Interventiestudie Omgaan met verschillen in de klas Onderzoeksresultaten Jolien Geerlings PhD – Onderzoeker

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Startbijeenkomst Leren Leren in een professionele oefencultuur
Advertisements

Tevredenheid met behandelaar en behandeling.
Psycho-educaties voor kinderen met ASS Handleiding voor jezelf Ik ben speciaal Navigeren in de sociale wereld.
“IK KRIJG HET NIET UIT MIJN HOOFD”
Activeren van ouders met behulp van video-beelden
Onderzoek naar de effecten van het Thuisadministratie programma
Sociaal emotionele ontwikkeling en groepsgedrag
Vitamine G1 Effecten van een groene omgeving op gezondheid, welzijn en sociale veiligheid J. Maas.
….een korte presentatie
het welbevinden en gedrag van leerlingen.
Workshop Relationele en seksuele vorming
Vriendschapsrelaties van dove en slechthorende adolescenten
Onderwijspsychologie
Zes uitgangspunten voor een goed pedagogisch klimaat
Autisme en het verwerken van sociale informatie.
Van De Leemkolk, L. (15 oktober 2012). Coming of the ancestors. Geraadpleegd op 24 december 2012, op Ünzüle Saglam.
Maarten Vansteenkiste Universiteit Gent
Antisociaal gedrag bij kleuters op school
Claudia van Kruistum, Ilona de Milliano, Roel van Steensel
Luisteren Parafraseren; Reflecteren van gevoel; Herhalen; Ordenen;
Ben ik de enige? Een op de zes Nederlanders last heeft van somberheid, angst of andere klachten personen krijgen een depressie jaarlijks 1,1 miljoen.
SOCIALE COMPETENTIE Jacqueline Blaak-Venneman.
Praktische adviezen voor de onderwijssituatie
“Ontwikkeling van hoogbegaafde leerlingen en schoolse kenmerken”
Dossier Empowerment.
Het syndroom van Asperger
Relaties en seksualiteit bij mensen met een verstandelijke beperking
Voortijdig schoolverlaten
De weg van de leerling met specifieke
Over het ijzeren gordijn: de grenzen van sectoraal beleid Wim Groot Universiteit Maastricht.
vanuit een herstelgerichte visie!
Ouder informatieavond 2015 Dit schooljaar succesvol! voor ouders/verzorgers van onze doublanten.
Presentatie Soep en Kennis 8 oktober DE Samenwerking  Wie  Wat  Waarom  Waartoe.
Les 7 Kind en omgeving Het individu in de context Kind en omgeving Het individu in de context.
In vijf stappen naar het accepteren van en werken met de uitkomsten van de Nationale Studentenenquête 5 November 2015.
De domeinen & Niveau bij ABB.
Week 2 : Ontwikkelingspsychologie, Liesbeth van Beemen:
Opvoedrelaties onder spanning Bijeenkomst 4. Debat passend onderwijs Lees §1.1 Sipman goed door. In de maatschappij lijkt het aantal kinderen met gedragsproblemen.
Groepsdynamiek 1.
SADAN-opdracht, gemaakt door Fien Degroote
Stress bij kinderen J. Van der Ploeg
Callens Stephen.  Hoe vindt men kinderen met riskant probleemgedrag?  Wie zijn de kinderen met riskant probleemgedrag?  SPRINT: het opsporen van kinderen.
Methodiek: Plancyclus
Welkom ik maak me sterk.
Pemwjk3. Programma tafeltjesronde over ruimte en materiaal Bespreek de inzichten die naar aanleiding van de tafeltjesronde over ruimte en materialen hebt.
invloed van psychologische factoren op revalidatie en adaptatie
Heel gewoon maar toch anders.
Creëer een positieve talentspiraal werken met kinderen met autisme spectrum stoornis in de klas.
Kansen en knelpunten voor lezen in het vmbo Onderzoek door CED-Groep en DUO Marketresearch in opdracht van Stichting Lezen.
Problemen in de interactie en communicatie bij kinderen met een aan autisme verwante stoornis. M. Serra & R.B. Minderaa.
Handelingsgericht werken OGP Bk03 Hans van Doremalen Marion Steegh.
Koffieochtend 3 november 2016 REGELS EN GRENZEN IN DE OPVOEDING
Uitleg bij de vragenlijst Veiligheidsbeleving
Professionele ruimte voor professionele identiteit van beginnende leraren Han Leeferink Radboud Docenten Academie BSL-project Onderzoekers: Harmen.
Taal- en Interactievaardigheden in de Kinderopvang
Dialoog aan tafel [logo organisatie].
AFSTUDEERPRESENTATIE VAN VANDANA RAMLAL- CHANDER
Academische Masterclass Publieke Gezondheid en Veiligheid 2016 Ouderbetrokkenheid Tessa Visser ‘t Hooft Lida Samson 1.
Problemen van mantelzorgers die zorgen voor een oudere naaste
Preventie van alcoholgebruik van adolescenten door verbeterde ouder-kind alcoholspecifieke communicatie: De “Hou vol! Geen alcohol” pilot studie Suzanne.
Best practice Doel: deskundigheidsbevordering collega’s
METHODESCHOLEN IN HET VLAAMSE BASISONDERWIJS Sessie 4
Behoefte herkenning bij mensen met ernstige meervoudige beperkingen.
Praktische adviezen voor de onderwijssituatie
Onderzoek zelforganisatie: Tussenresultaten
Doubleren.
Gewoon pubergedrag? Over Relaties
Doubleren.
De invloed van autisme op geloof en geloofsbeleving bij ambtsdragers
STOP4-7 programma Samen sterker Terug Op Pad.
Transcript van de presentatie:

Interventiestudie Omgaan met verschillen in de klas Onderzoeksresultaten Jolien Geerlings PhD – Onderzoeker

Overzicht 1)Inleiding 2)Wat hebben we precies onderzocht? 3)Hoe gaan we om met verschillen in de klas? 4)Hoe verklaren we omgang met verschillen in de klas? 5)Kunnen we de omgang met verschillen verbeteren? 6)Vragen & Discussie

1) Inleiding Onderzoek ‘Omgaan met verschillen in de klas’ Onderzoeksvraag: 1)Hoe gaan leerkrachten in de klas om met leerlingen met diverse leerbeperkingen en probleemgedrag? 2)Hoe kunnen we deze omgang mogelijk ondersteunen?

Wie zijn wij? Universiteit Utrecht Prof. Maykel Verkuyten Dr. Jochem Thijs Jolien Geerlings, MSc. Universiteit van Amsterdam Prof. Peter de Jong Dr. Helma Koomen Dr. Marjolein Zee

Wie deden er mee? 24 scholen verspreid over Nederland 38 leerkrachten; 22 interventiegroep, 16 controlegroep -Leeftijd jaar -9 mannen, 29 vrouwen -59% 4 of meer dagen voor de klas 934 leerlingen: -leeftijd 8-13 jaar -Evenveel jongens als meisjes -81,7% heeft een Nederlandse culturele achtergrond 153 geselecteerde leerlingen

2) Wat hebben we precies onderzocht? Omgaan met verschillen -Geen studie naar specifieke handelingen in de klas (bv. Het geven van andere instructies aan leerlingen met gedragsproblemen)  Observatie – Focus op de beleving: Manier waarop we dingen interpreteren Soms nog belangrijker dan wat er echt gebeurt… Beleving van de leerkracht: Gevoel van doelmatigheid

Gevoelens van doelmatigheid -Leerkrachten voelen zich over het algemeen doelmatig. -Het meest doelmatig op het gebied van gedrags- management en emotionele ondersteuning; en minder op instructie en motivatie. -Deze school vergelijkbaar patroon met andere scholen, wel meer gevoel van doelmatig zijn.

Waarom van belang? Gevoel van doelmatigheid (self-efficacy) is erg belangrijk bevonden: – Voor leerlingen: Betere sociale ontwikkeling Betere academische ontwikkeling – Voor leerkrachten: Minder stress Meer plezier in werk Ook dit zien we ook terug in ons onderzoek.

