De aansprakelijkheid van de vroedvrouw Marlies Eggermont 13 september 2012 Verloskunde in beweging
Zoektocht 80 relevante cases inzake medisch handelen vroedvrouw in ziekenhuis: Feiten 6 klachten, geen procedure 10 zaken hangende in eerste aanleg Analyse 64 zaken (nog 6 lopende zaken in HB of burgerlijk na buitenvervolgingstelling) Methodiek
1. Risicodomeinen 2. Samenwerking met arts: aangestelde/uitvoeringsagente of eindverantwoordelijke voor eigen handelen 3. Richtlijnen ter bevordering van samenwerking en ter preventie van aansprakelijkheid Inhoud
A.Risicoselectie B.Interpretatie CTG-monitoring C.Communicatie met arts/patiëntendossier D.Gezondheidsvoorlichting aan patiënte 1. RISICODOMEINEN
Autonome bevoegdheid: KB 1962: bevallingen met heel waarschijnlijk “eutokisch” verloop (7 cumulatieve voorwaarden) KB 1991: catch all clausule (uitsluiting verhoogd risico) Normaal verloop bewaken met “tools” Vaststelling pathologie: consult arts/transfer ziekenhuis KB 1962: in 5 gevallen KB 1991: bij elke pathologie + nodige schikkingen nemen → risicoscreening EN schadebeperkingsplicht A. Risicoselectie
Uterusruptuur: Brussel 08/02/1995 (feiten 1991): veroordeling HA voor onopzettelijke doding moeder en kind: “onverantwoorde professionele lichtzinnigheid” Brussel 04/11/2004 (feiten 1991): BA VR en gynaeco voor schade baby en BA gynaeco voor schade moeder: “gynaeco moet zelf risicopatiënte opvolgen” en VR heeft “onnodig getalmd” om gynaeco te verwittigen A. Risicoselectie
Placentaloslating: Luik 26/03/1991(feiten 1984) en Brussel 23/11/2010 (feiten 1989): BA gynaeco: continue monitoring/echo doen na verontrustende berichten VR inzake foetale monitoring Brussel 10/10/2007 (feiten 1996): vrijspraak HA, gynaeco en 2 anesthesisten, fout lag bij organisatie ZH Rb. Antwerpen 02/11/2011 (feiten 2007): VR nam geen parameters en bloedafname bij bloedverlies, te laat gynaeco verwittigd (dading na GME) A. Risicoselectie
Autonome bevoegdheid: KB 1962: auscultatie hartgeluiden foetus KB 1991: beluisteren foetale harttonen en toezicht door CTG Pathologische foetaal hartritme: consult arts Taak vroedvrouw: captatie en registratie Taak arts: diagnose pathologie en interventie → risicoscreening EN schadebeperkingsplicht B. Interpretatie CTG-monitoring
Onzorgvuldigheid vroedvrouw: Luik 25/06/1986 (feiten 1981) en Brussel 02/03/2005 (feiten 1993): veroordeling VR en gynaeco voor onopzettelijke doding baby Corr. Eupen 10/10/1994 (feiten 1992): veroordeling VR en gynaeco voor onopzettelijke slagen en verwondingen baby (burgerlijk 75-25) Brussel 05/04/2011 (feiten 2002): veroordeling gynaeco ; VR in HB vrijgesproken, geen professionele fout (contra) Gent 07/12/2006 (feiten 1990): fout VR, geen causa Rb. Gent 14/04/2006 (feiten 1997): BA gynaeco voor fout VR B. Interpretatie CTG-monitoring
Onzorgvuldigheid gynaeco na correcte rapportage VR: Rb. Namen 09/01/2002 (feiten 1993) en Corr. Hasselt 24/12/1999: te laat sectio Rb. Brussel 09/02/2009 (feiten 1994): BA van gynaeco (tijd OP) Corr. Gent 30/06/1995 (feiten 1991): veroordeling gynaeco (niet meteen ter plaatse komen); “financiële verzuchtingen” eigen consulten Corr. Antwerpen 24/11/2000 (feiten 1993) en Corr. Antwerpen 02/04/2009 (feiten 2003): veroordeling gynaeco voor schuldig verzuim B. Interpretatie CTG-monitoring
