Welkom bij...
Programma 14.15Ontvangst 14.45Wedstrijd 15.45Pauze 16.00Pieter Derks 16.45Uitslag en prijsuitreiking Borrel
ANTWOORDFORMULIER SCHOLIERENTEAM Naam: School: Teamnummer: Namen van andere teamleden: Z.O.Z
Bonus:
A. Taaltest spelling werkwoordsvormen
1. Hij heeft mij willen uitleggen dat hij snapt wat er gebeur_. a. d b. t Maak steeds de juiste keus.
2. Omdat hij het beloof_ had, deed hij mee. a. d b. t
3. Toen wij ons tot de minister wen_en, nam hij alle tijd voor ons. a. d b. dd
4. Waarom wor_ je niet geadviseerd een extra cursus te volgen? a. d b. dt
5. Zij hebben er naar verlui_ mee lopen pronken. a. d b. dt
6. Gisteren konden wij alle microfoons e.d. uitgebreid tes_en. a. t b. tt
7. Toen die politici op de uitslagen wach_en, waren zij heel gespannen. a. t b. tt
8. De student is boos, omdat die docent hem van zijn laatste kans beroof_. a. d b. t c. dt
9. De verwach_e verkiezingsoverwinning bleef toen uit. a. t b. tt
10. Wij hadden de te verlo_ prijs op tafel gezet. a. verlote b. verloten c. verlootte
11. Je moet wel tegen een stootje kunnen, als je waterpolo_. a. waterpolot b. waterpoloot c. waterpolo‘t d. waterpoloët e. waterpolood
12. Toen zij vorig jaar de weg verbre_en, was iedereen aangenaam verrast. a. verbreden b. verbreedden
13. Omdat hij zo verbaas_ was, begon ik ook te twijfelen aan de juiste spelling. a. d b. t c. dt
14. In die film zit een scène waarin een beul een veroordeelde onthoof_. a. d b. t c. dt
15. “Beloof_ is beloof_”, zei hij tegen de winkelier. a. d en d b. t en t c. d en t d. t en d
B. Taaltest spelling algemeen
16. Maak de juiste keus: a. dyslectie b. dyslexie c. dislectie d. dislexie
17. Maak de juiste keus: a. iemand beneiden b. iemand benijden
18. Maak de juiste keus: a. het wijdse uitzicht in de wijde omgeving b. het weidse uitzicht in de weide omgeving c. het weidse uitzicht in de wijde omgeving
19. Maak de juiste keus: a. Hij kon zijn ogen er niet van afhouden. b. Hij kon zijn ogen er niet vanafhouden. c. Hij kon zijn ogen er niet vanaf houden.
20. Maak de juiste keus: a. Het staat onderaan de pagina. b. Het staat onder aan de pagina.
21. Maak de juiste keus: a. de stressituatie b. de stresssituatie
22. Maak de juiste keus: a. zweefvliegen – zweefvliegde – gezweefvliegd b. zweefvliegen – zweefvloog –zweefgevlogen c. beide
23. Maak de juiste keus: a. pabo’er b. de paboër c. de pabo-er
24. Maak de juiste keus: a. Die auto is geleasd. b. Die auto is geleast. c. beide
25. Wat is de juiste afkorting van ‘jongstleden’? a. jl. b. j.l.
26. Maak de juiste keus: a. verradelijk b. verraderlijk c. beide
27. Maak de juiste keus: a. kathedralen b. kathedraals c. beide
28. Maak de juiste keus: a. hardstikke b. hartstikke
29. Maak de juiste keus: a. zijn hachje proberen te redden b. zijn hagje proberen te redden
30. Maak de juiste keus: a. Die twee films zijn beide in de prijzen gevallen. b. Die twee films zijn beiden in de prijzen gevallen.
31. Maak de juiste keus: a. Sommige van de deelnemers aan de taalwedstrijd vinden dit niet moeilijk. b. Sommigen van de deelnemers aan de taalwedstrijd vinden dit niet moeilijk.
32. Maak de juiste keus: a. Ik heb gebruikgemaakt van een woordenboek. b. Ik heb gebruik gemaakt van een woordenboek.
33. Maak de juiste keus: a. meedogeloos b. meedogenloos
34. Maak de juiste keus: a. Hij is ervanaf geweken. b. Hij is ervan af geweken. c. Hij is er vanaf geweken. d. Hij is ervan afgeweken.
35. Maak de juiste keus: a. waaien – waaide – gewaaid b. waaien – woei – gewaaid c. beide
C. Stijl/zinsbouw
36. Het advies van die commissie, dat/die/wat op dit moment afgerond wordt, wordt volgende week bekendgemaakt. a. dat b. die c. wat Maak steeds de juiste keus.