Gevoel van doelmatigheid & leeruitkomsten Als een leerkracht zich meer doelmatig voelt, scoren de kinderen in de klas beter op begrijpend lezen en rekenen

Gevoel van doelmatigheid & leerkracht uitkomsten Als leerkrachten zich sterker doelmatig voelen in het lesgeven van leerlingen, ervaren ze hun baan als plezieriger en ervaren ook minder uitputting.

Dus… Het hebben van een doelmatig gevoel ten opzichte van leerlingen heeft positieve effecten voor zowel leerkracht als leerling. Maar… niet elke leerling is hetzelfde; – Leerbeperkende kenmerken – Probleemgedrag Hoe doelmatig voelen leerkracht zich ten opzichte van leerlingen met leerbeperkende kenmerken/ probleemgedrag?

2) Wat hebben we precies onderzocht? Diversiteit in de klas: -Beperkende kenmerken Stoornissen: ADHD, ODD, autisme, Dyslexie Leerlingkenmerken: Gebrekkige concentratie/motivatie, laag werktempo, – Gedragsproblemen: Hyperactiviteit: niet stilzitten, makkelijk afgeleid Emotionele problemen: ongelukkig, bang Gedragsproblemen: vechten, woede-uitbarstingen

Er zijn verschillen in de klas… -Stoornissen komen weinig voor. -Bijna helft van geselecteerde kinderen heeft leerbeperkende kenmerken. Er zijn veel verschillen in gedrag: -Weinig ernstig probleemgedrag -Wel ernstige hyperactiviteit

Waarom zijn deze verschillen van belang? Onderzoek toont aan: … kunnen bijdragen aan de sociale ontwikkeling. … spelen een rol in leeruitkomsten. Dat zien we ook terug in ons onderzoek.

Leerbeperkingen en leeruitkomsten -Als gebrekkige motivatie, laag werktempo en onzelfstandig, minder taakbetrokkenheid (opletten in de les, je best doen). -Met name gebrekkige motivatie en laag werktempo nadelig voor citoscores.

Gedragsproblemen en leeruitkomsten -Met name emotionele problemen nadelig voor taakbetrokkenheid -Hyperactieve kinderen en kinderen met emotionele of gedragsproblemen scoren minder op begrijpend lezen en rekenen. -Met name gedragsproblemen lagere scores.

Dus… Er zijn verschillen in de klas. En die verschillen doen er ook toe. Vandaar dat we ons afvragen; 1)Hoe gaan we om met die verschillen?

3) Hoe gaan we om met verschillen in de klas? 1)Hoe beïnvloeden leerbeperkende kenmerken de doelmatigheidsgevoelens van leerkrachten? 2)Hoe beïnvloedt probleemgedrag de doelmatigheidsgevoelens van leerkrachten?

1) Gevoel van doelmatigheid & Leerbeperkende kenmerken Leerkrachten voelen zich minder doelmatig ten opzichte van kinderen die minder gemotiveerd zijn, een laag werktempo hebben en onzelfstandiger zijn. Leerbeperkende kenmerken hebben vooral een negatief effect op doelmatigheidsgevoelens voor motiveren en instructie strategieën. Minder negatief effect op gedragsmanagement.

2) Gevoel van doelmatigheid & gedragsproblemen Leerkrachten voelen zich minder doelmatig ten opzichte van kinderen die: -Hyperactiever zijn -Emotionele en gedragsproblemen vertonen Hyperactief gedrag en emotionele problemen hebben een negatieve invloed op alle domeinen van doelmatigheidsgevoelens Gedragsproblemen hebben vooral een negatief effect op gevoelens van doelmatigheid voor gedragsmanagement

Dus… Leerkrachten voelen zich minder doelmatig in het omgaan met leerlingen als deze leerlingen leerbeperkende kenmerken en probleemgedrag vertonen. We weten dat juist deze leerlingen het moeilijker hebben op school (minder goede resultaten halen op bijv. citotoetsen) En we weten ook dat de doelmatigheidsgevoelens van de leerkracht samenhangen met schoolresultaten. Lijkt daarom van belang dat we de doelmatigheidsgevoelens van de leerkracht juist bij deze leerlingen proberen te bevorderen.

