1.Alles wordt weer nieuw
“ Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij (…) Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’ 5 Hij die op de troon zat zei: ‘Alles maak ik nieuw!’ zat zei: ‘Alles maak ik nieuw!’ Ik hoorde zeggen: ‘Schrijf het op, want wat hier wordt gezegd is betrouwbaar en waar. Openbaring 21:1-5
“‘Kom tot inkeer (= vernieuwing van denken en handelen),’ zei hij, ‘want het koninkrijk van de hemel is nabij!” – Mat 4:17 Steeds weer een nieuw begin!
1.In het scheppingsverhaal zitten twee belangrijke werkwoorden: BARA – scheppen, wat uitsluitend van God gezegd wordt, en ASAH – maken/doen… wat ook van de mens gezegd wordt. Bespreek met elkaar wat Gods deel is en wat ons toevalt… 2.De idee ‘verbond’ is een centraal gegeven in de Bijbel. Hoe vind je het evenwicht tussen ‘beloften van God’ en ‘oproep om zelf de handen uit de mouwen te steken’? 3.Een rabbijn zei: "De hemelen zijn de hemelen van God, maar de aar de heeft Hij aan de mensenkinderen gegeven (Psalm ). Dit betekent: de hemelen zijn reeds hemels, maar de aarde gaf God aan de mensen, opdat zij van haar ook een hemel zouden maken." Reageer!
“ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid.” – Johannes 10:10 Herstel is nodig! TOV !? goedmooiaangenaamnuttig wat beantwoordt aan de bedoeling wat gelukkig maakt
1.Ook in Micha 6:8 komt het begrip TOV voor: “Dit is wat goed is en wat de Heer van u vraagt…” Probeer eens aan de hand van het begrip ‘TOV’ concrete voorbeelden te geven van wat God eigenlijk wil voor en van ons, en hoe dit ons kan oriënteren om bepaalde keuzes te maken… 2.Er zijn tijden geweest (en vandaag nog religieuze middens) waar ‘genieten’ ongepast was voor een christen. Hoe sta jij hier tegenover? 3.In Matteüs 5 zou Jezus het hebben over een ‘wet’ (TORAH, richtlijnen, onderricht) die moest ‘vol gemaakt’ worden… Hoe kan Gods wet - de TORAH helpen om het leven ‘vol te maken’? 4.Zonde = het doel missen… Wat wordt er zoal gemist door zonde?
1.Hoe kunnen godsdienst en geloof ons helpen om ‘goed te wonen’ in ons huis? Kan ook de kerk een ‘goed huis’ zijn? Wat is daarvoor nodig? 2.Verbijstering, leegte, eenzaamheid vermijden… ordenen, ruimte creëren om te leven: hoe kan de kerk als gelovige gemeenschap hiertoe bijdragen?
Geschapen naar hun aard…
Verscheidenheid, en geen saaie eenvormigheid, recht op eigenheid… Hoe is het hiermee gesteld in de kerk? Is er ruimte voor ‘anders zijn’? En wat zou de boodschap kunnen zijn voor een wereld de steeds meer een smeltkroes is van allerlei rassen en culturen?
“God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’ God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen. Hij zegende hen: Wees vruchtbaar en bevolk de aarde…” Genesis 1:26,27
1.De mens wordt geschetst als bijzonder waardevol. Hoe komt het toch dat zoveel mensen, ook bij de gelovigen, worstelen met hun zelfbeeld, en eigenwaarde? Wat kunnen we daaraan doen, en hoe kunnen we elkaar hierbij helpen? Wat kan de positieve of negatieve invloed zijn van kerk en godsdienst? 2.Beeld en gelijkenis… Op welke manier kunnen / moeten we op God gelijken denk je? Kan godsdienst / het evangelie helpen om dit waar te maken? En wat is Jezus’ bijdrage hierin? 3.In Indië en Nepal klinkt vaak de groet ‘Namasté’, ik groet het goddelijke in jou… Is de kerk niet de plaats bij uitstek waar we, naar Jezus’ voorbeeld, het goede en de positieve mogelijkheden zien in de ander? Kun je voorbeelden geven van Jezus’ positieve houding naar andere toe?
“Het is niet goed dat de mens alleen is, ik zal hem een hulp maken die bij hem past.” – Gen 2:18 ‘Hulp, helper’: ook God (Psalm 121:1) ‘Die bij hem past’: vis-à-vis = nabijheid en communicatie maar ook eigenheid
“Genomen uit een rib…” rib – TSELA = zijde = component => complementariteit
“Naakt en zonder schaamte” Je in alle vertrouwen open en kwetsbaar kunnen opstellen
Herneem de aanwijzingen punt voor punt, en bespreek met elkaar het belang ervan in het kader van een kerkgemeen- schap. Ga ook eens na hoe Jezus (naar wiens voorbeeld wij geroepen zijn om te leven) een en ander voorleefde. - hulp / helper - vis à vis - genomen uit een rib: component, complementair - naakt en zonder schaamte
1.Wat vindt u van het beeld dat Genesis schetst van de mens en van relaties? Bespreek met elkaar op welke manier ‘kerk’ kan helpen om Gods ideaal in deze waar te maken. 2.Hoe reageert u op wat er gezegd wordt over mannen en vrouwen? Hoe gaat de kerk om met dit thema? 3.'Jezelf blootgeven'.. kan dat nog? Overal en met om het even wie? Waar wel, waar niet? En hoe komt het? Kan het in de kerk? Probeer ook eens de link te leggen met wat Jezus zegt in zijn Bergrede: ‘Oordeel niet opdat je niet geoordeeld wordt’ (Mat 7).
Heersen Bewerken en bewaren
Hoe belangrijk is het om verantwoordelijkheid te krijgen? Hoe voel je je als je geen verantwoordelijkheid toevertrouwd krijgt? Bespreek met elkaar Gods houding in dit verband. En hoe zit het met de kerk en ‘verantwoordelijkheid geven’?