Inheemse versus uitheemse plantensoorten Onderdeel van onderwijsmodule “Functies van stedelijk groen” Ontwikkeld door Praktijkonderzoek Plant en Omgeving.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Roel van Dijk Project manager openbaar groen
Advertisements

4.5 gevolgen van klimaatverandering
Transport en Infrastructuur
De aantrekkingskracht van uitzendwerk voor werkgevers De rol van ontslagbescherming Amsterdam, 9 juni.
P 3.2 Kwetsbaar ecosysteem
P 3.2 Kwetsbaar ecosysteem
HET ONTSTAAN DER SOORTEN
Natura 2000 ontwerp-beheerplan Norgerholt. Overzicht •Introductie •Natura 2000: Europese natuurgebieden •Aanwijzingsprocedure •Opstellen beheerplan 2008.
Vitamine G1 Effecten van een groene omgeving op gezondheid, welzijn en sociale veiligheid J. Maas.
Thema 3 Toerisme.
Evolutie en informatieoverdracht
Hoe gaat Natuurmonumenten om met invasieve soorten? Bart van Tooren Vereniging Natuurmonumenten.
Planning: Maak opdracht 11 (5 min) Uitleg p1.2 deel 1 (15 min)
Hoofdstuk 6. Een duurzame aarde..
Groene Conferentie | "Rotterdam de groene stad" | 14 december Groene verbindingen in de stad Niels de Zwarte.
Over steden en verstedelijking
Thema 12.2 en 12.3 Concurrentie Biotisch Predator Voedsel Abiotisch.
Het ontstaan der soorten
Ruimte voor de Rivier 3 Klimaatverandering.
Vooraf: van - naar.
Biodiversiteit.
Basisstof 1: Invloeden uit het milieu Basisstof 2: Voedselrelaties
Een wereld van verschil
Basisstof 3: Kringlopen Basisstof 4: Piramides Basisstof 5: Populaties
Basisstof 1: De evolutietheorie
Nakijken lesbrief Opdracht 5: Gebied E (Laagland v. Oost-China)
B. Stof 3 Hoofdthema’s in de Biologie
De eerste mensen § 1.1 & 1.2.
Hoofdstuk 11: Ecostromen
Terugblik BS 1 en 2 Biologie is de studie van organismen (levende wezens)
ECOLOGIE.
1 VWO Hoofdstuk 2 Klimaat § 2-5
H1.1 De agrarische revolutie
Krijt ESMEE & aNNEMIEK.
Wijs me de weg ! Luchtfoto, schaal en kaart. Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie.
7 Ecologie ©JasperOut.nl.
Ecologie Thema1.
L.A. Springer en het groen op de Oostwal. Leonard Adriaan Springer ( )  Leonard Adriaan Springer was een vooraanstaand tuinarchitect die voor.
Charles Darwin Evolutietheorie. een geleidelijke ontwikkeling waarbij uit eenvoudig gebouwde soorten nieuwe ingewikkelder gebouwde soorten ontstaan.
AARDE 3/4 vmbo 4 Weer en klimaat § 2-4. Het weer Weer Atmosfeer Toestand van de atmosfeer op een bepaald moment op een bepaalde plaats Luchtlaag die om.
Natuur en biodiversiteit in Nederland Ontwikkeld door Alterra en Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Joop Spijker.
Milieukwaliteiten en natuur Onderdeel van onderwijsmodule “Functies van stedelijk groen” Ontwikkeld door Alterra en Praktijkonderzoek Plant en Omgeving.
Bossen in gemeente Hardenberg Bos Heemserveen. Bossen in gemeente Hardenberg Een korte toelichting.
Verbinden van stedelijke ontwikkelingen en de bescherming van soorten:
Successie.
Groen voor luchtkwaliteit (2)
6.1 Wat is genetische diversiteit?
Vakdidaktiek Aardrijkskunde Lucien Hoogenbosch
Thema 2 blok 1 Op zoek naar voedsel.
Hoofdthema’s in de biologie
Hoofdstuk 3 Bronnen van energie: Brazilië
Na de laatste ijstijd: het Holoceen
Landschapselementen J.Tijssen.
Kleinschalige landschapselementen
Over steden en verstedelijking
Thema 3 ecologie.
Klimaatverandering& Landbouw
Globale ontwikkeling steden
Populaties Ecologie 7.4.
Ecologie: Biologisch evenwicht
6.1 Wat is genetische diversiteit?
Belang van bijen; wat hebben ze nodig.
Diersoortverdieping overige zoogdieren
Ecologie: Biologisch evenwicht
Ecologie: Biologisch evenwicht
Transcript van de presentatie:

Inheemse versus uitheemse plantensoorten Onderdeel van onderwijsmodule “Functies van stedelijk groen” Ontwikkeld door Praktijkonderzoek Plant en Omgeving en Alterra Marco Hoffman Alle foto’s © PPO tenzij anders vermeld.