4) Hoe verklaren we de omgang met verschillen? -Belangrijke factor: Leerkracht-leerling relaties. -Hoe beter deze relaties hoe meer doelmatig leerkrachten zich voelen. -Goede onderlinge relaties kunnen ook een buffer vormen bij de omgang met gedragsproblemen in de klas.

Leerkracht-leerling relatie & doelmatigheidsgevoelens Leerkrachten die een warme relatie hebben met een leerling voelen zich ook meer doelmatig in het lesgeven van die leerling. Leerlingen die conflict ervaren met een leerling, voelen zich minder doelmatig t.o.v. deze leerling, met name op het gebied van gedragsproblemen.

Leerkracht-Leerling relatie & Leerbeperkende kenmerken -Als leerling weinig gemotiveerd is en een laag werktempo heeft, ervaren leerkrachten de relatie als minder warm. Onzelfstandigheid wordt minder negatief ervaren. -Gebrekkige motivatie, laag werktempo en onzelfstandigheid hangen samen met meer conflict.

Leerkracht-Leerling relatie & Gedragsproblemen -Als leerling gedragsproblemen heeft leidt dat tot minder warmte in onderlinge relatie. Hyperactief gedrag en emotionele problemen hebben weinig effect op de warmte van de relatie. -Meer hyperactief gedrag, en emotionele en gedragsproblemen zorgen voor meer conflict tussen leerkracht en leerling.

Leerkracht-leerling relatie & leerkracht- uitkomsten Als een relatie gekenmerkt wordt door veel conflict kan dat leiden tot minder werktevredenheid en ook tot meer uitputtingsgevoelens.

Leerkracht-leerling relatie & leeruitkomsten -Als de relatie tussen leerkracht en leerling minder conflict kent, doen leerlingen het beter op Cito-toetsen.

Dus… Leerkrachten voelen zich meer doelmatig als ze een geode relatie hebben. Maar…. – Leerkrachten ervaren minder warme relaties, en meer conflict met leerlingen met een laag werktempo, hoge onzelfstandigheid en gebrekkige motivatie. – Leerkrachten ervaren niet minder warme relaties met leerlingen met probleemgedrag, maar wel meer conflict. Opzet van interventie-onderzoek om te kijken of we deze relaties kunnen verbeteren, om zo ook de doelmatigheidsgevoelens te kunnen vergroten.

5) Kunnen we de omgang verbeteren? Proberen doelmatigheidsgevoelens te verbeteren door inzetten op leerkracht-leerling relaties. Daarvoor een interventie instrument ontwikkeld: ‘Leerkracht Relatie Interview’ -Gesprek voeren over 2 leerlingen waarmee men een stroeve relatie ervaart. -Gesprek 1: In kaart brengen van de relatie a.d.h.v.. vragen over specifieke situaties in de klas. -Gesprek 2: Bespreken en reflecteren op relatie profiel -Hetzelfde nog eens voor de andere leerling.

LRI: Gesprek 1 In het totaal 12 vragen: Vraag 1: Kunt u drie woorden noemen die de relatie tussen u en naam typeren? Vraag 2: ‘Kunt u me vertellen over een specifiek moment waarop het echt klikte tussen u en naam?’ – Hoe voelde u zich toen? – Hoe denkt u dat naam zich voelde? Andere vragen gaan over ‘geen klik’, ‘echt contact’, lastige sociale gebeurtenissen, dilemma: aandringen of het erbij laten, misdraging, van streek, tegemoet komen aan persoonlijke behoeften, relatie ouders.