Is deze zin correct? 37. Geen van de huidige topclubs kan puntverlies veroorloven. a. correct b. niet correct
38. Welke van de volgende drie zinnen is wel correct? a. De verrassende nederlaag hebben wij te danken aan een gebrekkige inzet. b. Joost heeft daar twee keer zo veel tijd aan besteed als ik. c. Het aantal bezoekers dat te laat kwamen, viel ons niet tegen.
Is deze zin correct? 39. Het is te betreuren dat wij niet op tijd kunnen leveren, maar bieden u daarom wel een extra korting aan. a. correct b. niet correct
Is deze zin correct? 40. Mijn docent refereerde aan de vorige les. a. correct b. niet correct
41. De meeste Vlamingen kennen de spellingregels beter als/dan ons/wij. a. als wij b. dan wij c. als ons d. dan ons
42. Ruim 83 procent van de studenten en scholieren heeft/hebben goede resultaten geboekt. a. heeft b. hebben
43. Welke zin is wel correct? a. Een van hen zal het toch moeten worden. b. Ons hoofdgebouw is een tijdje gesloten, omdat zij gerenoveerd moet worden. c. Het derde doelpunt betekende de definitieve nekslag.
Is deze zin correct? 44. Je moet wel beseffen dat niets vanzelf gaat. a. correct b. niet correct
Is deze zin correct? 45. De verbouwing zal ongeveer drie tot vier maanden duren. a. correct b. niet correct
46. Welke zin is juist? a. Nederland wacht zware tegenstanders. b. Nederland wachten zware tegenstanders.
47. Welke van de volgende drie zinnen is wel correct? a. Tot mijn verbazing is er van alles misgegaan, maar kan ik u verder niet helpen. b.Hij is een directeur aan wie je alles kunt vragen. c.Bij het vliegveld aangekomen bleek onze vlucht vertraging te hebben.
48. Ondanks dat zij langzaam de trap naar beneden afliep, gleed zij uit. a. correct b. niet correct
49. Welke van de volgende drie zinnen is wel correct? a. Uw voorstel hebben wij besproken en zijn tot de conclusie gekomen niet met u in zee te gaan. b. Wij hebben daar recentelijk nog een bericht over ontvangen. c. De omzet is weer gestegen en deze zal naar verwachting jaarlijks met rond de drie procent per jaar toenemen.
50. Welke van de volgende drie zinnen is wel correct? a. Veel studenten zijn niet tevreden over het functioneren van de overheid, omdat die de echte oorzaken van de problemen niet aanpakken. b. Diverse medewerkers is gevraagd morgen een uurtje eerder te komen. c. Wij storen ons aan berichten die de werkelijkheid verkeerd weergeeft.
D. Interpunctie
Welke zin is de beste? 51. Wel of geen komma achter ‘auteurs’? a. Auteurs die in talkshows optreden, zien hun verkoop stijgen. b. Auteurs, die in talkshows optreden, zien hun verkoop stijgen.
52. Welke zin is de beste? Wel of geen komma achter ‘brief’? a. In uw laatste brief waarin ons wordt gevraagd deel te nemen aan een onderzoek, is de laatste alinea weggevallen. b. In uw laatste brief, waarin ons wordt gevraagd deel te nemen aan een onderzoek, is de laatste alinea weggevallen.
53. Wel of geen komma achter ‘voetballers’? a. Voetballers die op omkoping e.d. worden betrapt, moeten minstens vijf jaar worden geschorst. b. Voetballers, die op omkoping e.d. worden betrapt, moeten minstens vijf jaar worden geschorst.
54. Waar staan de aanhalingstekens goed? a. De docent zei: “Pak pen en papier.” b. De docent zei: “Pak pen en papier”.
55. Mijn broer die in Amsterdam woont, verandert van baan. Hoeveel broers heb ik? a. één broer b. meer dan één broer c. dat kun je niet weten
E. Voornaamwoorden
Maak steeds de juiste keus. 56. Hebben jullie hen/hun ook uitgenodigd? a. hen b. hun
