Steunpunt Ruimte – Workshop 4, 14 november 2013 Korte afstanden en centrale plaatsen: Toepassing op de lagere scholen in het referentiegebied Kobe Boussauw, Michiel van Meeteren en Frank Witlox Universiteit Gent Vakgroep Geografie
Steunpunt Ruimte – Workshop 4, 14 november Ruimtelijke nabijheid en duurzaam verplaatsingsgedrag werkhypothese: ruimtelijke ordening kan verplaatsingspatronen duurzamer maken sleutelbegrip: ruimtelijke nabijheid (cfr. mensenmaat) in de praktijk: hoge woondichtheid en hoge mate van verweving van functies verwachting: minder autogebruik en kortere dagelijkse verplaatsingen mogelijke bijdrage van een polycentrische structuur: effect van ruimtelijke nabijheid wordt sterk bepaald door het soort bestemming hoe gespecialiseerder de bestemming, hoe kleiner de kans dat deze dicht bij huis zal worden gevonden subcentra in agglomeraties kunnen niet-gespecialiseerde diensten in de woonwijken aanbieden
Steunpunt Ruimte – Workshop 4, 14 november 2013 voorbeeld: model van Bertaud principe waarbij de ruimtelijke structuur van de agglomeratie korte verplaatsingen faciliteert echter: planologisch determinisme, geen realiteit mensen blijven vrij in de keuze van hun bestemming
Steunpunt Ruimte – Workshop 4, 14 november Lagere scholen als verkennende indicator waarom lagere scholen (6-12 jaar)? representatief voor centrumfunctie van gemeente/wijk fijnmazig netwerk draagt bij tot ruimtelijke nabijheid korte woon-schoolafstanden dragen bij tot beperking van achterbank-woon-schoolverkeer in België is ruimtelijke distributie van scholen nauwelijks gestuurd door planning –> empirisch onderzoek studiegebied: netwerk van de Nederlandstalige lagere scholen in België (in de praktijk: Vlaanderen en een deel van Brussel)
Steunpunt Ruimte – Workshop 4, 14 november Onderzoeksvragen tot op welke hoogte is de keuze van de school door de leerlingen, en bijgevolg de woon-schoolafstand, bepaald door de ruimtelijke distributie van de scholen? is het schoolnetwerk voldoende fijnmazig om een dagelijks activiteitenpatroon gebaseerd op korte afstanden mogelijk te maken? kunnen de waargenomen woon-schoolafstanden verklaard worden door: de mate van verstedelijking? de omvang van de school?
Steunpunt Ruimte – Workshop 4, 14 november Kenmerken ruimtelijke distributie en verplaatsingen expansie tot ongeveer 1975, eerst katholiek, dan officieel vervolgens rationalisatie, zoals in heel wat andere landen, bv. in VS reductie met 70% schaalvergroting leidt tot: grotere woon-schoolafstanden minder te voet of per fiets maar verband is niet noodzakelijk causaal: 1991: B: 83% < 5 km; 22% te voet 2001: B: 76% < 5 km; 14% te voet 2000: VL: ~ 3,0 km (NL: ~ 2,0 km) (gemiddelde gerapporteerde waarden)
Steunpunt Ruimte – Workshop 4, 14 november Gegevens en methode basisgegevens: adressen van scholen en woonplaatsen leerlingen (hoge precisie) kortste-padberekening, geaggregeerd zowel per school als voor individuele leerlingen, voor beide: de “geobserveerde” woon-schoolafstand de “kortste” woon-schoolafstand (bepaalt de logische verzorgingsgebieden) excesfactor (verhouding tussen de geobserveerde en kortste afstand): geeft een idee van de mate waarin de nabijheid van de school de schoolkeuze bepaalt het inschatten van eventueel overdreven schaalvergroting, op basis van correlatieanalyse tussen de waargenomen woon-schoolafstand en het aantal leerlingen (omvang van de school)
Steunpunt Ruimte – Workshop 4, 14 november 2013 kortstepadberekening:
Steunpunt Ruimte – Workshop 4, 14 november 2013 aanwezigheid lagere scholen per verstedelijkingsklasse (RSV)
Steunpunt Ruimte – Workshop 4, 14 november 2013 mediane waargenomen woon-schoolafstand per school: 6. Resultaten op basis van schoollocatie
Steunpunt Ruimte – Workshop 4, 14 november 2013 mediane minimum woon-schoolafstand per school:
Steunpunt Ruimte – Workshop 4, 14 november 2013 de impact van verstedelijkingsgraad op de waargenomen woon- schoolafstand is eerder beperkt niettemin nemen de logische verzorgingsgebieden (bepaald door de minimum woon-schoolafstand) toe met de afnemende verstedelijking de excesfactor neemt tegelijkertijd af, wat betekent dat de afstand in dorpen meer bepalend is voor de schoolkeuze dan in steden verstedelijkingsklasseGSGRSGASKSGPKSGKBGBG aantal scholen mediane geobs. woon- schoolafstand 1144 m1240 m1488 m1366 m1355 m2035 m mediane min. woon- schoolafstand 442 m562 m658 m704 m865 m1068 m mediaan aantal leerlingen per school mediane excesfactor2,452,182,161,811,491,76 in dichtbevolkte stadscentra wonen kinderen dichtbij hun school in suburbane buurten en in de buurt van snelwegen komen de leerlingen van verder de taalgrens is duidelijk zichtbaar in de kaart met de woon-schoolafstanden
Steunpunt Ruimte – Workshop 4, 14 november 2013 waargenomen woon-schoolafstand per leerling, regio Hamme en regio Rupel minimum woon-schoolafstand per leerling (logische verzorgingsgebieden van de scholen), regio Hamme en regio Rupel analyse van de woon-schoolafstanden volgens verstedelijkingsklasse analyse en illustratie van typologieën van “afgelegen” woonstructuren 7. Resultaten op basis van het adres van de leerling
Steunpunt Ruimte – Workshop 4, 14 november 2013 waargenomen woon-schoolafstand per leerling, regio Hamme
Steunpunt Ruimte – Workshop 4, 14 november 2013 minimum woon-schoolafstand per leerling, regio Hamme
Steunpunt Ruimte – Workshop 4, 14 november 2013 waargenomen woon-schoolafstand per leerling, regio Rupel
Steunpunt Ruimte – Workshop 4, 14 november 2013 minimum woon-schoolafstand per leerling, regio Rupel
Steunpunt Ruimte – Workshop 4, 14 november 2013 zowel de waargenomen als de minimum woon-schoolafstanden nemen duidelijk toe naarmate de verstedelijking afneemt zelfs in afgelegen dorpen zijn de afstanden vrij kort en doorgaans te voet of met de fiets overbrugbaar niettemin is de mate van nabijheid soms ondermaats, voornamelijk in volgende situaties: verstedelijkingsklasseGSGRSGASKSGPKSGKBGBGextern aantal leerlingen mediane geobs. woon- schoolafstand 1078 m1165 m1156 m1094 m1307 m2289 m7768 m mediane min. woon- schoolafstand 427 m572 m614 m629 m753 m1415 m4950 m mediane excesfactor2,141,651,561,361,191,241,32 afgelegen woningen (1) lintbebouwingen (2) verkavelingen zonder geplande voorzieningen (3) gehuchten en kleine dorpen (4) arbeiderswijken met beperkte of inmiddels uitgedoofde voorzieningen (5) historische wijken met uitgedoofde voorzieningen (6)
Steunpunt Ruimte – Workshop 4, 14 november
6 5 4
schaalvergroting is nog steeds actueel in het gebied:
Steunpunt Ruimte – Workshop 4, 14 november Effect van de grootte van de school op de geobserveerde woon-schoolafstand inschatten van het effect van mogelijk overdreven schaalvergroting op de woon-schoolafstand door middel van de Pearson’s correlatie van (de natuurlijke logaritme van) de mediane waargenomen woon-schoolafstand per school met de omvang van de school resultaat: coëfficiënt r = met p = 0.91 (niet significant) in tegenstelling tot de situatie in de VS wordt de hypothese van het schaaleffect negatief beantwoord: de omvang van de school komt doorgaans overeen met de lokale vraag; als scholen groter zijn dan is dat omwille van de grotere vraag in de onmiddellijke omgeving
Steunpunt Ruimte – Workshop 4, 14 november Besluit ruimtelijke nabijheid op basis van een lokaal aanbod van onderwijsfaciliteiten is vandaag nog steeds in belangrijke mate bepalend voor dagelijkse verplaatsingspatronen de ruimtelijke distributie van scholen in Vlaanderen (en Brussel) is behoorlijk gebiedsdekkend en evenwichtig, en faciliteert nog steeds korte verplaatsingen te voet of met de fiets zestal specifieke woonstructuren moeten als “afgelegen” worden beschouwd anderzijds merken we een belangrijke variatie van de keuzevrijheid en de omvang van de logische verzorgingsgebieden op, afhankelijk van de kenmerken van de bebouwde omgeving verder zien we een duidelijk autonome groei van de afstanden en van de motorisatie, doorgaans onafhankelijk van schoolrationalisatie en andere ruimtelijke ontwikkelingen, zoals sprawl in stedelijke gebieden zijn ook capaciteitsproblemen, etnische segregatie en de combinatie met het woon-werkverkeer van belang (hier niet onderzocht)