico’s te voorkomen en te beperken
2.6 Toezicht op V+G wetgeving inspectiediensten waaronder de Arbeidsinspectie taken en rechten van de inspectiediensten: controleren naleven van de wetgeving eisen naleving van de wet ongevallen onderzoeken stilleggen werk bij ernstig gevaar proces-verbaal schrijven bij strafbaar feit vragen geldige legitimatie werknemers bezoeken van alle werkplekken
2.7 Milieuwetgeving doel mens en omgeving beschermen tegen de schadelijke gevolgen van activiteiten uitstoot milieubelastende stoffen en afvalstromen beperken zorgen voor doelmatige en correcte verwijdering van afvalstoffen
2.8 Asbestbepalingen asbest inventariseren niet verwerken of bewerken asbesthoudend afval gescheiden afvoeren asbestverdacht materiaal: laten onderzoeken door onafhankelijk lab (niet bij werken) asbesthoudende producten met gebonden vezels kan iedereen afvoeren
2.9 Arbeidstijdenwet doel voorkomen dat de veiligheid en de gezondheid van werknemers in gevaar komen aangeven maximale arbeidstijden aangeven minimale rusttijden bevorderen dat werken en zorgtaken/gezin gecombineerd kunnen worden
2.10 Uitzendwerk VCU-gecertificeerde uitzendbureaus moeten vooraf goede voorlichting over risicobeheersing geven inlenende organisatie is verantwoordelijk voor bescherming en veilig laten werken van inleenkrachten
2.10 Uitzendwerk uitzendorganisatie informeert medewerker over eigen beleid, inlenende bedrijf, werk en werkplek: beleidsverklaring uitzendorganisatie algemene regels inlenende bedrijf: algemene veiligheid- en gezondheidsregels melden onveiligheid en noodmaatregelen werk en werkplek functie-eisen, gevaren, beheersmaatregelen PBM-gebruik, vergunningen en specifieke regels de inleenkracht krijgt documentatie mee
2.10 Uitzendwerk inlenende bedrijf: directe instructie over: melden gevaren handelen bij noodsituaties meedoen met oefeningen inschakelen hulpdiensten inzet inleenkracht op afgesproken werk: voor nieuwe taken: aangeven wat de risico’s en preventiemaatregelen zijn afspraken met uitzendorganisatie over taakverdelingen (wie informeert, instrueert en verstrekt de PBM)