Aanplant van uitsluitend inheemse soorten in de stedelijke omgeving is een goede zaak Het is prima dat in NL bossen met Amerikaanse eiken worden gekapt en vervangen door inheemse zomereiken. Exoten zijn in principe een verrijking voor biodiversiteit Stellingen

Veel maatschappelijke discussie

Inheemse soort: Een soort die van nature voorkomt in Nederland; het natuurlijk verspreidingsgebied loopt voor een deel over Nederlands grondgebied. Uitheemse soort / exoot: Een soort die van nature niet voorkomt in Nederland. Autochtone herkomst Opstand die zich na de laatste ijstijd spontaan heeft gevestigd en sindsdien ter plekke altijd natuurlijk verjongd is (populatie van een soort). Definities

Voorbeeld: Quercus robur - verspreidingsgebied Q. robur Udenhout-01 (Loonse en Drunense duinen) Q. robur Kootwijk-02 (Kootwijkerbovenbos) Q. robur Bois de Minieres (Zuid België) Q. robur is hier uitheems

Door eeuwenlange natuurlijke selectie hebben autochtone populaties zich aangepast aan omgeving (minder gevoelig voor ziekten, etc.) Autochtone populaties zijn genetisch uniek Diversiteit van (autochtone) populaties zorgt voor genetische variatie van de soort (geen eenheidsworst; soort sterker) Biodiversiteit rond inheemse soorten is doorgaans hoger (onderdeel van ecosysteem waarbij soorten op elkaar zijn aangepast) Het belang van autochtoon materiaal

In 1992 heeft Nederland biodiversiteitsverdrag van Rio de Janeiro ondertekend (zorg voor eigen biologische diversiteit) Opkomst van bedrijven die autochtoon materiaal leveren Discussie in de ecologische wereld wat betreft nut en kosten (de natuur verandert nu eenmaal) Zorg voor genetisch erfgoed

Geven veel kleur en variatie aan onze leefomgeving Geselecteerd voor gebruik in stedelijke omgeving (mooiere bloemen/blad/vrucht, betere bodembedekking/stevigheid/ gezondheid, etc.) Veel soorten maken deel uit van onze groencultuur (Buxus, Aesculus, voorjaarsbollen, fruitgaarden, etc.) Het belang van uitheemse soorten

Deel van onze inheemse fauna is exclusief afhankelijk van inheemse plantensoorten (bv. vlindersoort Zilveren maan afhankelijk van moerasviooltje) Sommige uitheemse soorten zijn nadelig voor biodiversiteit (>> invasieve exoten; bv. Amerikaanse vogelkers) Hoe meer variatie, hoe meer diversiteit (Arboreta en parken zijn zeer biodivers) Laat bloeiende (uitheemse) soorten kunnen voedseldip insecten in herfst prima opvangen (bv. Aster, Solidago, Caryopteris, etc.) Relatie met biodiversiteit (1)

Inheemse soorten herbergen doorgaans meer fauna dan uitheemse soorten (bv. Inheemse zomereik versus Amerikaanse eik) Veel uitheemse soorten trekken ook veel inheemse fauna (bv. Amelanchier, Buddleja, etc.) Relatie met biodiversiteit (2)

Onderzoek inheems/uitheems i.r.t. biodiversiteit Onderzoek aantal insectensoorten op bomen (Alterra) Quercus robur (inheems) > ca. 300 spp. Quercus rubra (exoot) > ca. 30 spp. Platanus & Aesculus > ca. 5 spp. Onderzoek RHS (‘Plants for bugs’) Hommels en bijen prefereren bijna-inheems Mijten, luizen en springstaarten prefereren inheems Wespen prefereren exotenmengsel Solitaire bijen: geen voorkeur

Groen in de stedelijke omgeving

Van oudsher vooral aankleding en beleving Tegenwoordig ook: recreatie, natuureducatie, biodiversiteit, luchtzuivering, waterberging, verkoeling, etc. (incl. economische waarde) Andere criteria dan in natuurgebieden of agrarisch landschap (bv. Biodiversiteit in natuurgebieden primair; in de stad secundair) Functies van groen in de stad

Hogere temperatuur (m.n. in zomer 3-4 graden warmer; zg. Urban Heat-Island effect) Droger (regenwater via bestrating en riolering afgevoerd) Onnatuurlijke factoren (bv. strooizout, uitlaatgassen, etc.) Afwijkende groeiomstandigheden t.o.v. platteland / natuur Groeiomstandigheden in de stad

Kleurrijk en divers groen wordt gewaardeerd en verhoogt welbevinden van mensen (Engels onderzoek: hoe meer diversiteit hoe tevredener burgers) Burger heeft zwak voor zeldzaamheid, onschadelijkheid, nut en aantrekkelijkheid (inheems of exoot speelt geen rol; blijkt uit Europees onderzoek) Wat wil de burger?