LRI: Gesprek 1 Belangrijkste aspecten: Specifieke gebeurtenissen: – Recent: liefst dezelfde week, want vers in geheugen – Concreet: beter verschillende handelingen, gevoelens terughalen. Gevoelens van leerkracht en leerling: – Belangrijke basis voor onderlinge interactie – Worden vaak niet expliciet genoemd of ervaren

Relatieprofiel Analyse van het eerste gesprek op basis van 2 dimensies: Pedagogisch handelen: – Sensitief zijn in gedrag reguleren (proactief, communicatie, met oog voor leerling) – Veiligheid bieden (ondersteunend gedrag, belang hiervan voor ontwikkeling, hechte relatie) – Inleven in de leerling (beweegredenen kind, perspectief van leerling nemen) – Doelen realiseren (gevoel invloed hebben, nieuwe strategieën). Gevoelens: – Hulpeloosheid (bezorgd, verward, geen invloed) – Boosheid (boosheid moeilijk los laten, afkeuring) – Positieve gevoelens (warmte, positieve interactie) – Neutraliseren negatieve gevoelens (ompraten, onwillig)

Relatie profiel – Moeilijke relatie

Relatie profile – Minder moeilijke relatie

LRI – Gesprek 2 Reflectie op gesprek 1 aan de hand van relatieprofiel: Voorhouden van een spiegel. Wat valt op? Had u het anders ingeschat? Ervaart u het anders? Relatie tussen pedagogisch handelen en gevoelens? Waar zou u aan willen werken? Waarom is dat belangrijk? Wat heeft u daarvoor nodig?

Vervolg Dezelfde cyclus van gesprekken nogmaals voeren over een andere leerling: Vergelijking kan inzicht geven in hoe relaties/interacties/gevoelens verschillen: – Onderzoeken waar die verschillen aan liggen? Oefening om dit type reflectie beter onder de knie te krijgen: met oog op lange termijn effecten.

Werkt de interventie? ZEER voorlopige resultaten! 1)Zijn de onderlinge relaties verbeterd? In hoeverre is dat meer het geval bij de interventiegroep? 2)Zijn de doelmatigheidsgevoelens verbeterd? In hoeverre is dat meer het geval bij de interventiegroep?

1) Zijn de onderlinge relaties verbeterd? Lichte stijging over de tijd in warme relaties Veranderingen zijn erg klein! Lichte daling over de tijd in conflict relaties Veranderingen zijn erg klein!

In hoeverre verschillen de interventie en controlegroep? Interventie iets meer stijging van oktober naar dec/jan. Verschillen zijn opnieuw erg klein. Nog geen andere factoren meegenomen! Interventie iets meer daling van oktober naar dec/jan. Verschillen zijn opnieuw erg klein. Nog geen andere factoren meegenomen! Effect werkt niet door naar maart.

1) Zijn doelmatigheids- gevoelens verbeterd? Lichte stijging over de tijd in doelmatigheidsgevoelens. In alle domeinen, maar minder in domein ‘instructie’. Op uw school lichte stijging in gedragsmanagement en motiveren. Ook hier instructie weinig verandering. Veranderingen zijn erg klein!

In hoeverre verschillen de interventie en controlegroep? Interventie iets meer stijging van oktober naar dec/jan. Verschillen zijn opnieuw erg klein. Nog geen andere factoren meegenomen! Effect werkt niet op dezelfde sterkte door naar maart.

Samenvattende conclusies Leerkracht-leerling relatie en doelmatigheidsgevoelens zijn duidelijk van belang voor leerkracht en leerling. Beide zijn ook sterk gerelateerd aan leerbeperkende kenmerken en probleemgedrag: meer problemen, minder warme relaties en minder doelmatigheidsgevoelens. Beide hangen sterk samen: warme relaties met minder conflict zorgen voor meer doelmatigheidsgevoelens bij de leerkracht. De interventie lijkt enig effect te hebben in het verbeteren van leerkracht-leerling relatie en doelmatigheidsgevoelens: – Maar meer exploratie nodig – Kijken naar hoe effecten verschillen als leerlingen probleemgedrag vertonen.

6) Vragen & Discussie Vragen, opmerkingen?