Een werkvorm om actief en concreet tot participatie te komen Ren je Rot Een werkvorm om actief en concreet tot participatie te komen
Wat is SBL SBL = Stichting Beroepskwaliteit Leraren en ander onderwijs personeel. Beroep van leraar beter op de kaart zetten. De leraar verder professionaliseren. De beroepskwaliteit van leraren centraal stellen. Van, voor en door leraren.
Kenmerken Ren je Rot Variëteit (in samenstelling groepen) Samenwerking (samen tot een uitkomst komen) Gelijkwaardig (als gelijken communiceren) Dialoog (in gesprek met elkaar ontstaan oplossingen) Dynamiek (mogelijkheid tot herhaling van het proces)
Werkwijze Reageren op stellingen Homogene groepen samenstellen nav stellingen Do’s en don'ts formuleren Heterogene groepen samenstellen Do’s en don'ts groeperen en waar mogelijk opnieuw formuleren Conclusies trekken
Ren je Rot! Hierna volgt stelling 1. Ben je het eens of oneens met de stelling? (Pas op, over taal valt altijd te discussiëren, interpreteer de stelling op je eigen manier.) Ben je het eens met de stelling? Haal een gele kaart. Ben je het oneens met de stelling? Haal een paarse kaart.
Stelling 1 Een leraar moet zelf in staat zijn om zijn werk vorm te geven, daarvoor hoeft hij geen hulp in te roepen van andere mensen binnen of buiten de school.
Ren je Rot! Hierna volgt stelling 2. Ben je het eens of oneens met de stelling? (Pas op, over taal valt altijd te discussiëren, interpreteer de stelling op je eigen manier.) Ben je het eens met de stelling? Haal een gele kaart. Ben je het oneens met de stelling? Haal een paarse kaart.
Stelling 2 Elke leraar moet minstens vijf keer per jaar van ouders, managers en leerlingen feedback krijgen over zijn of haar functioneren.
Ren je Rot! En tot slot stelling 3. Ben je het eens of oneens met de stelling? (Pas op, over taal valt altijd te discussiëren, interpreteer de stelling op je eigen manier.) Ben je het eens met de stelling? Haal een gele kaart. Ben je het oneens met de stelling? Haal een paarse kaart.
Stelling 3 Hoezo “Geef het onderwijs terug aan de leraar”? Ouders, leerlingen en managers hebben ook zeggenschap over de lessen van de leraar.
Homogene groepen Van welke kleur kaartjes heb je de meeste, geel of paars? Iedereen met vooral gele kaarten komen bij elkaar, idem voor de paarse kaarten. De twee groepen delen zich in kleinere groepen van 4-6 mensen. De kleinere groepen komen samen bij een tafel.
In tweetallen Bepaal in tweetallen drie do’s t.a.v. succesvolle participatie binnen de school om professionele groei van leraren te stimuleren. Dus: wat moet je vooral wel doen? Bepaal in hetzelfde tweetal drie don'ts t.a.v. succesvolle participatie binnen de school om professionele groei van leraren te stimuleren. Dus: wat moet je vooral laten? Schrijf elke “do” op een groen kaartje. Schrijf elke “don’t” op een rood kaartje.
In de groep Verzamel alle do’s en schrijf ze in de gelijknamige tabel onder elkaar. Verzamel alle don'ts en schrijf ze in de gelijknamige tabel onder elkaar.
Zelfstandig Lees alle do’s en don'ts nog eens door. Bepaal voor jezelf jouw drie favoriete do’s. Bepaal voor jezelf jouw drie favoriete don'ts. Iedereen plakt achter zijn of haar favoriete do’s en don'ts een stickertje.
In de groep Bepaal op basis van de stemming de drie favoriete do’s en de drie favoriete don'ts van de groep. Iedereen schrijft voor zichzelf de uitkomst (3x do en 3x don’t) op een gekleurde strook om straks mee te nemen naar de volgende groep.
Nieuwe groepen maken Geef ieder groepslid een nummer, startend bij 1, oplopend naar het totaal aantal groepsleden. De workshopleider nummert de tafels. Alle mensen met nummer 1 verzamelen zich nu bij tafel 1. Alle mensen met nummer 2 verzamelen zich bij tafel 2, enzovoort. Vergeet niet de stroken met de do’s en don'ts mee te nemen!
Groepsopdracht Iedereen vertelt kort aan de groep wat de meegebrachte do’s en don'ts zijn en licht deze waar nodig toe. Als alle do’s en don'ts besproken zijn, worden ze stuk voor stuk in één van de volgende categorieën gebracht (stroken met dezelfde strekking met paperclip samenvoegen): A. Met elkaar eens: deze mag blijven. B. Onenigheid: maar we zoeken en vinden een nieuwe formulering waar we het wel over eens zijn (schrijf nieuwe formulering op witte strook, doe de oude er met een paperclip achter). C. Onverenigbaar: we worden het niet met elkaar eens over een nieuwe formulering.
Plenair Elke groep legt de kaartjes uit categorieën A, B en C op de daarvoor bestemde tafel. Neem de tijd om langs de tafels te lopen en te bekijken wat de resultaten zijn. Wat valt je op? Is dit een zinvolle werkwijze om tot participatie te komen? Kan je het gebruiken op je eigen school? Welke andere thema’s zou je op deze manier kunnen aanpakken?
Resultaat van de tafels Tafel A: kaartjes met de “open deur” die algemene mening vertegenwoordigen. Tafel C: meningen die te ver uit elkaar liggen, onoverbrugbare verschillen. Tafel B: hier is gezamenlijkheid gevonden, daar is door dialoog overeenstemming ontstaan.
Kenmerken Ren je Rot Variëteit (in samenstelling groepen) Samenwerking (samen tot een uitkomst komen) Gelijkwaardig (als gelijken communiceren) Dialoog (in gesprek met elkaar ontstaan oplossingen) Dynamiek (mogelijkheid tot herhaling van het proces)
Met dank voor uw aandacht en tot ziens! Handout Wie wil kan het draaiboek van deze workshop meenemen ter inspiratie. Wie graag het draaiboek, de werkbladen en de PowerPoint-presentatie digitaal ontvangt, kan naam en e-mail op de lijst schrijven en krijgt het toegestuurd. Met dank voor uw aandacht en tot ziens!