Gemiddeld hogere temperaturen en meer extremen qua neerslag (>> we hebben nu temperaturen die 30 jaar geleden 600 km zuidelijker voorkwam) Het groeiseizoen is de laatste 30 jaar ca. een maand langer geworden (meetwaarden “De natuurkalender”) Het verspreidingsgebied van veel soorten verschuift in Europa noordwaarts (tempo verschillend en soortafhankelijk) Invloed van klimaatverandering

Evolutie en verspreiding van planten

Wereldwijd ca plantensoorten Definitie: Groep individuen die veel op elkaar lijken en zich onderling gemakkelijk kunnen voortplanten. Binnen soort veel of weinig genetische variatie (verschillen in groeiwijze, bladvorm, etc.; soms ondersoorten; vooral planten met groot verspreidingsgebied veel variatie) Wat is een plantensoort?

Soorten hebben zich (genetisch) aangepast aan omgeving Genetische aanpassing door evolutie (door variatie is er selectie van best aangepaste individuen) Plantensoorten zijn variabel!!! Soorten ontwikkelen zich in levensgemeenschappen (interactie tussen soorten) Ontwikkeling van plantensoorten

Flora 200 miljoen jaar geleden 5 Foto’s van internet Afbeelding van internet

Klimaat is op langere tijdschaal zeer variabel In geologische geschiedenis van aarde minstens 5 keer een ijstijd geweest Laatste ijstijd ruim geleden ten einde Door IJstijden grootschalige uitsterving, verandering en migratie van soorten Nederlandse flora en fauna vanaf ruim geleden ontwikkeld van toendragemeenschap tot huidige natuur Invloed van de IJstijden

Nederlandse Flora

Vanaf geleden ontstaan door migratie van soorten (vnl. uit het zuiden) Vanaf 8000 geleden grote invloed van mensen Vooral vanaf Romeinse tijd introductie van veel nieuwe soorten (landbouw, fruit, siergewassen) Behalve nieuwe soorten ook genetische vermenging Grote gevolgen flora a.g.v. ontbossing, landbouw en toenemende handel Belangrijke kenmerken

Nederlandse flora is met 1400 soorten relatief soortenarm (o.a. door jonge leeftijd door recente IJstijd) Vooral weinig houtige gewassen: 115 soorten (waaronder 21 boomsoorten, 3 klimplanten en 3 coniferen) Nederland heeft geen endemische soorten Voor de laatste IJstijden veel meer plantensoorten (o.a. Magnolia, Thuja, Liquidambar, Nyssa, etc.) Soortenrijkdom Nederlandse flora

Van oorsprong uitheemse soort die zich in Nederland heeft gevestigd Iedere soort van de Nederlandse flora is ooit ingeburgerd Ingeburgerde soort wordt als inheems beschouwd als deze zich minstens drie generaties spontaan in de natuur heeft weten te handhaven Ingeburgerde soorten

Dit zijn ontsnapte cultuurplanten uit tuinen of akkers Deze kunnen zich soms korte of lange tijd handhaven Verwilderde soorten kunnen op den duur inburgeren Verwilderde soorten

Sommige soorten hebben zich niet helemaal spontaan bij ons gevestigd (bv. Beuk en Gewone esdoorn; het zijn verwilderde soorten die ingeburgerd zijn) Sommige soorten zijn uitgestorven en daarna weer geïntroduceerd (bv. de Grove den in 19 de eeuw weer uitgezet op de Veluwe) Inheems wordt bepaald door subjectieve/arbitraire landsgrenzen Grijze gebied tussen inheems en uitheems

Het merendeel van de exoten overleeft niet in de Nederlandse natuur De afgelopen eeuwen zijn er ruim 230 nieuwe plantensoorten bijgekomen (16% van totale aantal) Diverse soorten worden gezien als een verrijking van onze natuur (bv. Amerikaans / Drents krenteboompje) Exoten in de Nederlandse flora

Dit zijn exoten die zich op grote schaal in de Nederlandse natuur hebben gevestigd en economische en/of ecologische schade veroorzaken. Vooral de ecologische schade is vaak lastig te bepalen en deels subjectief (economische schade gemakkelijker; ecologische bv. Amerikaanse rivierkreeft verdringt Europese rivierkreeft ) Weinig exoten zijn invasief (ca. 1 op de 1000) Invasieve exoten

Tuincultuur in Nederland

Sinds ontwikkeling van landbouw (ca jaar v.Chr.) verzamelen en verplaatsen mensen planten Toename verzamelen vanaf middeleeuwen en vooral vanaf 16 de eeuw (o.a. door plantenzoekers) Verzamelen van nieuwe plantensoorten

Komst van exoten hand in hand met ontwikkeling tuincultuur Klassieke en moderne tuinen staan bol van exoten Ook plantsoenbeplantingen zoals plantvakken, bodembedekkers, hagen en straatbomen bevatten veel exoten. Exoten deel van onze groencultuur

In Nederland voor elk wat wils Functie van beplanting speelt essentiële rol Wel met zinvolle argumenten Richtlijn: uitheemse soorten vooral in cultuurgroen (in de stad); inheemse soorten in natuurgroen Keuze inheems en/of uitheems aan de gebruiker

Meer informatie Samengesteld door PPO; uitgegeven door PPH

Vragen?