57. Wij hebben hen/hun geen uitnodiging gestuurd. a. hen b. hun
58. Wij hebben hen/hun aangeboden hen/hun te helpen. a. hen, hun b. hun, hen c. hen, hen d. hun, hun
59. Als je een beroep op hen/hun doet, kun je altijd op hen/hun rekenen. a. hen, hun b. hun, hen c. hen, hen d. hun, hun
60. Welke zin is juist? a. Ik ben gevraagd minister te worden. b. Mij is gevraagd minister te worden.
61. Het vertrouwen in het herstel van de euro, …… nu ver te zoeken is, zal ooit terugkomen. a. dat b. wat c. die
62. De gemeente Den Haag heeft ……….. parkeerbeleid herzien. a. haar b. hun c. zijn
63. Duitsland beweert goed voor ………. burgers te zorgen. a. haar b. hun c. zijn
64. De Hoge Raad wil achterstand binnen een jaar wegwerken. a. haar b. hun c. zijn
65. San Francisco is beroemd om tolerantie. a. haar b. hun c. zijn
F. Woordenschat
Wat is de juiste betekenis? 66. Dat bericht bleek een canard te zijn. a. een bericht dat iemand door omkoping verkregen heeft b. uitgelekt bericht c. verzonnen bericht
67. Die directeur is accuraat. a. eerlijk b. precies c. snel
68. Wat is een dyslecticus? a. Iemand die veel van dyslexie weet. b. Iemand die dyslectisch is.
69. Welk woord wordt gebruikt om aan te geven dat een film of programma op een spannend moment wordt onderbroken? a. ankeiler b. cliffhanger c. leader
70. Zij eindigden ex aequo. a. gelijk b. precies achter elkaar c. vlak bij elkaar
71. De verdachte had een plausibele verklaring. a. aannemelijke b. onlogische c. twijfelachtige
72. Wat is een jobstijding? a. een verrassende aankondiging b. een naar bericht c. een waarschuwing voor gevaar
73. Wat is een impertinente vraag? a. brutale b. kritische c. niet van toepassing zijnde
74. Iets in consideratie nemen. a. beslag b. overweging c. beheer
75. Wat is een lumineus idee? a. bruikbaar b. origineel c. schitterend
G. Uitdrukkingen, gezegdes, e.d.
Wat betekent de volgende uitdrukking? 76. Het daglicht zien. a. iets (ineens) snappen b. geboren worden c. wakker worden
77. Flink in de bus blazen. a. een grote mond hebben b. veel drinken c. goed zijn best doen
78. Op eieren lopen. a. iets onmogelijks doen b. heel voorzichtig doen c. arrogant doen
79. De knuppel in het hoenderhok gooien. a. de discussie aanzwengelen b. ermee stoppen c. heel boos worden
80. Welke uitdrukking is juist? a. Wij zullen daar een moeilijke dobber aan hebben. b. Je moet geen slapende koeien uit de sloot halen. c. Daar zitten veel haken en ogen aan.
81. Welke uitdrukking is juist? a. Elke dag met een schone luier beginnen. b. Iemand het bos in sturen. c. Er een korreltje zout bij nemen.
82. Welke uitdrukking is juist? a. Haast u langzaam. b. Er komen veel valkuilen bij kijken. c. Ik ga er schot in zetten.
83. Op beide oren mogen slapen. a. na hard werken lekker kunnen gaan rusten b. kerngezond verklaard zijn c. zich geen zorgen hoeven te maken
84. Omwille van de smeer likt de kat de kandeleer. a. men doet vriendelijk uit eigen belang b. wie te weinig te eten heeft, is met weinig tevreden c. je moet een doel hebben om gemotiveerd te raken
85. Iets in de ijskast zetten. a. iets uitstellen b. iets verbergen c. iets verzwijgen
Maak de volgende uitdrukkingen compleet. Schrijf het woord op. 86. De h…….. met iets lichten.
87. Een gezicht als een oo…………. (ontevreden) Maak de volgende uitdrukking compleet.
88. Tegen w…….. vechten. (zinloos)
Maak de volgende uitdrukking compleet. 89. Zo rot als een m………..
Maak de volgende uitdrukkingen compleet. 90. Niet zuiver op de g…….. zijn.
H. Uitsmijters
91. Ik stond in het natte water. Hoe noemen we deze stijlfout? a. contaminatie b. pleonasme c. tautologie d. hyperbool
92. In welke zin staat een foutieve inversie? a. Belangstellenden worden verzocht een mailtje te sturen. b. Op dit moment bespreken wij uw klacht en zullen wij u z.s.m. onze bevindingen laten weten. c. De oorzaak van de problemen moeten eerst worden aangepakt.
93. Hoe noem je het tekentje dat in het woord façade voorkomt? a. ampersand b. cedille c. consonant d. accent circonflexe
94. Hoe noem je het stijlverschijnsel in de volgende zin? Hij stinkt een uur in de wind. a. eufemisme b. hyperbool c. understatement
95. Welke schrijfwijze is juist? a. Hij denkt dat ik er vanuit ga dat... b. Hij denkt dat ik ervan uitga dat... c. Hij denkt dat ik ervanuit ga dat...
I. Dictee
J. Bonusvraag
In welk jaar is de eerste Van Dale verschenen?
Pauze