Communicatie: samenwerking en info uitwisselen Arts: Code geneeskundige plichtenleer Vroedvrouw: Beroepsprofiel Patiëntendossier: Ziekenhuiswet 2008 Patiëntenrechtenwet 2002 KB 1999 inzake medisch dossier KB 2006 inzake verpleegkundig dossier Lancune inzake partogram Zorgvuldigheid loont! C. Communicatie en patiëntendossier
Gebrekkige communicatie: Luik 31/01/2000 (feiten 1977) en Antwerpen 21/10/2002 (feiten 1988): veroordeling HA: te laat gynaeco geroepen Bergen 25/10/1996 (feiten 1985): veroordeling gynaeco en anesthesist voor onopzettelijke doding moeder (gebrek aan richtlijnen); veroordeling assistent-gynaeco voor schuldig verzuim (niet inroepen hulp internist); VR “niet bij machte om meer aan te dringen” Gent 30/11/2004 (feiten 1995): veroordeling gynaeco; te laat gastro- consult gevraagd (discussie tussen gynaeco en hoofdVR) en geen richtlijnen aan VR gegeven Rb. Gent 25/09/2009 (feiten 1995): BA van HA (25%) en gynaeco (75%), resultaat triple test C. Communicatie en patiëntendossier
Gebrek in bijhouden/consulteren patiëntendossier: Brussel 12/12/2007 (feiten 1977): BA van gynaeco en ZH (verkeerd klassement van brief pediater, behandeling te laat opgestart) Corr. Dinant 31/05/2004 (feiten 2001:) veroordeling gynaeco en pediater (resultaat GBS);VR verkreeg vrijspraak: niet consulteren computer is geen fout Rb. Turnhout 18/02/2010 (feiten 2007): dading na GME: fout VR breken vliezen zonder kennis patiëntendossier of contact gynaeco C. Communicatie en patientendossier
KB 1991: GVO Patiëntenrechtenwet 2002: informatieplicht Geïnformeerde patiënte is er 2 waard: Dading na verslag raadsgeneesheer (feiten 1981/1999): schending infoplicht gynaeco (rhesus) en fertiliteitsbehandeling (echocontrole) Luik 24/06/2002 (feiten 1993): BA van gynaeco (immuniteit toxoplasmose) D. Gezondheidsvoorlichting
Strafrechtelijk: eigen daden Burgerlijk: Extracontractueel: eigen daden of aangestelde arts (feitelijke/juridische mogelijkheid om gezag uit te oefenen) Contractueel arts: uitvoeringsagente (arts doet beroep op VR voor uitvoering behandelingsovereenkomst) Bescherming: art. 18 WAO of art. 2 Wet overheidspersoneel 2003 Vanaf 01/01/2007: bij risico’s of pathologie: VR handelt volledig onder verantwoordelijkheid arts 2. SAMENWERKING MET ARTS
Assistentie bij EDA: Corr. Charleroi 23/11/1989 (feiten 1984): veroordeling anesthesiste voor onopzettelijke doding moeder en kind; buitenvervolgingstelling VR-VPK Corr. Dendermonde 19/03/1991 (feiten 1986): veroordeling anesthesist en VR voor onopzettelijke slagen en verwondingen moeder 2. SAMENWERKING MET ARTS
Assistentie bij foetale nood: inroepen arts= verlies autonomie Antwerpen 21/10/2002 (feiten 1988): “onmiddellijk en feitelijk gezag” Rb. Gent 13/12/2000 (feiten 1990): “leiding, gezag en toezicht” (gelegenheidsaansteller) Rb. Gent 14/04/2006 (feiten 1997): fout VR (uitvoeringsagente) is arts toerekenbaar 2. SAMENWERKING MET ARTS
Goede kennis bevoegdheid betrokken zorgverlener Competentie = wetenschappelijke bijscholing Interventie na grondige anamnese of studie PD Risicoselectie en foetale monitoring zijn cruciaal Risico/pathologie: waakzaamheid en correspondentie ↑ Interventie/correspondentie noteren in PD Informeren/bevragen patiënte Richtlijnen vragen = richtlijnen geven en opvolgen 3. RICHTLIJNEN
PARTNERS FOR LIFE NOT PARTNERS IN CRIME